THE LITTLE FOXES ****
Zondag 23/3, 14.00 – één. William Wyler, VS 1941
‘Waar is dát voor nodig?’ zo moet regisseur William Wyler kwaad tegen zijn steractrice Bette Davis gezegd hebben toen ze op de eerste opnamedag van The Little Foxes met haar gezicht kalkwit op de set verscheen. ‘Om er ouder uit te zien’, antwoordde Davis. ‘Je ziet eruit als een clown’, beet Wyler terug. ‘Haal het eraf!’ Davis weigerde (al liet ze haar witgepoederde uiterlijk wel wat afzwakken, volgens biograaf James Spada).
Tussen Wyler en Davis, die beweerde dat ze het succes van een film kon afmeten aan de hand van de ruzies op de set, kwam het nooit meer goed. Eerder draaiden ze Jezebel (1938) en The Letter (1940), dit werd hun laatste samenwerking. Na de zoveelste kritische opmerking van de geprikkelde Wyler verliet Davis zelfs de set en de studio. De dokter schreef haar enkele weken rust voor, want de anders zo strijdlustige ster stond op de rand van een zenuwinzinking.
Toch is het net Davis’ buitengewone vertolking van Regina Hubbard, een door macht en geld geobsedeerde vrouw, die van The Little Foxes een exquis drama maakt. Het leverde haar overigens andermaal een Oscarnominatie op, haar zesde van in totaal elf, waarvan ze er twee ook effectief won.
Rond het begin van de twintigste eeuw wil de meedogenloze Regina per se een aandeel in de activiteiten van haar familie. Haar rijke, hebzuchtige broers hebben het plan opgevat om een katoenfabriek te beginnen, maar zij is berooid. De enige manier voor haar om aan geld te raken om in het project te investeren is via haar man Horace Giddens (Herbert Marshall). Maar die is er sterk tegen gekant, ook omdat hij van haar vervreemd is.
Davis beheerst het doek als de feeksachtige Regina in deze in weelderige studiodecors opgenomen prestigieuze productie, gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Lillian Hellman. Zo waardig en charmant als voordien Tallulah Bankhead Regina op Broadway gespeeld had, zo genadeloos en afstandelijk zette Davis de Southern belle neer, de reden overigens van haar hoogoplopende conflict met Wyler.
Desondanks vallen Wylers expertise en genuanceerde acteursregie niet te ontkennen. En Wyler had nog een joker achter de hand: het camerawerk van Gregg Toland. Die had net met de scherptedieptetechniek geëxperimenteerd in Citizen Kane, een experiment dat hij verderzette met Wyler. In het meest fameuze shot van de film – Regina weigert om de medicijnen voor haar hartzieke man te gaan halen – accentueert hij Davis’ ijskoude onbarmhartigheid door wat er op de achtergrond gebeurt onscherp in beeld te brengen en alle focus op haar harde én witgekalkte gezicht te leggen.
(L.J.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier