Was het niet aandoenlijk, hoe Bettina Geysen bij Frieda Van Wijck en Alain Coninx in de vernieuwde Zevende Dag zat? De studio geurde naar dauwend gras, boven het kampvuur hing een ketel netelsoep te borrelen, en Geysen reikte haar pas overgeplaatste personeel de hand. Langzaam zwol de samenzang bij het publiek aan: ‘Kumbaya, my Lord, kumbayaaaa’. In deze kleurige versie van de elfurenmis kwam de netmanager van één de restyling van TV1 uit de doeken doen, en ze kweet zich met verve van haar taak. Vers van de kapper, aimabel glimlachend, het hoofd af en toe een tikkeltje schuin om de toehoorders van haar vriendelijke bedoelingen te overtuigen, en vooral blakend van zelfvertrouwen. Eén barst ervan. Dat proef je al in de naam, benadrukte Geysen. ‘De naam onderstreept de betrouwbaarheid – de beste, de eerste – en heeft een symbolische waarde – één zijn, één worden.’ Waarna een discours volgde over sociale verbondenheid, leiderschap, kwaliteit en vertrouwen. Opgezweept door haar woorden schakelden de toehoorders over op een driestemmige versie van ‘We Shall Overcome’.
Eigenlijk was dat overcome allang gebeurd. Tot voor enkele jaren klonk de VRT in de concurrentiestrijd met de commerciële zenders steevast als de trainer van de Rode Duivels – ook aan een naamsverandering toe, die jongens – die net voor de eerste ronde van het WK beslist om zijn koffers niet eens uit te pakken; binnen de kortste keren zouden ze toch terug op Zaventem staan. ‘Over de spitsen van Andorra moet ik u geen tekeningske maken. En Liechtenstein en Luxemburg zijn natuurlijk ook zeer kwaaie klanten. En de jongens hebben heimwee, ge moogt dat niet onderschatten, zo lang van huis. En we zijn dat eten hier niet gewoon…’ Maar give me tits and call me Geena, een paar managementwissels later heeft de openbare omroep zich de branie van Oranje aangemeten. ‘Spanje en Italië pakken we zo in, we kennen die competities van binnen uit. En Duitsland? Wir knallen die Mannschaft plat.’
Waar is al dat zelfvertrouwen toch op gebaseerd? Toch niet alleen op de kijkcijfers, mogen we hopen. Voor het huis van vertrouwen stonden de commerciële stations jarenlang voor plat volksvermaak, slechte buitenlandse series, Vlaamse wrakhoutsoaps en schaamteloze reality tv. Familie, De bevalling, Robinson en Temptation Island, zoiets zou je op TV1/één nooit te zien krijgen. Hm, tenzij het station dergelijke programma’s zélf ging maken, dán krijgen ze natuurlijk automatisch een aura van kwaliteit. En zo geschiedde: na jaren van het beledigende FC De Kampioenen kregen we ook nog eens kwaliteitsproducties als Het Swingpaleis, Als je haar maar goed zit, en Kaat & Co. Tijdens de doorstart van TV1 naar één gaf de zender zichzelf meteen een speekmadolle voor de Humor van Halleluja!, het Drama van Kinderen van Dewindt – een promoreeks van het VBO en Unizo, zeg maar – en het Witty Wit in Vegas. Dat laatste wordt aan de man gebracht als ‘een helse tocht door de USA’ die voor één van acht deelnemende koppels in een glamourhuwelijk in Las Vegas moet uitmonden. Volgens de VRT gebeurt alles op een respectvolle manier en staat het programma mijlenver van de koppel-shows van de concurrentie. Dat valt nog te bezien. Verschillende stellen zijn duidelijk meer geïnteresseerd in een reisje naar de VS dan in een jawoord in een kitschkerk, de spelformule is schaamteloos gepikt van VT4’s Expeditie Robinson, en de opgelegde proeven zijn zo banaal dat presentator Marcel Vanthilt zijn gêne nauwelijks kan verbergen. Ben je minder exhibitionistisch als je trouwt op één dan als je als koppel uiteengaat op VT4? Is het plat om in Temptation Island een kandidaat op te voeren als een drankorgel (‘drank is den duvel’), terwijl de producenten van Wit in Vegas handenwrijvend een koppel hebben geselecteerd dat nadrukkelijk in de Heer is? Het zal wel dat subtiele verschil in betrouwbaarheid en sociale verbondenheid zijn.
Bart Cornand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier