Poëtische waarheid
Eind 2012 keerde de Colombiaanse schrijver Juan Gabriel Vásquez na zestien jaar Europese ‘ballingschap’ terug naar Bogotá. Zelf had hij daar niet zo veel zin in, maar vrouw en kinderen drongen aan. Gelukkig maar, want die terugkeer leverde opnieuw een meesterwerk op.
Juan Gabriel Vásquez groeide in de jaren tachtig op in de Colombiaanse hoofdstad Bogotá, op dat moment de meest gewelddadige metropool ter wereld. Hij was amper 23 toen hij, in 1996, zijn land vaarwel zei om aan de Sorbonne Latijns-Amerikaanse literatuur te gaan studeren. In Europa wilde hij zijn droom waarmaken: schrijver worden. Maar dat schrijverschap kwam niet meteen van de grond en hij belandde in een zware existentiële crisis. Een bevriend bejaard echtpaar nodigde hem uit voor een weekend op hun landgoed in de Belgische Ardennen. Het geplande weekend werden negen maanden en zijn eerste verhalen speelden zich af tijdens dat verblijf.
In zijn nieuwe roman, De vorm van ruïnes, laat Vásquez een van zijn personages genadeloos afrekenen met die oude, ‘brave’ Belgische verhalen. ‘Terwijl het thuisfront kampt met een burgeroorlog die meer dan twintigduizend doden per jaar eist, een terrorismeprobleem dat je nergens anders in Latijns-Amerika tegenkomt en een geschiedenis die van meet af aan wordt gekenmerkt door de moord op onze grote mannen, schrijft u over stelletjes in de Ardennen die uit elkaar gaan’, klinkt het verwijtend. Dat oordeel is ongenadig streng, want na zijn Belgische verhalen schreef Juan Gabriel Vásquez een aantal zeer indringende romans waarin zijn door drugs en geweld geteisterde geboorteland de hoofdrol speelt. Eerst vanuit Frankrijk, later vanuit Barcelona. Toen hij eind 2012 op verzoek van zijn vrouw en tweelingdochters met hen terugkeerde naar Bogotá, was dat ietwat tegen zijn zin. Hij was bang dat het gebrek aan afstand zijn vrije en vranke literaire stem over Colombia in de kiem zou smoren. De vorm van ruïnes heeft hij integraal in zijn geboorteland geschreven. Hij bewijst ermee dat zijn vrees om een voorzichtige, door de heimat geknechte schrijver te worden totaal ongegrond was.
In De vorm van ruïnes duikt hij diep in het heart of darkness van zijn land, net zoals zijn grote idool Joseph Conrad hem dat voordeed met Congo. Vásquez reconstrueert twee politieke moorden die Colombia tot op de dag van vandaag beroeren. De eerste is die op Jorge Eliécer Gaitán, een beloftevolle links-liberale politicus die op 9 april 1948 doodgeschoten werd, de tweede die op de linkse generaal en politicus Rafael Uribe Uribe, die op 15 oktober 1914 met bijlslagen afgemaakt werd. De schrijver laat zich daarbij op sleeptouw nemen door de Kurtz-achtige Carlos Carballo, een hevig aanhanger van complottheorieën met een ongezonde obsessie voor het oeuvre van Vásquez.
Niemand schrijft soepeler en vloeiender dan Juan Gabriel Vásquez. De vorm van ruïnes is, alweer, een knap geconstrueerd meesterwerk en door de historische foto’s en de vele verwijzingen naar het persoonlijke leven van de schrijver bedrieglijk waarheidsgetrouw. Al is het boek wel degelijk een roman, bulkend van wat Vásquez zelf ‘poëtische waarheid’ noemt.
DE VORM VAN RUÏNES *****
Juan Gabriel Vásquez, Signatuur (oorspronkelijke titel: La forma de las ruinas), 520 blz., ? 24,99.
JAN STEVENS
CENTRALE ZIN Het is een schimmige vlek in de Colombiaanse geschiedenis, zeker, maar 9 april is ook een eenmansactie die een heel volk een bloedige oorlog in sleurde, een collectieve neurose die ons een halve eeuw van onderling wantrouwen heeft gebracht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier