De wereld van César Aira’s ‘Het literatuurcongres’ is absurd, maar volstrekt geloofwaardig
César Aira, Koppernik
Het literatuurcongres
Oorspronkelijke titel: El congreso de literatura, 96 blz, 19,00 euro
Van een piratenschat naar moordende rupsen: voor taalkunstenaar César Aira is het maar een kleine stap. Voor de literatuur een reuzensprong.
Op de vooravond van een literatuurcongres in Venezuela wordt schrijver César Aira wereldberoemd. Niet omdat hij de Nobelprijs heeft gewonnen – hoewel dat zeker terecht zou zijn – maar omdat hij het eeuwenoude raadsel van de ‘Draad van Macuto’ heeft opgelost. Die legendarische Draad is een ingenieus takelsysteem dat een hele bergketen omspant en weer in de oceaan verdwijnt. Als de beulsknopen ervan eenmaal ontward zijn, zou een katrol een piratenschat van de zeebodem omhooghijsen.
Vanaf zijn balkon denkt Aira er een paar minuten over na, en hupsakee, even later landt een kist vol goud voor zijn voeten. Hoe hij dat kunstje precies heeft geklaard, daar wil hij de lezer niet mee vervelen want dat zou alleen maar afleiden van het echte verhaal: zijn Grote Werk, waarmee hij zo mogelijk nog beroemder zal worden.
Centrale zin: Mijn Grote Werk is geheim, ondergronds, en omvat mijn hele leven, tot in de kleinste kieren en de schijnbaar meest banale.
Naast schrijver van een omvangrijk oeuvre – hij heeft ondertussen ruim tachtig titels op zijn naam staan – is Aira ook chemicus en allround uitvinder, van het type dat je meestal enkel in stripverhalen tegenkomt. Hij heeft een machine bedacht om mensen te klonen en is nu zinnens om zijn Mexicaanse collega-auteur Carlos Fuentes te kopiëren. Fuentes is eregast op het bewuste literatuurcongres, dus dat komt goed uit. Aira heeft een minuscule wesp gekweekt – vraag niet hoe, dat is te saai – die voor hem een stukje DNA uit Fuentes zal prikken. Het plannetje loopt gesmeerd en terwijl Aira wacht tot de duplicator zijn werk heeft gedaan, kan hij wat luieren aan het zwembad en nadenken over het leven.
O ja, het echte doel van Aira: wereldheerschappij. Hoe de kloon van Fuentes daarbij kan helpen, dat gaat hij ook niet uitleggen, want dat gaat elk lezerspetje te boven en de technische uitleg is slaapverwekkend.
Pro forma onderbreekt hij zijn geluier om vanuit de coulissen een opvoering van zijn toneelstuk In de hof van Adam en Eva bij te wonen. Niemand minder dan Carlos Fuentes – de originele – zit nietsvermoedend op de eerste rij en na de staande ovatie geniet de ondertussen wereldberoemde Aira van alle vrouwelijke aandacht. ‘In mijn hoedanigheid als schrijver ben ik ongevaarlijk. Wat zou ik graag een duivels figuur zijn, iemand die werelden verwoest’, zo lalt hij op de dansvloer, maar dan moet het avontuur met de exoscoop en de gigantische zijderupsen nog beginnen.
Patti Smith is fan van Aira en als je het Het literatuurcongres leest, begrijp je waarom. De Argentijnse schrijver César Aira (°1949), van wie hier amper iets vertaald is, maar die dus ook in het echte leven al meer dan tachtig titels heeft gepubliceerd, creëert in amper honderd pagina’s een absurde wereld die volstrekt geloofwaardig is en bezigt daarbij een duizelingwekkende taal. Elke zin bevat valse bodems, elke alinea is een filosofische ode aan de fantasie. Een pluim ook voor vertaler Adri Boon, die Aira’s wonderlijke taal ook in het Nederlands doet fonkelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier