De autobiografie van Matthew ‘Chandler Bing’ Perry: the one with the addiction problem

© CBS via Getty Images
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

55 Vicodins per dag, een geëxplodeerde dikke darm en een chauffeur van de ontwenningskliniek die in de coulissen van de studio staat te wachten: de memoires van Matthew Perry, Chandler Bing uit Friends, lezen meer als Bojack Horseman dan als Californication. We herpubliceren een artikel uit 2022 naar aanleiding van het overlijden van Matthew Perry.

Na Friends: The Reunion (2021), de special waarin de zes acteurs voor het eerst in zeventien jaar weer samen te zien waren, ging er veel aandacht naar één man in het bijzonder. Wat was er met Matthew Perry gebeurd? Zijn blik was dof. Hij articuleerde slordig. Hij sprak over zijn angsten tijdens de opnames destijds, doodsbang dat er niemand met zijn grappen zou lachen. En anders dan Chandler Bing, zijn personage in de reeks, gooide Perry er geen spitse, relativerende kwinkslag achteraan. Er was een somberte over the funny one getrokken.

‘Hallo, ik ben Matthew. Mijn vrienden noemen me Matty. Ik zou eigenlijk dood moeten zijn’, zijn de eerste regels van Matthew Perry’s boek. Dat blijkt niet overdreven.

Wie Perry’s memoires, die begin deze maand verschenen, uit heeft, kijkt anders naar die reünie: het is een mirakel dat Matthew Perry, 53 ondertussen, er überhaupt aanwezig kon zijn. ‘Hallo, ik ben Matthew. Mijn vrienden noemen me Matty. Ik zou eigenlijk dood moeten zijn’, zijn de eerste regels van de proloog van zijn boek.

250 pagina’s verder blijkt dat niet overdreven.

Friends, lovers en het grote verschrikkelijke ding heet het boek van Matthew Perry, maar Friends en lovers spelen maar een bijrol. Het is vooral een ontluisterende, bewonderenswaardig eerlijke biografie van dat grote verschrikkelijke ding: zijn levenslange verslaving aan alcohol en pijnstillers. Dat Matthew Perry al jaren met verslavingen kampte, was geweten. (Hij had geen herinneringen aan seizoenen drie tot zes van Friends, vertelde hij in 2016 in een interview.) Dat die problemen zo’n omvang hadden, was dat niet. Er was de pancreatitis op zijn dertigste. Er was de vijf minuten durende hartstilstand op zijn vijftigste. Vijfenzestig keer probeerde hij af te kicken, zo becijferde hij. Veertien keer werd hij opgenomen in een ontwenningskliniek, 9 miljoen dollar betaalde hij aan zijn behandeling, zesduizend keer ging hij naar de AA.

Het boek, dat hij zelf schreef, zonder hulp van een ghostwriter, begint meteen met het dieptepunt: een geëxplodeerde darm. In 2018, na zeven dagen van helse buikpijn en tien dagen zonder stoelgang, werd hij van het afkickcentrum naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gereden, waar de dokters een geperforeerde dikke darm vaststelden. Daarop volgde een twee weken durende coma en een longontsteking, waarbij hij in leven werd gehouden door een hartlongmachine. Twee procent was zijn overlevingskans volgens de dokters, maar hij haalde het. Het daaropvolgende jaar zou hij nog veertien operaties ondergaan en negen maanden lang een stoma moeten dragen. (Een stoma die, zo vermeldt hij, ‘50 of 60 keer’ scheurde tijdens de nacht, waarna hij ’s morgens wakker werd, ‘badend in mijn eigen stront’. Perry is soms ook té eerlijk.)

Het was de zware prijs die hij betaalde voor drie decennia van verslaving aan alcohol en pijnstillers. Een verslaving waarvan de kiem gelegd werd in zijn jeugd, zo schrijft hij. Met de zelfkennis van iemand die sinds zijn achttiende in therapie is, heeft hij het over de fenobarbital, een barbituraat dat hij als één maand oude baby kreeg om te slapen. Zijn ouders waren John Bennett Perry, een Amerikaans model en acteur, vooral bekend van de reclame van Old Spice, en Suzanne Marie Langford, een Canadese voormalige schoonheidskoningin en latere woordvoerder van de Canadese premier Pierre Trudeau. Ze oogden als een droomkoppel, maar scheidden voor Matthew één was. Geen slechte mensen, maar ook geen goede ouders, zoals blijkt uit de vluchten van Canada, waar hij met zijn moeder woonde, naar Los Angeles, waar zijn vader een carrière probeerde uit te bouwen, met een bordje ‘Alleenreizend kind’ rond zijn nek. Het zadelde Matthew Perry met een drang naar erkenning op, die hij probeerde te vullen met roem en bekendheid maar ook met een gevoeligheid voor kicks en verslavingen. ‘Een giftige combinatie’, noemt hij het. Toen hij veertien was, dronk hij een fles witte wijn in de achtertuin en voelde hij voor de eerste keer een zekere rust over zich neerdalen. Tegen zijn achttiende dronk hij ‘elke dag’.

Toen Chandler Bing zijn geluk had gevonden in Friends – hij was met Monica getrouwd – zat Matthew Perry in een pick-uptruck richting rehab.

Zijn verslaving escaleerde in 1997, toen Perry, twee seizoenen ver in Friends, op de set van de film Fools Rush In een jetskiongeval had. Iemand gaf hem een Vicodin-pil voor de pijn. Achttien maanden later nam hij 55 Vicodins per dag, gecombineerd met een literfles wodka. Later zou daar nog Xanax, methadon, Dilaudid, OxyContin en cocaïne bij komen. Alleen voor heroïne was hij te bang, een angst waar hij zijn leven aan dankt, zo schrijft hij nu.

De verslaving zou Perry’s hele leven overnemen, zoals hij in zijn memoires ook laat zien. Zijn jaren bij Friends bijvoorbeeld, goed voor een twintigtal pagina’s in het boek, beschrijft hij bijna puur in termen van zijn ziekte. ‘Je kan de stadia van mijn verslaving volgen naargelang mijn gewicht doorheen de seizoenen. Weeg ik veel, dan is het alcohol. Zie ik er mager uit, dan zijn het pillen. Heb ik een ringbaard, dan zijn het véél pillen’, schrijft hij. Elders strooit hij met schrijnende achter-de-schermenanekdotes. Bijvoorbeeld: toen Monica met Chandler trouwde in de finale van seizoen 7, ‘het toppunt van mijn piek in Friends, het toppunt van mijn carrière en een iconische scène in de reeks’, stond er personeel van de ontwenningskliniek in de coulissen te wachten. Terwijl Chandler Bing – het personage dat hij naar eigen zeggen niet spéélde, maar wás – zijn geluk had gevonden, zat Matthew Perry in een pick-uptruck richting rehab.

De voorbije weken verscheen de ene na de andere ontboezeming van Matthew Perry op de internationale nieuwssites, stuk voor stuk geplukt uit zijn memoires. Over zijn relatie met Julia Roberts, die begon met een flirt per fax en een paper over kwantumfysica. Over Keanu Reeves, van wie Perry zich afvroeg waarom die wel nog leefde en River Phoenix niet. (Een rare grap.) Over zijn kus met Valerie Bertinelli terwijl haar toenmalige man Eddie Van Halen bewusteloos in de zetel lag. Over Justin Trudeau, de zoon van de baas van zijn moeder en de huidige premier van Canada, met wie hij als kind gevochten heeft. Het is promo die bij het genre hoort, de onthullende celebritybiografie vol seks, drugs en roem, maar Friends, lovers en het grote verschrikkelijke ding is niet dat soort boek. In tv-termen: Hank Moody, de verslaafde, geromantiseerde antiheld van Californication, is ver weg. Friends, lovers en het grote verschrikkelijke ding leest meer als Bojack Horseman, de tragikomische, pijnlijk eerlijke animatiereeks over een voormalige tv-ster die vrede met zichzelf zoekt.

Zeker in de tweede helft van het boek schrijft Perry in een stream of consciousness, over een eindeloze opeenvolging van hervallen, opnames, afkicken en weer hervallen waarbij alle chronologie verloren gaat. (Groundhog Day is niet toevallig zijn favoriete film.) Evenveel als over de projecten die hij van de grond probeerde te krijgen, schrijft hij over de logistieke kant van verslaving, zoals plannen langs hoe veel verschillende dokters je moet passeren om genoeg pillen te scoren om de dag door te komen. Zijn leven is geen rise, fall and redemption, lijkt hij te willen zeggen, simpelweg omdat verslaving zich niet in zo’n verhaal laat gieten. Het is een warrige, continue strijd met een ziekte die niet weggaat. Vandaag is hij achttien maanden clean, iets waar hij voorzichtig hoopvol over is, maar wat nog niet meteen als een happy end voelt. Nog altijd heeft hij auditieve hallucinaties. Nog altijd moet hij Suboxone nemen om zijn afhankelijkheid van opioïden te onderdrukken. ‘Dit is het leven van iemand die gezegend is met het grote verschrikkelijke ding’, schrijft Perry. En: ‘Eén ding heb ik goed gedaan: ik heb de strijd nooit opgegeven.’

De vele vrouwen vormen een eindeloze reeks naamloze, perfecte godinnen, die hij dumpt voor ze kunnen ontdekken dat Matthew Perry niet Chandler Bing is.

Ondertussen spaart Perry zichzelf niet. Bij momenten zijn zijn memoires ongemakkelijk om te lezen – en niet alleen wanneer hij het heeft over erectieproblemen, scheurende stoma’s, uitvallende voortanden en ‘de darmen van een negentigjarige man’. De vele vrouwen die hij beschrijft, zijn een eindeloze reeks naamloze godinnen, allemaal beeldschoon, intelligent, goedhartig en perfect, die hij dumpt voor ze kunnen ontdekken dat Matthew Perry niet Chandler Bing is. Eén pagina lang schrijft hij de vaste speech neer die hij aan het begin van elke date afstak over hoe hij ‘emotioneel niet klaar was voor alles behalve seks’. De vele herhalingen van hoeveel miljoenen zijn huizen kosten, hoe hij de Engelse taal veranderde met zijn intonatie van ‘Could you be any more (voeg adjectief toe)?’ en hoe hij met Friends en The Whole Nine Yards op nummer één stond op tv én in de cinema, doen vermoeden dat zijn drang naar erkenning nog altijd sterker dan hemzelf is.

Maar: hij lijkt dat ook te beseffen. Matthew Perry doet weinig moeite om sympathiek over te komen. Hij lijkt vooral eerlijk te willen zijn. In de hoop dat andere mensen die met verslaving kampen iets aan zijn eerlijke verhaal hebben. Niet toevallig hoopt hij dat het boek in de categorie ‘zelfhulp’ van de boekhandel belandt en niet bij ‘celebritybiografieën’.

In de allerlaatste scène van Friends, op de tonen van Embryonic Journey van Jefferson Airplane, trekken de zes vrienden voor het laatst de deur van het lege appartement achter zich dicht. ‘Drinken we nog een koffie?’ vraagt Rachel. ‘Zeker’, antwoordt Chandler, terwijl hij de koets met zijn tweeling voortduwt. ‘Waar?’

Die allerlaatste grap kwam er op zijn vraag, vertelt Matthew Perry in zijn boek. Maar terwijl de rest van de cast begon te wenen nadat er ‘That’s a wrap!’ werd geroepen, voelde hij niets. ‘Ik kon niet zeggen of dat door de opioïde buprenorfine kwam die ik aan het nemen was, of dat ik gewoon dood vanbinnen was in het algemeen.’

Niet alleen Friends: The Reunion ziet er anders uit als je klaar bent met Friends, lovers en het grote verschrikkelijke ding: ook de reeks zelf krijgt plots een trieste ondertoon.

Friends, lovers en het grote verschrikkelijke ding Nu uit bij Luitingh-Sijthoff.

Matthew Perry

1969 Wordt geboren in Williamstown, Massachusetts. Groeit op in het Canadese Ottawa.

1987 Begint als achttienjarige te acteren in de tv-serie Second Change. Maakt een jaar later zijn filmdebuut in A Night in the Life of Jimmy Reardon, aan de zijde van River Phoenix.

1994 Speelt Chandler Bing in de sitcom Friends, dat tien seizoenen loopt. Verdient vanaf 2002 één miljoen dollar per aflevering, net zoals de rest van de cast.

1997 Wordt opgenomen in een afkickkliniek voor een Vicodinverslaving.

2000 Speelt mee in The Whole Nine Yards, zijn grootste filmsucces, aan de zijde van Bruce Willis.

2001 Wordt opnieuw opgenomen, nu ook voor methadon, amfetamines en alcohol. Wordt in totaal veertien keer opgenomen in ontwenningsklinieken, goed voor een factuur van 9 miljoen dollar.

2002 Laat zich van een ernstige kant zien in het vierde en vijfde seizoen van The West Wing, goed voor twee Emmynominaties. Heeft daarnaast kleine rollen in onder meer Ally McBeal.

2006 Speelt mee in Aaron Sorkins Studio 60 on the Sunset Strip, dat na één seizoen wordt afgevoerd.

2011 Maakt en speelt de hoofdrol in Mr. Sunshine, een sitcom die na één seizoen wordt afgevoerd.

2016 Maakt zijn debuut als toneelschrijver in The End of Longing, waarin hij ‘een uitvergrote versie’ van zichzelf speelt.

2018 Wordt in het ziekenhuis opgenomen met een darmperforatie.

2022 Publiceert zijn memoires Friends, lovers en het grote verschrikkelijke ding.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content