Drie vragen aan Geoff Dyer: ‘Uitstellen is uitputtender dan effectief werken’

© Getty
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Geoff Dyer wil het leven van zijn held D.H. Lawrence te boek stellen. Hij luilakt en mort en raakt maar niet uit de startblokken.

Eerst nog even stofzuigen. Of een wandeling maken. Heb ik wel de juiste pen? Zou ik niet beter eerst wat 
research doen of toch die mail beantwoorden? Iedereen heeft wel eens last van uitstelgedrag, maar schrijvers ­hebben het tot een kunstvorm ver­heven. In Uit pure woede vertelt de Britse ­schrijver Geoff Dyer over zijn verlangen om een monografie te schrijven over zijn held D.H. Lawrence, bekend van de schandaalroman Lady Chatterley’s Lover.

Dyer wil het echt, zeker wel, maar hij blijft angstvallig het witte blad ontwijken. Misschien moet hij eerst vakantie nemen in Griekenland, en zou hij niet beter verhuizen naar Rome? Of toch ­terug naar Oxford? ­Misschien moet hij de verzamelde gedichten van Lawrence eerst eens ­grondig her­lezen en wanneer zou hij dan naar ­Mexico ­reizen waar Lawrence een tijdje op een ranch woonde?


Op meesterlijke en vooral hilarische wijze analyseert Dyer zijn eigen uitstelgedrag; de zelfspot druipt van de pagina’s en Dyer is een scherpe observator van de menselijke conditie. Tussendoor vertelt hij slinks over zijn liefde voor ­Lawrence zodat je aan het einde van Uit pure ­woede begrijpt dat je erin geluisd bent: Dyer heeft wel degelijk zijn studie over zijn held afgewerkt. Uit pure woede is een prachtige ode aan Lawrence en aan elke treuzelaar die ooit, beloofd, aan dat ene meesterwerk zal beginnen. Maar nu nog niet.

Vanwaar die obsessie met D.H. Lawrence?

Geoff Dyer: Lawrence overstijgt zijn schrijfsels. Hij moet een zeer ­imponerende ­persoonlijkheid zijn geweest: iedereen die hem ooit ontmoette, hoe kort ook, heeft in brieven of dagboeken over hem ­geschreven alsof hij een oerkracht was. Ik was verliefd op die kerel, in die mate dat ik zelfs bereid was om hem zijn ­slechtere boeken te vergeven. ­Lawrence was niet mijn enige obsessie. Zo heb ik mijn passie voor Friedrich ­Nietzsche verwerkt in De laatste dagen van Roger Federer.

‘Uitstellen is uitputtender dan effectief werken.’

In het boek verklaar je de moderne roman nog maar eens dood. Is het zo pover gesteld met de literatuur?

Dyer: Tuurlijk niet. Ik was weer aan het zaniken, een constante in dit boek – en in mijn leven. Ik plaats wel kant­tekeningen bij de huidige hypes – autofictie, echt? – en ik heb een ­hekel aan zo­genaamd ­‘experimenteel proza’, maar ik kan wel ­degelijk nog genieten van een verhalende roman met goed uitgewerkte personages. Neem het maar aan van deze oude, ­mopperende man: de roman zal nooit sterven.

Hoe gaat het ondertussen met je uitstelgedrag?

Dyer: De chronische fase is voorbij. Uitstellen is gewoon uitputtender dan ­effectief werken, en als je niet graag moe wordt, dan kies je voor het minste kwaad, namelijk beginnen met schrijven. Ik heb ook aanvaard dat lummelen bij het schrijfproces hoort. Dat is een van de 
weinige voordelen van ouder worden: je legt je erbij neer. Vroeger was ik zo ­gedreven en ambitieus dat het me verlamde, dat ik kwaad werd op mijn eigen luiheid. Tegenwoordig begrijp ik dat nietsdoen essentieel is in dit leven.

Uit pure woede

Geoff Dyer, 
Uitgeverij Tzara (oorspronkelijke titel: Out of Sheer Rage), 
248 blz., € 25,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content