Privacy & ik
Voor alle zekerheid heb ik het even opgezocht, want na de eerste aflevering van Privacy & ik was het me niet meer duidelijk wat liberalisme betekent. Volgens Wikipedia, de snelste bron van informatie, wil het liberalisme de vrijheid van de burger zo veel mogelijk garanderen. Toch zijn het in Vlaanderen twee liberale burgervaders die hun steden zo vol camera’s hebben gehangen dat hun inwoners zo vrij zijn dat ze overal en altijd gefilmd worden. In Mechelen hangt er een camera per 334 inwoners, in Kortrijk is dat een per 328. Daarmee halen beide steden niet eens de internationale top tien van steden met de meeste camera’s. Buiten Londen – een per vijftien inwoners – staan daar allemaal Chinese steden in en dat zegt dan weer veel over het liberalisme van de heren Bart Somers en Vincent Van Quickenborne.
In Kortrijk weet niemand van het beleid of camera’s al dan niet een verschil maken.
Maar ik viel pas echt van mijn stoel toen Tim Verheyden bij beide burgervaders informeerde naar het waarom en het effect van al die camera’s. Wat was de visie? Hoe zat het met de link tussen meer camera’s en minder criminaliteit? Vanuit Mechelen bereikte hem een summiere mail waarin op minder dan een A4 werd uitgelegd dat men het vermoeden heeft dat camera’s de criminaliteit afremmen, maar helemaal zeker is men niet.
Kortrijk hield meer dan acht maanden het antwoord in beraad. Toen de titelvoerende burgemeester – de heer Q werd in de tussentijd minister van Justitie – uiteindelijk een interview toestond, bleek ook waarom. Er zat geen visie achter al die camera’s. Ze hingen er, ze waren er gekomen en niemand vanuit het beleid had er zicht op of ze al dan niet een verschil maakten. ‘We vermoeden natuurlijk van wel’, vertelde burgemeester Ruth Vandenberghe. Haar gaven ze alvast een veilig gevoel. En de burger was er volgens haar ook blij mee. Het klonk bijzonder geruststellend. Beleid vanuit buikgevoel. En toch is het precies dat waarop de uitrol van al die camera’s gebaseerd is.
Na de aanslagen in Parijs en Brussel stelde toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en huidig Vlaams minister-president Jan Jambon zijn Niveau S voor, waarbij S staat voor security, society, safety. Hoe wilde Jambon zijn security, society en safety bereiken? Door een nationaal cameraschild. Op termijn moeten 3465 ANPR-camera’s de bewegingen van voertuigen registreren. Officieel doen ze niets meer dan nummerplaten herkennen, maar ze kunnen ook uitgerust worden met het technologische neusje van de bewakingszalm: gezichtsherkenning. Of de veiligheid van het land er effectief mee verhoogt, daarover bestaat geen zekerheid, maar Jambon klopte zich bij de voorstelling van het plan alvast op de borst dat het veiligheidsgevoel een gigantische boost krijgt. Ook hier was het eerder de buik dan de wetenschap die sprak.
Wie wordt hier beter van? Volgens criminoloog Jelle Janssens niet zozeer de samenleving dan wel de private industrie. Veiligheid is een product dat geweldig goed verkoopt. Ook al lossen camera’s niets op. Ze brengen enkel in beeld.
De camera als fetisj van een ongefundeerd veiligheidsbeleid. Want ook dat ontdekt Verheyden. Dat de wettelijke basis waarop al die camera’s rusten even stevig is als een kaas vol gaten. Een andere privacy-expert, Paul De Hert, noemt het Niveau S van Jambon gewoon een ‘rommeltje’.
Op veel vlakken is deze reportagereeks van Verheyden grensverleggend, maar ze maakt vooral duidelijk dat we te lang de ogen hebben gesloten voor de schijnbare evidentie van ‘overal camera’s’. Dat wie niets te verbergen heeft ook niets te vrezen heeft, is een stropop. Het gaat over de overheid die controleert en de vraag in hoeverre die overheid zelf te vertrouwen is. Veiligheid is belangrijk, maar privacy is een mensenrecht.
***** Donderdag 25/3, 21.15, Canvas
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier