De novelle ‘De man die niet meer van katten hield’ is een ideale krabpaal voor je brein

3 / 5
© Getty

Isabelle Aupy, Uitgeverij Oevers

De man die niet meer van katten hield

Oorspronkelijke titel: L'homme qui n'aimait plus les chats, 98 blz, 18,00 euro

3 / 5
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

De Franse debutante Isabelle Aupy speelt kat en muis met de lezer.

Op het eiland krioelt het van katten. Ze zijn overal en nergens thuis. De heilige birmaan staat stipt op de middag op de stoep te bedelen om verse kip, de Britse korthaar vind je meestal in de haven terug waar hij op vissenkoppen aast en de rosse kater is de vaste muizenjager van de schapenstal. Het kan gebeuren dat de parelmoeren siamees weleens de warmte van de kachel opzoekt, maar meestal zwerven ze vrij over het eiland – niemand bezit de katten.

Daarom valt het niet meteen op wanneer de katten van het eiland verdwijnen. Pas na drie dagen krabt een naamloze verteller zich in de haren: waar is die oude cyper die af en toe aan zijn voeteinde sliep? Hij polst eens bij zijn vrienden. De vuurtorenwachter, de pastoor, de Russische dichter in ballingschap, de nieuwe leraar, de dokter – niemand heeft nog een poes gezien. Meteen doen de meest wilde theorieën de ronde: de katten zijn collectief de zee-engte overgestoken, aliens waren op zoek naar proefdieren, een vreemd virus heeft de pluizenbollen geveld. Eén kind beweert dat het ’s nachts mannen in rubberen pakken heeft gezien die met vangstokken de katten in zakken propten. Er lag ook een geheimzinnig schip voor anker dat ’s morgens weer achter de horizon verdween.


Na collectief beraad wordt de leraar naar het vasteland gezonden, op zoek naar de kattenvanger van Hamelen. Na een maand meert hij terug aan, met in zijn kielzog een vrouw van de overheid. Zij neemt de zaak ernstig en zal de bezorgde eilandbewoners dra nieuwe katten bezorgen. En inderdaad, zoals beloofd duiken er agenten op met kooien: wie een kat wil, hoeft zich enkel te registreren. Maar dat gloednieuwe staatsapparaat wekt wantrouwen op. Sommige eilandbewoners – zeker anarchistische dichters – houden niet van de overheid. Wanneer de eerste brave burgers toch overstag gaan, komt de kat op de koord. Wat zijn die indringers van plan?


Soms lijkt de literatuur wel één groot felien complot. Zeker de laatste jaren groeide het aantal boeken met katten in de hoofdrol gestaag. Vooral de Japanse poezenboeken zijn een genre op zich geworden: je kan er onderhand een hele plank mee vullen. Meestal zijn dat brave, mild melancholische novelles, maar de Franse debutante Isabelle Aupy neemt het hier anders aan. Veel kunnen we niet kwijt over het mysterieuze kleinood, maar de motto’s van Ray Bradbury en George Orwell voorspellen al een beetje welke richting Aupy uit wil.


De man die niet meer van katten hield groeide in Frankrijk uit tot een bestseller en ergens is dat begrijpelijk: dit is het soort novelle dat je nog snel mee grist voor een lange treinrit. Met de leuke plotwendingen, de weemoedige passages, kleurrijke personages en net genoeg filosofische overpeinzingen vormt deze korte roman de ideale krabpaal voor je brein.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content