Sinds vorige week weten we wie Outback Luke is, een kruising tussen Crocodile Dundee en de vroegste ontdekkingsreizigers, met een gezonde voorliefde voor mooie vrouwen. ‘Er is maar plaats voor tien in mijn jeep’, waren de profetische woorden van Outback Luke, waarop twee van de twaalf beschikbare vrouwen wisten hoe laat het was. Een hield de eer aan zichzelf en zei dat haar interesse voor mode moeilijk te verenigen was met Lukes fascinatie voor het klieven van lianen; de ander werd persoonlijk door Luke naar huis gestuurd. Officieel ‘omdat het na die ene dag niet klikte’, volgens ons omdat haar schoonheid net iets te diep in haar boezem verstopt zat. Van Luke kun je veel verwachten, zeker in de Outback, maar niet dat hij op zoek gaat naar de innerlijke mens in de vrouw. Ach, welke man droomt er niet stiekem van Outback Luke te zijn?
Toen we Jan Leyers zijn reistas op zijn rug zagen heisen en er getuige van waren hoe hij ‘om 10 uur 15 precies’ – zijn persoonlijke woorden – de trein van Casablanca naar Fez nam, konden we niet nalaten te denken dat hij zo’n beetje de ‘Mekka Luke’ van zijn generatie is. In elke stad op zijn allesbehalve rechtlijnige pad slaagt Jan erin om zich nu eens voorzichtig, dan weer ongeremd te laten omringen door giechelende moslima’s. ‘Het is alsof ik je al jaren ken’, fluisteren ze hem toe. Of: ‘Ik zal je nooit vergeten.’ Als Jan zich dan losrukt uit de hartelijke armen van de nieuwe vriendinnen uit de moskee, komt bij mij spontaan de vraag op hoe die vrouwen dat thuis weer gaan mogen uitleggen aan hun man, broer, neef en de rest van hun mannelijke familieleden. Zeker omdat Jan even tevoren het geblindeerde huis van de zeventigjarige Halima binnensloop, ooit de grootmoeder van de Raï, nu levend in verborgenheid omdat ze dertien jaar geleden zes minuten op de televisie kwam.
De Weg naar Mekka is wat men in deze tijden van groeiende onzekerheid over vreemde fenomenen in de samenleving een noodzakelijk programma noemt. Het is een programma dat ons letterlijk en figuurlijk dichter bij de moslimmedemens moet brengen. Alleen weet het niet goed hoe het dat nu precies hoopt te doen. Als reisprogramma? Als gesproken dagboek van Jan Leyers? Als documentaire? Als handgeknoopt tapijt van frisse en onfrisse weetjes? Of als een beetje van dat alles samen? Er werd moedig voor het laatste gekozen en dat leidt bij kijkers, makers en reisleider van dienst al eens tot existentiële verwarring. ‘Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp’, schudde Jan het hoofd, nadat drie medewerkers van de universitaire bibliotheek van het Algerijnse Oran zonder verpinken hadden verklaard dat de Koran de bron van alle wetenschappelijke kennis is. Hoe meer ik zie, hoe minder ik begrijp. Waar wil Jan eigenlijk heen? Naar Mekka, zoveel is duidelijk, maar wat hij nu precies wil vertellen, is dat veel minder. Van de Joodse kapper in Fez zwalpt hij naar de vurige studenten van de sharia om bij een bevlogen theaterregisseur in Mostaganem te belanden. Al die mensen hebben een verhaal dat boeiend genoeg is om de hele Weg naar Mekka te vullen, maar de treinen en taxi’s wachten niet. Jan moet verder en wat overblijft van de ongetwijfeld lange gesprekken, zijn even veelzeggende als onbetekenende losse flarden. De Weg naar Mekka leek ons nu al twee afleveringen te veel een onderzoek naar wat een goed programma had kunnen zijn, en te weinig dat programma zelf. Misschien weet Outback Luke raad?
‘De Weg naar Mekka moet ons dichter bij de moslimmedemens brengen, maar weet niet goed hoe het dat nu precies hoopt te doen.’
Door Tine Hens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier