Starman – In zijn acteerdebuut speelt David Bowie een buitenaards wezen: perfecte typecasting
Patrick Duynslaegher
Film: * *Extra’s: * (Universal)
In zijn eerste en nog altijd beste filmrol is David Bowie een alien die op onze aarde het water komt zoeken om zijn door droogte bedreigde planeet Anthea van de ondergang te redden. Met het verkopen van patenten op geavanceerde technologische geheimen bouwt hij een zakenimperium op dat hem in staat moet stellen het ruimteschip te bouwen om terug te keren naar zijn gezin in outer space. In de loop der jaren wordt hij door de aardse verlokkingen afgeleid van zijn missie, tot hij dermate is beschadigd dat hij niet meer terug kan. Voor wie dit allemaal een beetje vaag en zweverig vindt: de film is nog veel onduidelijker dan deze gedoemde poging om de synopsis te resumeren. De Britse regisseur Nicolas Roeg is een meester van de ambiguïteit en zweert bij het credo: waarom een verhaal simpel vertellen als het ook moeilijk kan? Gelukkig doet hij dit met zoveel brio dat het ons niet eens stoort, maar integendeel mateloos fascineert.
The Man Who Fell to Earth is een van die zeldzame sf-films die niet loopt te pronken met special effects of futuristische decors, maar het genre gebruikt om allerlei complexe ideeën en filosofische concepten puur cinematografisch gestalte te geven. Met zijn visionaire opvattingen over seksualiteit, identiteit, communicatie, milieu en big business was Roeg zijn tijd ver vooruit, en voorspelde hij al de globalisering van de wereldeconomie en de Big Brotherachtige proliferatie van de beeldcultuur. Roegs stilistische stokpaardje – een versplinterende associatieve montage – is nog functioneel ook, want dit drukt het tijdsbesef uit van de buitenaardse bezoeker die in een paralleltijd vertoeft waarin wat nu is, wat is geweest en wat zal zijn, allemaal op één niveau wordt getild.
Ook Roeg kijkt naar Amerika met de ogen van een alien: hij ziet steden als betoverende wouden van wolkenkrabbers en herleidt desolate landschappen in New Mexico tot sensuele abstracties. Maar zijn meest bevreemdende visuele effect blijft zijn hoofdrolspeler: van bij die eerste beelden waarin de androgyne Bowie – met feloranje haren, zijn magere, katachtige lijf in een duffelcoat gehuld – een heuvel afdaalt, is de toon gezet van deze raadselachtige cultklassieker die zelfs bij herhaalde visie zijn geheimen niet prijsgeeft. Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier