Alessandro Baricco slaagt er niet in zijn spaghettiwestern ‘Abel’ tot grimmige breintwister om te turnen
Alessandro Baricco, De Bezige Bij
Abel
Oorspronkelijke titel: Abel, 160 blz, 22,99 euro
Alessandro Baricco schiet in zijn western Abel met losse flodders.
‘Het Wilde Westen in westerns is grotendeels een imaginaire plek. Dat geldt nog meer voor het Wilde Westen in dit boek.’
In het voorwoord bij zijn nieuwe roman Abel voelt de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco de noodzaak om zijn lezers erop te wijzen dat ze een roman in handen hebben. Het verhaal dat hij zal vertellen, is fictie, een fata morgana, ontsproten aan zijn fantasie. Dat is al een rare manier om je boek te openen, vreemder wordt het wanneer hij zich op voorhand ook halfslachtig excuseert: ‘Als ik met het inrichten van een dergelijke non-plek per ongeluk de gevoeligheid van individuele lezers of complete gemeenschappen gekwetst heb, betreur ik dat. Maar ook weer niet zo heel erg, want de meest absolute vrijheid is nu eenmaal het privilege, de voorwaarde en het lot van al het literaire schrijven.’
Dat is een onhandige manier om de lezer te waarschuwen voor het gebruik van stereotypes: ik zal mijn best doen om indianen bij hun stamnaam te noemen en hen niet af te schilderen als scalpenjagers, maar mocht dat toch gebeuren, dan spijt het me (maar niet echt). Kortom, het soort sorry waar bepaalde televisiemakers in uitblinken.
Baricco schiet zichzelf zo ook literair in de voet, want nu let je extra op de clichés, en die zijn er in overvloed. De revolverheld van het verhaal, Abel Crow, is een sheriff die in een klein stadje de vrede moet bewaren. Natuurlijk schiet hij sneller dan zijn schaduw en natuurlijk is het decor opgetrokken uit ruige saloons, eindeloze prairies en wigwams. De plot laat zich makkelijk samenvatten: samen met zijn zus Lilith moet hij zijn moeder van de galg redden – ze werd veroordeeld voor paardendiefstal en daar lachen ze in het Wilde Westen niet mee.
Tussen het stof en de kruitdampen door vertelt Abel over zijn harde jeugd, zijn vroeggestorven vader en zijn liefde voor de ongrijpbare jonkvrouw Hallelujah. Een doorslagje van de Karl May-verhalen dus, met dit verschil dat Abel en Hallelujah een open relatie hebben, en dat Lilith lesbisch is. Want ja, het Wilde Westen stond natuurlijk bekend om zijn progressieve blik op ontrouw en vrouwenliefde.
Baricco noemt zijn roman ‘een metafysische western’, wat op zich veelbelovend klinkt maar erop neerkomt dat Abel sporadisch Aristoteles en Hume citeert, en blijkbaar in de toekomst kan kijken omdat tijd een illusie is. Die gave blijkt handig tijdens vuurgevechten, maar dat zienerschap is tegelijk nefast voor de spanningsboog: als Abel de toekomst kent, is hij haast onoverwinnelijk. Waarom zou je een uitgesponnen scène over een bankoverval lezen als je meteen doorhebt dat de gegijzelde directeur mee in het complot zit?
Verder staat het cowboys vrij om over Plato te debatteren, maar Baricco’s socratische dialogen verzanden te snel in esoterisch gewauwel en Wikipedia-samenvattingen. Baricco was voor deze genre-oefening beter eens te rade gegaan bij wijlen Cormac McCarthy, de Amerikaanse grootmeester die wel wist hoe je een western tot een grimmige breintwister omturnt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier