Dankzij Jonathan Coe’s literaire spielerei krijg je met ‘Het Bewijs van Mijn Onschuld’ waar voor je geld
Jonathan Coe, De Bezige Bij
Het Bewijs van Mijn Onschuld
Oorspronkelijke titel: The Proof of My Innocence, 446 blz, 27,00 euro
Jonathan Coe verpakt een politiek pamflet in een literair spiegelpaleis. Oftewel: Cluedo voor de meerwaardezoeker.
Phyl verveelt zich. Na haar studies in Newcastle is ze weer bij haar ouders ingetrokken. Overdag werkt ze in een sushiketen, ’s avonds herbekijkt ze afleveringen van Friends. Acht uur lang tonijn snijden en dan ontspannen met de fratsen van Joey en Chandler, meer behelst haar leven niet. Stiekem heeft ze schrijfambities. Ze dwaalt wel eens rond in de bibliotheek van haar vader, maar al die kasten vol vergeten auteurs verlammen haar: wie zit er in deze ongeletterde tijden nog op een bóék te wachten?
Maar dan komt Christopher logeren, een vriend van haar ouders. Christopher is een blogger die al jaren kritiek spuit op de conservatieven. Volgens de tory’s is hij een complotdenker, volgens zijn linkse aanhangers een klokkenluider die de verborgen agenda’s van extreemrechts blootlegt. Binnenkort woont hij een conservatieve conferentie bij – met de Brexit voltooid en Liz Truss als premier zijn de Tories ervan overtuigd dat hun neoliberale plannen moeiteloos uitgerold kunnen worden. Alleen beschikt Christopher over een geheim document waarmee hij ze een hak kan zetten.
Centrale zin: De inspecteur pikte haar verdachte er al snel uit, daar in de menigte op station Paddington, ook al was het een drukke dinsdagochtend en zag de hal zwart van de reizigers.
Maar zo ver komt het niet. Op de conferentie, die plaatsvindt op een oer-Engels landgoed, wordt Christopher vermoord. Dat is meteen de aanzet voor Phyls boek: een true-crimeverhaal waarin ze de dood van de betreurde blogger uitspit. In haar speurtocht botst ze op oude familiegeheimen, kwalijke koloniale geschiedenissen, mysterieuze manuscripten en Amerikaanse lobbygroepen die nergens voor terugdeinzen. Christopher had veel vijanden, maar wie o wie gaf hem de finale dolkstoot?
Heeft de Engelse succesauteur Jonathan Coe een thriller geschreven? Ja en nee. Coe gebruikt het uitgewoonde genre van de misdaadroman als een vehikel om het te hebben over – even diep ademhalen – de erfenis van Thatcher, Brexit, covid, feminisme, woke, de teloorgang van de literatuur, massamedia, de verpaupering van de Britse burger, de funeste invloed van het neoliberalisme op de openbare dienstverlening, seksualiteit in genderfluïde tijden, de kracht van kunst, ecologie, Friends, nostalgie als verdienmodel en de opmars van het populisme.
Het bewijs van mijn onschuld zit stampvol thema’s en Coe verpakt zijn verhaal ook nog eens in een postmoderne constructie: zijn thriller is een roman in een roman in een manuscript van een roman van een dubbelganger. In minder getalenteerde handen zou dit kluwen aan onderwerpen en genres in een clowneske warboel eindigen, maar Coe beschikt over voldoende metier om alle balletjes netjes in de lucht te houden. Het kon allemaal wat strakker – niet iedereen loopt wild van de ontstaansgeschiedenis van het Brits-Amerikaanse conservatisme – maar anderzijds krijg je dankzij Coe’s literaire spielerei wel waar voor je geld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier