Schrijver Joachim Meyerhoff analyseert zijn eigen amoureuze escapades in stijl
Waarom je tot één kalverliefde beperken als je een hele wei kunt bespringen? In het laatste deel van zijn autobiografische cyclus analyseert Joachim Meyerhoff zijn amoureuze escapes, wat resulteert in een romantische deurenkomedie.
Hanna heet ze. Joachim heeft haar gespot op de dansvloer van een premièrefeestje. Al enkele maanden woont hij in Bielefeld, waar hij zich aan zijn eerste, aarzelende stapjes in de theaterwereld waagt. Zonder dat hij het echt beseft, is hij eenzaam en droevig – hij heeft een zwaar verleden achter zich gelaten en de warme armen van Hanna moeten hem redden. Oké, ze is niet de mooiste vrouw ter wereld en haar enthousiasme over de Duitse literatuur en filosofie kan hij met zijn onbelezen brein amper volgen maar hij is in de ban van haar. Drie dagen later woont ze bij hem in.
Wat hij niet durft aan te kaarten: binnenkort verhuist hij naar Dortmund om een ander toneelgezelschap te vervoegen. Maar liefde werkt ook op afstand. Althans, toch in het begin, toch tot hij in Dortmund met de bloedmooie Franka aanpapt. En dan heeft hij ook nog een boontje voor een weelderige bakkerin die zijn magere lijf volpropt met gebak.
Hoeveel liefde heb je nodig om de dood te dempen? In het vierde en laatste deel van zijn autobiografische cyclus geeft Joachim Meyerhoff zichzelf weer genadeloos bloot. Hij weet best dat zijn vierkantsrelatie niet netjes is maar de oprechtheid waarmee hij zijn jeugdige verliefdheden beleeft, is ergens charmant – net zoals Casanova veinst hij zijn liefde niet, hij verdeelt zijn gevoelens alleen over iets te veel vrouwen. Dat leidt tot de gebruikelijke wroeging en tot hilarische taferelen waarin hij probeert zijn parallelle relaties gescheiden te houden – hoe verklaar je een tanga in je huis, hoe verdoezel je vanillegeuren? – maar naarmate je in dit laatste deel vordert, merk je hoe zijn gedrag voortkomt uit een diepe rouw. Tussen de humoristische regels door lees je vaak pijnlijke zinnen waar het verdriet van afdruipt. En ook zijn vrouwen hebben geheimen. In de liefde is blijkbaar niemand zonder blaam.
Meyerhoffs tetralogie is oorspronkelijk op het podium ontstaan, als een langgerekte monoloog die zes speelavonden in beslag nam. Meestal is het geen goed idee om een theatertekst in boekvorm te gieten, maar Meyerhoff toont zich een begenadigd schrijver die de theaterkunstjes feilloos omzet in proza waar het vertelplezier van afspat. Hij doet geen moeite om grootse literatuur te plegen, hij kent zijn beperkingen, maar net die vrijheid leidt regelmatig tot knappe observaties en originele zinsneden. Wie droge lippen als ‘pretzelhard’ omschrijft en een doorweekte trui met een gecrepeerde octopus vergelijkt, verdient een open doekje.
Zonder paniek geen paradijs
Joachim Meyerhoff, Signatuur (originele titel: Die Zweisamkeit der Einzelgänger), 368 blz., 21,99 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier