WEG VAN BELGIË
De elektriciteit is te duur, en dus bakt Vlera’s moeder de pannenkoeken op een draagbare gaspit. Voor het slapengaan vullen de kinderen een glazen fles met warm water om tegen hun buik te houden. ‘Wanneer gaan we naar België?’ fluistert de vierjarige Dlea in het oor van haar grote zus Vlera. ‘Morgen gaan we naar België. Morgen.’ Ze praten Nederlands met elkaar, omdat de grote zus niet wil dat de kleine de taal van haar geboorteland vergeet. En omdat ze maar één wens hebben: terug naar België. Het is erg cynisch om te moeten vaststellen dat de meest enthousiaste ambassadeurs van België net de mensen zijn die het land zijn uitgezet en het drie jaar lang niet meer in mogen. Ook al zijn ze er geboren.
De wereld van de gerepatrieerde mens is de wereld zoals Kafka hem nauwelijks had kunnen verzinnen. In Weg van België reist Phara de Aguirre mensen achterna die – zoals dat in ambtenarentaal heet – het grondgebied verplicht moesten verlaten. Zes jaar lang leefde de Kosovaarse familie Berisha in de hoop dat het leven echt wel beter kon worden. Hoop, ontdekten ze ook in de gevangenis van Guantanamo, is het meest efficiënte marteltuig. Hoop maakt alle ellende leefbaar.
Met twee ondervoede kinderen, een kogel in de schouder en gruwelijke oorlogsherinneringen in het hoofd kwamen ze aan in België. In afwachting van hun erkenning tot vluchteling woonden ze in een kamer met vier bedden in een opvangcentrum. ‘Ik heb gegeten. Ik heb gewandeld naar de berg. Ik heb gewacht.’ Het klinkt als poëzie, het is de samenvatting van hun dagen daar. Ondertussen draaiden de ambtelijke raderen. ‘Vluchteling’ is een internationaal gedefinieerde term, en kijk, er werd vastgesteld dat het gezin Berisha daar strikt genomen niet onder viel. Je mag dan al gevlucht zijn, dat betekent niet dat je een vluchteling bent.
En zo belandde de familie in de wachtkamer van het leven. Er werd een procedure opgestart voor medische regularisatie. De kinderen gingen naar school, naar het voetbal, kregen vrienden, de kleine zus werd geboren. Ver aan de horizon knipperde het waarschuwingslicht van de voorlopigheid, maar vanuit Brussel bleef het drie jaar stil. Drie jaar is een eeuwigheid in een kinderleven. Op drie jaar wordt het hier en nu je thuis.
Tot de ‘nee’ uit Brussel kwam. Waarom dat zo lang moest duren? Want er kwamen nog eens drie jaren. De ambtenaar kon natuurlijk niet op het specifieke dossier ingaan, maar ze kon er wel even de cijfers bijhalen en erop wijzen dat die tijd duidt op de grondige bestudering van het dossier. Het viel me in Weg van België op hoe ambtelijke taal uitgevonden lijkt om iedere band met de werkelijkheid door te knippen. Dat het gezin toch goed geïntegreerd was. Tja, schudde de ambtenaar het hoofd, het is hun keuze geweest om voorlopig voor definitief aan te nemen. Nee, echt, wat moet je anders doen? Je adem zes jaar lang inhouden en vergeten dat je bestaat?
Voor de kinderen in de klas leek het alsof Vlera weggetoverd was. Drie maanden na de grote verdwijntruc liggen haar schriften nog steeds op haar bank op haar te wachten. Maar Vlera zit nu in een land dat ze niet kent met een taal die ze niet kent aan een andere bank in een andere klas. ‘Je kunt weinig geluk hebben en je kunt zonder geluk zijn. Ik ben zonder geluk’, vertelde haar vader. Hoop is net zo rekbaar tot hij knapt. Wat er dan rest, is uitzichtloosheid. Maar daar bestaan geen statistieken voor. Nee, administratief gezien is alles netjes afgehandeld. Het gezin is waar het moet zijn. Of het dat nu wil of niet.
****, elke woensdag, 21.35, Canvas
Meer bedenkingen op www.knackfocus.be/testbeeld
DOOR TINE HENS
HET IS ERG CYNISCH OM VAST TE MOETEN STELLEN DAT DE MEEST ENTHOUSIASTE AMBASSADEURS VAN BELGIË DIE MENSEN ZIJN DIE HET LAND ZIJN UITGEZET.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier