Auteur Terry Hayes: ‘Mocht ik een terreurgroep zijn, ik stuurde twee besmette martelaren naar de Super Bowl’
Als u van bestseller Ik ben Pelgrim hebt genoten, is er goed nieuws: auteur Terry Hayes heeft na ruim tien jaar éíndelijk een opvolger klaar. En Het jaar van de Sprinkhaan is opnieuw een nagelbijter.
Ik ben Pelgrim (2013) was een fenomeen. In die vuistdikke thriller gaat een geheim agent de strijd aan met de Saraceen, een ongrijpbare terrorist die het gemunt heeft op de VS. Klinkt doorsnee maar Australiër Terry Hayes, die in een ver verleden onder meer meeschreef aan de tweede en derde Mad Max-film, serveerde een complex en razend spannend thrillerdebuut dat menige lezer slapeloze nachten bezorgde. Ik ben Pelgrim groeide uit tot een bestseller. In de Lage Landen alleen al gingen 500.000 exemplaren over de toonbank. Amper een maand na publicatie kocht MGM de filmrechten op en al snel begonnen fans wereldwijd te smeken om meer.
Maar het bleef lang stil, heel lang. Tot eind vorig jaar dan eindelijk Het jaar van de Sprinkhaan verscheen, opnieuw een kloeke nagelbijter van een boek. Deze keer draait het om CIA-spion Kane die in de Verboden Gebieden wordt gedropt, het barre niemandsland tussen Iran en Pakistan waar de Conventie van Genève slechts een vodje papier is. Reden van Kanes infiltratie: de doodgewaande moslimterrorist Al Tundra opsporen. Wat volgt, is een achtbaan van achtervolgingen en maskerades en moordpartijen waarbij zelfs Jason Bourne naar adem zou happen. Hayes houdt het tempo hoog, regisseert de doorwrochte plot meesterlijk en overdondert je met zijn kennis van de geopolitieke problematiek, meteen de reden waarom Het jaar van de Sprinkhaan zo lang op zich liet wachten.
Terry Hayes: Weet je, ik ben een feitenvreter, zo’n jolige oom die aan de feestdis altijd komt aandraven met wist-je-datjes. Dat is een restant van mijn vroegere carrière als onderzoeksjournalist. Je wilt alles tot het kleinste detail uitspitten, alles moet juist zijn. En in weerwil van wat polariserende politici beweren: de wereld is een complexe constructie. Het vergt tijd om grondig onderzoek te doen. Ja, het ware makkelijk geweest om er net als Dean Koontz elk jaar een thriller uit te rammen, en ongetwijfeld zou mijn uitgever blij geweest zijn als die tweede thriller er sneller was gekomen, maar hey, het is míjn boek, mijn project. Ik ben het aan mezelf verplicht om te zorgen dat mijn verhaal van naaldje tot draadje klopt.
Nochtans wordt een mens niet verondersteld te weten hoe geheime diensten functioneren.
Hayes: Een van de stelregels van de CIA luidt: confirm nor deny. Dat schept veel vrijheid voor een auteur. In principe zou ik alles kunnen verzinnen – de CIA zal me nooit publiekelijk aanvallen – maar het internet wemelt van blogs, ook van ex-agenten die graag een boekje opendoen over hun verleden. Als ik wil weten hoe het regime in Iran landverraders executeert, dan kan ik dat opzoeken, tot in de gruwelijkste details. Mijn nieuwsgierigheid brengt me op donkere digitale plekken maar levert ook leuke weetjes op. Wist je bijvoorbeeld dat ze in Rusland mammoeten opgraven om de ivoorhandel draaiende te houden? Dat soort details geeft kleur aan je boeken.
In beide romans focus je op biologische oorlogsvoering. En wij maar denken dat de nucleaire dreiging opnieuw onze grootste zorg is.
Hayes: Ondanks zijn gebral denk ik niet dat Poetin op de knop zal drukken. Ook het gevaar van vuile bommen wordt overschat. Het vergt te veel kennis om er eentje in elkaar te knutselen en nucleaire grondstoffen zijn schaars. Maar een virus, een resistente vorm van pokken bijvoorbeeld, kun je in een simpel lab kweken. Daarvoor hoef je geen genie te zijn. Een biomedische opleiding is ruimschoots voldoende.
We hebben ook een verkeerd beeld van terroristen. Dat zijn niet allemaal bebaarde tulbanddragers die in Afghaanse grotten de Koran reciteren, daar zitten ook artsen tussen, hoogopgeleide mensen die hun redenen hebben om het Westen te haten. Ik hou nu al mijn hart vast voor de nasleep van de oorlog in Gaza. Uit de as daarvan zal een volledig leger aan wrokkige slachtoffers verrijzen, en daar zullen zeer intelligente mensen tussen zitten.
Dus mocht ik een terreurgroep zijn, ik stuurde twee besmette martelaren richting de Super Bowl. In een mum van tijd roei je een volledige bevolkingsgroep uit, zoals corona jammerlijk genoeg heeft bewezen.
Hoe zit het trouwens met de verfilming van Ik ben Pelgrim?
Hayes: (slaakt een diepe zucht) De rechten liggen nu bij MGM. Oorspronkelijk ging James Gray zijn schouders onder het project zetten, maar… Heb je zijn Ad Adstra gezien? Wat vond je daarvan?
Hm, ambitieus?
Hayes: ‘Pretentieus’ zou je ook kunnen zeggen. Of in de woorden van de studio: een dikke flop. Gray zit nu even op de strafbank. Ondertussen heb ik contact met Matthew Vaughn. Hij lijkt me geschikter om een spionagethriller te regisseren. En onlangs kreeg ik telefoon van een beroemde acteur die wild is van Ik ben Pelgrim en dolgraag de Saraceen wil spelen.
Laat me raden: Idris Elba.
Hayes: (lacht) Goeie gok! Maar, zoals de CIA zou zeggen: I can confirm nor deny.
Terry Hayes
Op 16.01 wordt hij geïnterviewd in de Minard Schouwburg, Gent. Tickets via Boekhandel Walry of minard.be
Het jaar van de Sprinkhaan
Uit bij A.W. Bruna.
Terry Hayes
Geboren op 8 oktober 1951 in het Engelse Sussex, verhuist op zijn vijfde naar Australië.
Begint zijn carrière als journalist, werkt als VS-correspondent voor The Sydney Morning Herald.
Scenarist of coscenarist van Mad Max 2 (1981) en Mad Max Beyond Thunderdome (1985), Dead Calm (1989), Payback (1999), Vertical Limit (2000) en From Hell (2001).
Debuteert in 2013 als thrillerauteur met Ik ben Pelgrim, onlangs pas gevolgd door Het jaar van de Sprinkhaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier