‘Een vrouw uit het volk’ van intellectuele superster Didier Eribon zet het vergrijzingsprobleem weer op de agenda
Didier Eribon, Uitgeverij Athenaeum
Een vrouw uit het volk
Oorspronkelijke titel: Vie, vieillesse et mort d'une femme du peuple, 304 blz, 24,00 euro
Wie zal er voor de ouderen zorgen?
In 2009 publiceerde de Franse socioloog en filosoof Didier Eribon Retour à Reims. Daarin keerde de academicus, die in Parijs al furore had gemaakt met zijn biografie van Michel Foucault, terug naar zijn geboortegrond om zijn vader te begraven. In Reims trof hij het ‘vergeten Frankrijk’ aan: verpauperde regio’s waar misnoegde arbeiders, ooit trotse communisten, zich hebben laten verleiden door extreemrechts. Eribon analyseerde het ressentiment en toonde aan dat links zijn achterban in de steek heeft gelaten; de fameuze ‘derde weg’ bleek een pad richting een neoliberale hel waarin arbeiders vermalen worden in de winstmolen. Retour à Reims groeide uit tot een internationale bestseller en maakte van Eribon een intellectuele superster.
In zijn nieuwe boek, Een vrouw uit het volk, moet Eribon opnieuw de Parijse salons inruilen voor de banlieues, ditmaal om zijn zieke moeder in een verpleeghuis te plaatsen. Dat blijkt niet vanzelfsprekend: er zijn ellenlange wachtlijsten en de geprivatiseerde rustoorden zijn schrikbarend duur. De verzorgingsstaat, eens de trots van het naoorlogse Europa, blijkt een lege doos. Door de besparingsdrift zijn veel woonzorgcentra gesloten en de resterende instellingen kampen met personeelstekort.
Als Eribon zijn moeder toch geplaatst krijgt, krijgt hij te horen dat ze maar één keer in de week gedoucht zal worden. De rest van de dagen moet ze noodgedwongen in bed blijven. Zelfs voor een wc-bezoek is geen tijd; de oude vrouw moet maar in haar pamper plassen. Eribon kookt van woede en is bijna blij dat zijn moeder na amper enkele weken overlijdt – beter in het graf dan in een mensonterend bejaardentehuis.
Een vrouw uit het volk is een striemende aanklacht tegen een maatschappij die haar ouderenzorg heeft uitbesteed aan de markt. Zijn analyse geldt niet alleen voor Frankrijk; ook in België zijn er talloze verhalen over wantoestanden in woonzorgcentra. We laten onze ouderen wegkwijnen in kille, onderbemande sterfhuizen zodat de aandeelhouders hun jaarlijkse dividend kunnen opstrijken. Politici kijken weg van het probleem; de vergrijzing kost ons al handenvol geld, en trouwens, wie luistert er nog naar oude mensen? Ze mogen blij zijn met hun lauwe maaltijd en de wekelijkse bingo.
Eribon vult zijn kritiek aan met filosofische en sociologische uitstapjes. Hoe kijken Sartre, Foucault en De Beauvoir naar de stervende mens? Hoe gaan andere culturen om met bejaarden? Hoe kunnen we hen opnieuw een stem geven? Die doorwrochte passages stremmen het leesplezier soms, maar dat neemt niet weg dat Eribon het probleem van de vergrijzing opnieuw op de agenda heeft gezet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier