RONALD OPHUIS
TE ZIEN OP OORLOG & TRAUMA,
MUSEUM DR. GUISLAIN, GENT, TOT 30/6/2014
Het Museum Dr. Guislain trekt de komende maanden een bloederig blik oorlogslijden open. Aan de orde zijn shellshock, posttraumatisch stresssyndroom, fotografie en kunst van onder meer Rinus Van de Velde, Stephan Vanfleteren en Marina Abramovic. Vanzelfsprekend present is Ronald Ophuis (45), vanuit Amsterdam naar Gent afgezakt met rauw geschilderde oorlogsterreur.
Je schildert dramatische, zelfs huiveringwekkende gebeurtenissen die met zware conflicten samengaan. Hoe ga je te werk? Zoek je de oorlog zelf op?
RONALD OPHUIS: De aanleidingen kunnen heel divers zijn. Soms kan iets uit een boek of krant het begin zijn van een doek, soms zijn het mediabeelden of verhalen van mensen die wat je ziet echt hebben meegemaakt. Vaak bezoek ik plaatsen die relevant zijn voor een schilderij. Daar fotografeer ik de context en praat ik met mensen die bepaalde drama’s aan den lijve hebben ondervonden. Gewapend met een schets ga ik naar een castingbureau, waar acteurs geselecteerd worden. In mijn atelier spelen zij scènes na. Ze leven zich in, nemen verschillende houdingen aan. Daar worden foto’s van gemaakt die als basis voor het schilderwerk dienen. Srebrenica I bijvoorbeeld kwam tot stand door gesprekken, foto’s en bestaande oorlogsfotografie – en dankzij de acteurs die voor het werk in mijn atelier hebben geposeerd.
Hoe ben je als kunstenaar tot zulke onderwerpen gekomen?
OPHUIS: Ik ben altijd op zoek naar beelden waaruit psychologische verwarring spreekt. Srebrenica I bijvoorbeeld gaat over de overgave aan een executie. Vaak ontstaat er een bijna metafysische symbiose tussen dader en slachtoffer. Over dit vreemde verschijnsel valt veel te vertellen, maar wellicht is het interessanter om dat net open te laten.
Naast grote, aan oorlog gelinkte schilderijen maak je ook kleine, koortsige portretten. Wat wil je vatten in zo’n portret?
OPHUIS: De afgelopen eeuwen zijn er uiteenlopende portretten geschilderd. We hebben de heiligen gehad, de regeerders, de aristocratie, de notabelen, de patiënten, de criminelen, de schoonheden, de lijdenden, de kunstenaars, de geliefden, de dictators, de stervenden en de overledenen. Ik schilder portretten van burgers in extreme omstandigheden. Het portret is ontstaan uit een existentieel verlangen je te verhouden tot de ander. Het brengt de ander dichtbij, het is een zaak van één op één. Het portret is ongebruikelijk intiem.
Heb je na al wat je geschilderd hebt nog wel vertrouwen is de mens?
OPHUIS: Merkwaardig genoeg heb je daar geen keuze in. Of je wel of geen vertrouwen hebt, hangt af van je karakter en wie je bent, meer nog dan van wat je hebt meegemaakt. Maar ik ben in ieder geval gewaarschuwd.
(E.F.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier