‘Kassa 19’ van Claire-Louise Bennett is de geniale neerslag van de eeuwige mislukking die schrijven is
Claire-Louise Bennett
Kassa 19
Claire-Louise Bennett dondert als een pletwals door haar leven, door de wereldliteratuur en ten slotte ook over de lezer heen.
Je ziet hem zo voor je, Tarquinius Superbus: knap, goedgekleed, op het randje van het flamboyante, een tikkeltje verwend en terend op een familiefortuin dat hij verkwist aan esoterische grillen en gastronomische hoogstandjes. Zijn dagen spendeert hij met flaneren door Venetië, tenzij hij in Wenen vertoeft, waar hij natuurlijk een pied-à-terre heeft zodat hij met de intellectuele goegemeente diepgaande discussies kan voeren. Om dat elitair imago nog op te krikken besluit hij zich een bibliotheek aan te schaffen, alle klassiekers in één keer, maar wanneer die geleverd worden, blijkt dat hij opgelicht is: alle boeken zijn dummy’s, alle pagina’s blanco.
Centrale zin: Ik ben een bloedend bloederig wezen, kijk hoe ik bloed en bloed, zie hoe al het bloed uit me kronkelsijpelt, op mijn enkels, op de grond, op de straat, op je fraaie schoenen.
Alle pagina’s? Neen, op één bladzijde zou de perfecte zin staan, de zin die alles verklaart, de enige zin die je in je leven nodig hebt. Bijgestaan door Dokter en huishoudhulp Rosalie begint hij aan zijn queeste door de leegte, op zoek naar die ene, zielreddende regel. Maar het is niet zeker dat Rosalie, ondanks haar kookkunsten, wel bestaat, en ook Dokter blijft een vage verschijning. Daarnaast is het onduidelijk in welk tijdvak Superbus zich beweegt. Leeft hij in de late renaissance of is hij een godenkind van het interbellum? Zijn schepper, Claire-Louise Bennett, is er nog niet helemaal uit, maar ze weet wel hoe het verhaal afloopt: in een inferno, natuurlijk – dan kun je netjes verwijzen naar de boekverbrandingen van de nazi’s.
Superbus is niet het enige onvoltooide schepsel in Kassa 19. We maken ook kennis met ‘het meisje met de naald in de kerker’, dat geboren werd in haar schoolschrift, en met Charlotte Bartlett, een negentiende-eeuwse vrouw die een stormachtige affaire begint met de man van haar beste vriendin. Enfin: misschien, eventueel – eerst eens zien of het kladje uitgroeit tot een roman.
Misschien moet Bennett eerst nog wat lezen, zo staat het in Kassa 19. Jorge Luis Borges bijvoorbeeld, of Robert Musil, zodat ze haar eigen man zonder eigenschappen beter kan inkleden. Liever zou ze eerst Sylvia Plath en Anne Sexton verorberen, maar dat vindt haar vriendje Dale, een doorzopen dichter, geen goed idee: fragiele vrouwtjes als Bennett blijven beter weg van zelfmoordpoëzie.
Maar schrijven zal ze, en Kassa 19 is de geniale neerslag van de eeuwige mislukking die schrijven is. De bovenstaande personages liggen bedolven onder dikke puinlagen taal en het is aan de lezer om zijn weg door die labyrintische ruïne te vinden. Onderweg zul je brokstukken poëzie, flarden memoires en splinters scherpzinnige essayistiek ontdekken, allemaal in brute, praatzieke alinea’s gepropt die samen een moker van boek vormen. Kassa 19 laat je knock-out achter.
Op donderdag 2/6 gaat ze in Passa Porta ze in gesprek met Ruth Joos. Alle info: passaporta.be
Kassa 19 Claire-Louise Bennett, Koppernik (oorspronkelijke titel: Checkout 19), 256 blz., € 23,50.
Claire-Louise Bennett Claire-Louise Bennett debuteerde met de verhalenbundel Pond (2015), die meteen de hemel in werd geprezen. Tom McCarthy, Karl Ove Knausgård, Anne Enright, Roddy Doyle, Nicole Flattery…: ze staan met lofredes te drummen op de achterflap van Kassa 19. En terecht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier