Zondag, 20.25 – één
T omtesterom is een beetje een tegenvaller, stond onlangs in de krant te lezen. Op de zondagavond, een moment waarop, zoals ex-VTM-baas Jan Verheyen het ooit verwoordde, er nog altijd een miljoen mensen naar één zou kijken als de zender Het Leven Zoals Het Is: Aquarium uitzond, haalt het avonturenprogramma van Tom Waes gemiddeld zo’n 600.000 kijkers. En dat is voor de herauten van de kijkcijferterreur genoeg om Tomtesterom onder te brengen in de categorie mislukkingen.
Nu zijn de cijfers inderdaad teleurstellend, zeker als je ziet dat een origineel en sterk uitgewerkt format als dit het ruimschoots moet afleggen tegen de voorspelbare prefab-tv van bijvoorbeeld Sterren op de Dansvloer. Aan de andere kant is het echter niet onlogisch dat Waes niet met-een het grote publiek aanspreekt. Terwijl Tomtesterom zich wel in het vaarwater van De XII Werken of Schalkse Ruiters beweegt, ontbreekt het de presentator aan de aaibaarheid van een Bart De Pauw of een Tom Lenaerts. Je hoeft alleen maar de presentatiestijl te vergelijken om het verschil te zien. De Pauw en Lenaerts maakten van hun stunteligheid een deel van hun charme, terwijl Tom Waes ogenschijnlijk tegen zijn zin voor de camera gaat staan. De aankondiging van de uitdaging van die week lijkt voor hem bijvoorbeeld een karwei dat hij zo vlug mogelijk achter de rug wil. Hij steekt even de handleiding omhoog, ratelt de titel af en zegt dan zuchtend tegen zijn camera- en geluidsman: ‘Zo was het wel goed, zeker?’
Als de hoekige stijl van Waes kijkers afschrikt, is dat echter jammer. Want Tomtesterom heeft in de voorbije weken frisse en leuke televisie opgeleverd. De controversiële eerste aflevering leed nog wat onder een gebrek aan richting: op sommige momenten leek het meer een reportage over de gekke wereld der paparazzi dan een verslag over hoe Waes zelf tabloidfotograaf moest worden, waardoor het eindresultaat tussen twee stoelen viel. Maar de volgende twee weken lag het niveau een stuk hoger. De fysieke uitputtingsslag die Waes moest ondergaan om zichzelf een bokser te mogen noemen, was interessant, grappig en – vooral op het einde, toen de would-be kampioen geweldig op zijn bakkes kreeg in een boksmatch – zeer pijnlijk.
Het voorlopige hoogtepunt was de derde aflevering, met de gewaagde inbraak in het MUHKA in Antwerpen. Als onderdeel van zijn opleiding tot spion moest Waes ongemerkt een zelfgemaakt kunstwerk binnensmokkelen in het museum voor moderne kunst en daarin slaagde hij met vlag en wimpel. Samen met zijn cameraman sloot hij zich op in de voorraadkast van het museum, en toen de schoonmaakploeg veertien uur later even het alarm afzette, haastte het duo zich om het schilderwerk tussen de rest op te hangen. Maar ook al was de methode niet echt spannend, toch bleef je kijken omdat Waes en zijn partner in crime zo opgingen in hun misdaad. Daarin ligt dan ook de echte charme van Tom Waes en Tomtesterom: hij mag een redelijk onbehouwen presentator zijn, zijn enthousiasme en zijn gedrevenheid zijn écht, en dat is vandaag op televisie meer dan ooit een verademing.
Door Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier