Auteur Michel Faber: ‘Welke artieste heeft de meeste albums verkocht? Nee, niet Madonna of Beyoncé’
U kent hem van de succesvolle turf Lelieblank, scharlakenrood. U zag Scarlett Johansson mannen verslinden in de verfilming van zijn debuut Under the Skin. Michel Faber komt u in Antwerpen onderhouden over die vermaledijde goede smaak, niet in literatuur maar in muziek.
‘Het snerpende geluid van een remmende trein. Zo klinkt het. Altijd.’
Het lot kan wreed zijn. Net als enkele van zijn muzikale helden kampt bestsellerauteur Michel Faber al een jaar of zes met tinnitus. Niet dat hij erover klaagt: ‘Het is geen ramp. Ik heb nog al mijn ledematen, mijn brein is nog redelijk kwiek en op mijn gehoor na, werken al mijn zintuigen prima. Op luwe dagen klinkt de piep als een stiller intermezzo van Einstürzende Neubauten of een album van Mika Vainio, en het hindert me amper als ik naar muziek luister.’
Faber, geboren in Den Haag maar al op prille leeftijd versast naar Australië en later naar Schotland, heeft voor het eerst een non-fictieboek gepubliceerd. In de essaybundel Listen legde hij zijn liefde voor muziek vast en onderzoekt hij die kunstvorm in de breedst mogelijke zin. Wat is muziek? Waartoe dient al dat kunstig lawaai? Hoe komt het dat sommige songs oorwurmen worden en ander melodietjes in de vergetelheid raken? Mogen we nog naar R. Kelly luisteren? Mag een witte band een zwart folknummer coveren? Waarom zetten we klassieke muziek op een piëdestal?
En hij breekt een lans voor Herman van Veen: ‘Er bestaat geen Brits equivalent voor zijn kleinkunst en ik doe mijn best om mijn vrienden te overtuigen van zijn talent. Vooralsnog tevergeefs.’
Zo voegt hij een nieuw genre toe aan zijn ondertussen rijkgevulde oeuvre. Faber werd wereldberoemd met zijn historische bestseller Lelieblank, scharlakenrood (2002), zijn sciencefictionroman Under the Skin (2000) werd in 2013 door Jonathan Glazer verfilmd en hij heeft een rist verhalenbundels en een jeugdboek op zijn naam staan. Listen is niet alleen non-fictie, het is misschien ook zijn intiemste boek. Tussen de essayistische muziekbespiegelingen door vertelt hij openhartig over zijn eenzame jeugd in Australië en rakelt hij herinneringen op aan zijn overleden vrouw Eva, zonder in tranentrekkende nostalgie te vervallen.
Ik doe mijn best om mijn vrienden te overtuigen van het talent van Herman van Veen. Vooralsnog tevergeefs.
Listen is geen boek waarin de auteur vooral zijn eigen platenkast roemt en straffe verhalen opdist over die keer dat hij – want het zijn meestal mannen die over muziek schrijven – backstage met Lou Reed of David Bowie zat te keuvelen. En, opvallend in het genre, Listen bevat ook geen enkel lijstje, want daar heeft Faber een gloeiende hekel aan.
Michel Faber: Net dat wil ik bestrijden met Listen: zelfverklaarde poortwachters van Rolling Stone of NME die je komen vertellen welke bands je moet beluisteren. Muziekboeken zijn vaak odes aan hun eigen goede smaak. In Listen wil ik vooral onze innige band met muziek onderzoeken, ongeacht hoe ‘cool’ die muziek is. Natuurlijk zou ik alle Knack Focus-lezers willen aanmoedigen om Coil of Harmonia (legendarische experimentele bands, nvdr.) te beluisteren, maar mij maakt het niks uit als je liever albums van Dwight Yoakam (vooral in de VS een grote countryster, nvdr.) koopt.
Die lijstjes zijn niet alleen snobistisch, het spectrum wordt ook vaak vernauwd tot westerse muziek. In de top tien van beste albums aller tijden komen zelden mensen van kleur voor. What’s Going On van Marvin Gaye is de klassieke uitzondering daarop maar bovenaan vind je steevast enkele albums van The Beatles en Pet Sounds van The Beach Boys. Dat is ronduit problematisch. Alsof er in de rest van de wereld geen topplaten werden gemaakt.
Soms kloppen die lijsten ook niet. Welke vrouwelijke artiest heeft de meeste albums verkocht? Niet Madonna of Beyoncé of Taylor Swift, maar Nana Mouskouri. Haar teller staat op 350 miljoen, een duizelingwekkend aantal, maar Mouskouri is simpelweg niet cool genoeg. Kijk maar eens in de platenkast van je ouders: deze Griekse zangeres zal er zeker tussen zitten.
Je hebt die lijsten ook voorgelegd aan een aantal mensen van kleur, mensen die niet opgegroeid zijn in de westerse invloedssfeer. Wat heb je uit hun reacties geleerd?
Faber: De meesten waren best vergevingsgezind tegenover de witte dominantie in die lijsten. Het zijn natuurlijk mensen uit mijn kennissenkring, dus konden ook zij mee debatteren over welk Beatles-album beter is. Tegelijk kwamen ze ook aanzetten met albums waar ik nog nooit van gehoord had – zeer verrijkend. Toch reageerden ze best gepikeerd wanneer ze hoorden dat Sloop John B, een nummer van Pet Sounds, eigenlijk een cover is van een traditional uit de Bahama’s. The Beach Boys hebben fortuinen verdiend met hun eclectische surfmuziek, zou het dan niet fair zijn mocht een deel van de auteursrechten terugvloeien naar de Caraïbische gemeenschap?
Daar raak je een heikel punt aan: mogen witte artiesten zich laten inspireren door zwarte muziek?
Faber: Van mij wel, en ook mijn gekleurde vrienden hebben er weinig problemen mee. Zo kun je zeker bedenkingen maken bij The Rolling Stones. Op hun album Exile on Main St. hebben ze zich de blues eigen gemaakt, een genre dat ontstaan is uit het leed van de straatarme zwarte gemeenschap, maar Exile werd gecomponeerd in een villa in Zuid-Frankrijk terwijl ze op de vlucht waren voor de Britse belastingdienst. Hoe geloofwaardig klinkt hun blues dan? Tegelijk zijn Mick Jagger en Keith Richards de eersten om dat erfgoed te erkennen, en vooral dat valt goed bij mijn gekleurde vrienden: respect betuigen aan de roots van je kunst. Gewoon leentjebuur spelen en daarna doen alsof je al die riedels zelf hebt bedacht, is verfoeilijk.
Ook vrouwen komen er in de muziekgeschiedenis redelijk bekaaid af. Je probeert dat in Listen recht te zetten maar dat blijkt niet eenvoudig.
Faber: Ik haalde al Nana Mouskouri aan: het zijn mannen die bepalen welke vrouwen sexy en cool genoeg zijn om hun inkt waard te zijn. Die machistische blik omzeilen is inderdaad niet makkelijk. Op Wikipedia is negentig procent van de lemma’s door mannen geschreven. Wikipedia probeert dat op te lossen, maar de vrouwelijke stem wordt gesmoord door de overdaad aan mannelijk gekakel. Zo raken vrouwelijke artiesten ondergesneeuwd. Je vindt ellenlange pagina’s over Limp Bizkit, terwijl Margie Adam, een muziekpionier die opkwam voor vrouwenrechten, het moet stellen met een halve bladzijde. Dat is geen kwade wil: mannen zijn nu eenmaal geïnteresseerd in mannelijke muziek én ze zijn blijkbaar bereid om Wikipedia te vullen met allerlei data en weetjes – wellicht hebben vrouwen wel betere dingen te doen dan hun nachten te vullen met discussies over het druggebruik van Mötley Crüe.
Nu we ons toch in hogere rocksferen bevinden: wat is jouw probleem met Deep Purple?
Faber: Haha, toegegeven, dat is een beetje een grappige rode draad in Listen. In mijn jeugd was ik wild van Deep Purple, simpelweg omdat er geen andere rockmuziek voorhanden was. Later heb ik mijn smaakpalet uitgebreid met bands die veel beter zijn. Ik ben hen dankbaar, hoor, en Come Taste the Band vind ik nog steeds een geslaagd album, maar ik gebruik hen ook als metafoor om iets te vertellen over nostalgie in de muziek en de vergankelijkheid van glorie. Eventjes was hun gitarist Tommy Bolin een wereldster, om dan te bezwijken onder de roem. Dat soort tragiek boeit me als schrijver. Ook de teloorgang van de band, de vele personeelswissels, het feit dat zanger Ian Gillan die hoge noten niet meer haalt maar toch nog stadions kan vullen: allemaal interessant om over na te denken.
Er is een overdaad aan mannelijk gekakel. Vrouwen hebben wellicht betere dingen te doen dan nachtenlange discussies over het druggebruik van Mötley Crüe.
Jij hebt inderdaad geen last van nostalgie, een gevoel dat mij soms wel in de weg staat. Ondanks de stortvloed aan hedendaagse muziek zal ik eerder nieuwe persingen van bands uit mijn jeugd kopen. Als ik moet kiezen tussen Billie Eilish of Nirvana, koop ik geheid opnieuw In Utero in de luxe-editie.
Faber: Hersenspecialisten kunnen dit gevoel ongetwijfeld beter verklaren, maar ik merk dat de muziek die we tijdens onze tienerjaren horen diep in ons brein verankerd zit. Zelf ken ik die hang naar het verleden niet. Ook als ik vertel over mijn deplorabele jeugd zul je me niet betrappen op veel emotie. Sommige jaren zijn volledig uit mijn geheugen gewist, en daarmee ook de muziek van toen. Terwijl ik nu je vragen beantwoord, luister ik naar muziek die ik nog nooit eerder gehoord heb. Mijn nieuwsgierigheid drijft me naar nieuwe genres en invalshoeken. Ik heb er ook geen probleem mee om oude albums die ik ooit goed vond naar de kringloopwinkel te brengen. Ik ken die platen door en door en wanneer ze mij niet meer verrassen, verdwijnen ze genadeloos uit mijn collectie.
Opvallend in Listen: je mildheid tegenover elk muziekgenre. Maar voor klassieke muziek heb je geen goed woord veil. Je noemt het genre bijna racistisch.
Faber: Geen enkel muziekgenre kent zoveel snobisme als klassieke muziek. Mijn vileine woorden komen misschien ook voort uit mijn onvermogen om van klassiek te genieten. Ondanks mijn inspanningen – ik heb jaren naar een klassieke zender geluisterd om mijn weerzin te overwinnen – raakt die muziek me zelden.
Het is bij uitstek witte muziek, gemaakt om de elite te plezieren, en bijna per definitie reactionair: in die kringen wordt zeer neerbuigend gesproken over vernieuwing. Neen, hun componisten moeten dood zijn en er is geen plek voor improvisatie of verbetering of nieuwe stemmen. Ik gruwel van dergelijke starheid en ik snap de idolatrie niet: klassieke orkesten zijn in essentie coverbands die avond na avond dezelfde uitgeleefde partituren naspelen.
Nog een heilig huisje dat eraan moet geloven: de audiofiele obsessie met vinyl.
Faber: Eigenlijk is dat hoofdstuk overbodig. Of het zou dat toch moeten zijn, want die bewieroking van vinyl slaat nergens op. Wetenschappelijk is er geen enkel bewijs waarom vinyl beter zou klinken dan pakweg een cd of Spotify. Vinyl is een zeer kwetsbare drager, bij elke luisterbeurt vermindert de kwaliteit en het hele fysieke proces is ook oubollig: je jaagt een stukje diamant door een berglandschap van plastic bubbels en groefjes en de klank is zo pover dat je zware versterkers nodig hebt om er überhaupt geluid uit te krijgen. De mythische warme klank van vinyl is gewoon een bijproduct van de kunststof en je zoemende platenspeler. Waarom zou je zo’n stoorzender bij je geliefde muziek tolereren?
Dat gezegd zijnde: ik hou ook van vinylalbums. Het zijn mooie hebbedingen – sommige mensen kopen ze enkel voor de hoezen, om hun flat mee te decoreren – maar audiofiel valt er geen winst te boeken. Een groot deel van het luisterproces vindt toch plaats in je hoofd: je hersenen verzinnen er constant van alles bij en als je ervan overtuigd bent dat digitale muziek ‘kil’ klinkt, dan is het lastig om je brein het tegendeel wijs te maken.
Je hebt me trouwens ook drie hoofdstukken over christian rock beloofd. Daar blijft amper iets van over. Heb je veel moeten schrappen in Listen?
Faber: Het waren er oorspronkelijk acht! Die zijn allemaal gesneuveld op de redactietafel. Ik raak het genre even aan omdat er zo meesmuilend over gesproken wordt, maar als je voorbij de religieuze insteek kijkt, zitten er vaak goede albums tussen. In wezen leunt christian rock dicht bij klassieke muziek aan – het leeuwendeel daarvan werd ook gecomponeerd ter meerdere eer en glorie Gods – en ‘coole’ countryzangers als Johnny Cash kunnen ook een boompje opzetten over Jezus. Waarom zou christian rock dan minderwaardige muziek zijn? Het past allemaal in mijn kruistocht om het snobisme in muziek uit te roeien. Maar daar besliste de papierprijs anders over.
Voer voor een Listen II?
Faber: De B-sides en rarities? Eventueel, als ik er de energie voor kan opbrengen. Eerst wil ik een ander project tackelen. Op het einde van haar leven is mijn vrouw Eva (die in 2014 aan kanker overleed, nvdr.) aan een aantal kortverhalen begonnen die ik wil afwerken. En ik wil iets doen met mijn foto’s van de Intrepid Blonde, de pop die me op mijn reizen vergezelt. Je kunt haar avonturen nu al volgen op Instagram.
Tot slot: wat mogen we verwachten van je optreden op Crossing Border?
Faber: Nog geen idee. Meestal word je op zo’n festivals geïnterviewd maar ik wil een soortement lezing brengen, een performance zo je wilt. Maar maak je geen zorgen: ik zal niet zingen. Daarvoor hou ik zelf te veel van muziek.
Crossing Border
Met verder onder meer Connie Palmen, Pilar Quintana, Teju Cole en Deepti Kapoor, donderdag 02.11, De Studio, Antwerpen, crossingborder.be Het Nederlandse moederfestival vindt van 01 tot 04.11 plaats in Den Haag, crossingborder.nl
Listen – On Music, Sound and Us
Uit bij Canongate (Engelstalig).
Michel Faber
In 1960 geboren in Den Haag – hij spreekt nog steeds een mondje Nederlands.
Brengt zijn middelbareschooltijd door in een buitenwijk van Melbourne en verhuist later naar Schotland.
Publiceert in 1998 zijn eerste verhalenbundel Some Rain Must Fall, vertaald als Gods speelgoed.
Zijn debuutroman Under the Skin (2000, Onderhuids) wordt in 2013 verfilmd door Jonathan Glazer, met Scarlett Johansson in de hoofdrol. Mica Levi verzorgt de soundtrack.
The Crimson Petal and the White (2002, Lelieblank, scharlakenrood) groeit uit tot een wereldwijde bestseller
Na de dood van zijn vrouw Eva verschijnt de dichtbundel Undying (2016).
- Michel Faber
- Einstürzende Neubauten
- Mika Vainio
- Herman van Veen
- Jonathan Glazer
- Lou Reed
- David Bowie
- Rolling Stone
- NME
- Coil
- Harmonia
- Dwight Yoakam
- Margie Adam
- Marvin Gaye
- The Beatles
- Pet Sounds
- The Beach Boys
- Taylor Swift
- Nana Mouskouri
- The Rolling Stones
- Exile
- Mick Jagger
- Keith Richards
- Wikipedia
- Limp Bizkit
- Mötley Crüe
- Deep Purple
- Tommy Bolin
- Ian Gillan
- Billie Eilish
- Nirvana
- Spotify
- Johnny Cash
- Intrepid Blonde
- Connie Palmen
- Pilar Quintana
- Teju Cole
- Deepti Kapoor
- Canongate
- Scarlett Johansson
- Mica Levi
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier