Boekverfilmingen: is het boek altijd beter dan de film?

‘Fear and Loathing in Las Vegas’, een van de succesvollere boekverfilmingen

‘Het boek is beter.’ Geef toe, jij hebt het ook al eens geconcludeerd bij de aftiteling. Maar wat maakt boekverfilmingen zo moeilijk?

Boeken verfilmen is geen eenvoudig proces. Je hebt vast al eens geklaagd in de cinemazaal of bij het dichtklappen van een boek gezucht dat dit toch echt wel onverfilmbaar is. (Ja, Cloud Atlas, het gaat over jou.) En toch kopen productiemaatschappijen massaal boekenrechten op en worden er filmversies van Ulysses, The Sandman en Catch-22 gemaakt. Met wisselend succes, dus is de vraag: waarom is een boek verfilmen zo moeilijk?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Eenvoudig gezegd: het zijn twee verschillende media’, vertelt Rik D’hiet, scenarist en hoofd van de schrijfopleiding aan het Ritcs. ‘Het is een boutade dat het makkelijker is om literatuur met een kleine “l” dan die met een grote “L” te adapteren. Dat impliceert een visie op literatuur waar ik me niet helemaal in vind. Maar tot op zekere hoogte klopt het wel. Een boek dat het moet hebben van taal en de innerlijke monoloog, intieme gedachten en emoties van personages is moeilijker te verfilmen dan een boek dat gedreven wordt door plot.’

Het is een kwestie van keuzes maken

Een verhaal verhuizen van Londen naar LA, of van de zeventiende naar de 21e eeuw, een voetbalploeg aan nevenpersonages inkrimpen tot één rol, hele nevenplots schrappen: de ingrepen gaan van banaal tot radicaal. ‘Romans beslaan soms een groot tijdsbestek en handelingsverloop, en gebeurtenissen hebben vaak een soort inleiding en nabespreking nodig om geloofwaardig te zijn. Ook de beleving is anders: je kunt een boek lezen, wegleggen, terug opnemen en zelfs herlezen, en je eigen verbeelding vult in wat niet expliciet door de auteur is aangegeven. Bij een film ga je zitten en in twee uur maak je een hele reis met de personages. Het verhaal moet een stuk compacter zijn, zelfs voor een tv-serie.’ Dat is waarom Tolkien-fans morden toen hele happen van het boek de film niet haalden en Jane Austen-lezers zuchtten dat Keira Knightley te mooi was om de fantastisch gevatte maar niet bloedschone Elizabeth Bennet te spelen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een scenarist moet veel achting hebben voor de originele tekst, stelt D’hiet, maar ook het zelfvertrouwen om drastische veranderingen te maken. ‘Lezers houden vast aan wat ze mooi vinden, wat het als scenarist moeilijk maakt om hen te bedienen. Je moet zoeken waar de kracht van het boek zit en die vertalen naar een audiovisueel medium en een zo breed mogelijk publiek.’ Soms gebeurt dat zo goed dat de kritiek van de lezers stilvalt. De tv-versie van The Handmaid’s Tale wijkt grondig af van Margaret Atwoods boek – en dat is nog zacht uitgedrukt – maar miljoenen kijkers smullen van elke aflevering.

en de ziel van het boek proberen te vangen

Lezers zijn niet onredelijk, ze weten dat het een tour de force is om de millennia uit elkaar liggende delen van Cloud Atlas in beeld te brengen. Maar zelfs als scenaristen goede keuzes maken op het vlak van plot en structuur, blijft ‘het boek was beter’ een veel gehoord verwijt. Niet vreemd, denkt filmmaker Terry Gilliam (Monty Python). ‘Goede boeken zijn moeilijk te verfilmen, want het gaat om de woorden’, vertelde hij in 2023 aan The Washington Post. Soms zit de genialiteit van een boek niet in de plot of de personages, maar in de speelsheid, de poëzie of de schoonheid van de woorden. ‘En de taal gaat over de guts of the idea, over de lagen onder de oppervlakte’, stelt Gilliam. ‘Plot is een deel van het proces, maar nooit de centrale kwaliteit. Echt goede boeken verfilmen leidt daarom vaak niet tot echt goede films, omdat ze het punt missen.’ Bij een adaptatie moet je de ziel van het boek vangen, iets wat hij zelf probeerde met Fear and Loathing in Las Vegas. ‘Geen boek over twee mannen tijdens een wild weekend in Vegas, maar over hoe het is om de verschillende niveaus van de hel te doorstaan.’ Gilliam besloot het gebrek aan plot in het boek op te vangen door zich te laten inspireren door Dantes Inferno en koos ook voor een voice-over. ‘De enige manier om in het hoofd van hoofdpersonage Duke te raken. Bovendien zijn Hunter S. Thompsons woorden briljant.’

‘Echt goede boeken leiden vaak niet tot echt goede films.’

Filmmaker Terry Gilliam (Monty Python)

De ziel van een boek vangen loopt weleens mis. Toen Philip Kaufman en scenarist Jean-Claude Carrière in 1988 De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Kundera verfilmden, waren de meningen verdeeld. Kundera’s verhalen zijn filosofisch, politiek en psychoanalytisch, en in dit boek spoken zowel Nietzsche als het communistische regime op elke bladzijde. Dat was in de Amerikaanse film vol weliswaar steengoede acteurs niet het geval. Terwijl Kundera probeerde om de complexe menselijke seksualiteit te analyseren tegen de achtergrond van een moeilijke politieke situatie, draaide de film volgens heel wat critici uit op een soort fantasie over casanova Tomas, zijn wellustige minnares Sabina en zijn pure vrouw Tereza. Veel scènes met mooie mensen die seks hebben, iets minder ziel. Oscarnominatie of niet, Kundera schrok zo van het resultaat dat hij nooit nog instemde met een verfilming van zijn werk.

Misschien is Apocalypse Now een voorbeeld van hoe het wel kan, vindt D’hiet. ‘Heart of Darkness van Conrad verscheen in 1899 en gaat over de kolonisatie van Congo. Coppola plukte deze novelle met veel zelfvertrouwen uit de literaire canon en transporteerde het verhaal naar Vietnam, een eeuw later. Hij deed er zijn eigen ding mee, maar behield de essentie van het boek. Dat is voor mij een excellente verfilming.’ Minder cinefiel, maar ook geslaagd qua ziel vangen, is Clueless, een niet helemaal historische correcte verfilming van Jane Austens Emma. ‘Stel dat je een boek van pakweg Charles Dickens gaat verfilmen,’ zegt D’hiet, ‘dan moet je je afvragen wat hij vandaag zou doen.’

Geen blik of frons kan de complexiteit van onze psychologie helemaal vatten

Misschien maakt de menselijke natuur het verfilmen van boeken wel ingewikkeld, stelt professor Engelse literatuur John Mullan in een artikel in The Guardian over de verfilmingen van Ian McEwans boeken. De Britse auteur schrijft slowmotioncatastrofes over doodgewone mensen, stelt Mullan. Verleidelijk om naar het witte doek te vertalen, maar McEwan bedenkt meer dan meeslepende plots. ‘We ervaren dingen pas ten volle als we ze voor onszelf in een verhaal gieten en hij maakt het narratieve zelfbewustzijn van zijn personages tastbaar.’ Hoe spannend de plot aan de oppervlakte van McEwans boeken ook is, zijn werk is meeslepend omdat hij de vreemde manieren vangt waarop we ons eigen verhaal spinnen. Zijn troeven zijn de breinen van zijn overactieve, overdenkende personages. ‘En hoe verfilm je dat?’ vraagt Mullan zich af.

Auteurs zijn niet altijd tevredne over hun eigen boekverfilmingen, zoals Milan Kundera over deze ‘The Unbearable Lightness of Being’

‘Psychologisch en emotioneel realisme zijn belangrijk in de meeste audiovisuele media’, vertelt D’hiet. ‘Het vraagt daarom veel zorg om het innerlijke leven van personages te vertalen naar handelingen, beelden en geluiden. Een personage kan zijn gevoelens analyseren, je kunt het in een dialoog weergeven, uitzonderlijk gebruikt men een voice-over en uiteraard reken je als scenarist op de acteur.’ Locatie, sfeerzetting, kostuums, decors, muziek, licht, montage: alles wordt in de strijd gegooid om de kijkers te helpen de gevoelens en gedachten van het personage in te schatten. ‘Eenzelfde dialoog in een zonnig berglandschap zegt iets anders in een donkere, vochtige grot’, vertelt D’hiet.

Misschien is dat wel een sleutel tot het ‘het boek is beter’-probleem. Een goede auteur beschrijft tegenstrijdige emoties, genuanceerde gedachten, onverwachte opwellingen en vreemde kronkels. Als lezer weet je ook hoe de personages die kaderen, hoe die in hun zelfbeeld en verhaal passen en hoe ze evolueren. Als kijker blijft het toch een beetje bij inschatten en zelf invullen wat er vermoedelijk speelt. Geen blik, handgebaar of frons kan de complexiteit van onze psychologie helemaal vatten. Een van de boeiendste dingen aan lezen is wanneer een personage dat compleet anders reageert, voelt of denkt dan jij. Bij een beeld van zelfs de beste acteur ter wereld zal je invulling misschien eerder in de buurt blijven van wat jij zelf zou denken en voelen.

Van Instagramstory’stot glas-in-loodramen

Maar beeld en geluid hebben hun eigen kracht. Als een auteur een plaats delict, een bergketen bij zonsondergang of de landing in Normandië schetst, vraagt dat tonnen adjectieven en metaforen, en dan nog moet de verbeelding van de lezer veel van het zware werk doen. Maar als de Italiaanse Alpen in De acht bergen het scherm vullen, als de douchende dame in Psycho schreeuwt of als Spielberg zijn camera tussen de soldaten laat slingeren in Saving Private Ryan, dan weet je als kijker vanaf de eerste seconde waar je bent en wat er aan de hand is.

‘Milan Kundera schrok zo van de filmversie van De ondraaglijke lichtheid van het bestaan dat hij nooit nog instemde met een verfilming van zijn werk.’

We zijn een verhalen vertellende soort en bedachten eindeloze manieren om dat te doen, van romans tot glas-in-loodramen en van cinefiele meesterwerken tot Instagramstory’s. Elk medium heeft zijn eigen troeven, en het komt erop aan die aan te boren. Een afsluitende, zeer korte case study: Normal People. In het boek van Sally Rooney ontdek je de hobbelige geschiedenis en volg je de rare emotionele kronkels van twee geliefden, Marianne en Connell. Je zit als lezer misschien anders in elkaar, maar begrijpt waarom hun knipperlichtrelatie zo lastig is. De verfilming schrapt een aantal verhaallijnen en personages en verliest de emotionele diepte een beetje, maar de elektriciteit én stunteligheid tussen Marianne en Connell worden vaak beter gevangen dan op papier, dankzij de acteurs en de rake beelden.

‘Als je een boek adapteert voor film of tv, dan maak je van een beeldhouwwerk in steen geen beeldhouwwerk in metaal’, stelt D’hiet. ‘Je maakt een schilderij. Het zijn twee totaal verschillende kunstwerken. Ze kunnen allebei emotionele diepgang hebben, maar op een andere manier. Misschien is het antwoord op de vraag of het boek altijd beter is dan de film: nee, het is gewoon anders.’

Welke boeken zijn beter dan de film, en omgekeerd? Check hier de tips van de redactie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content