PENOZA
Donderdag 26/1, 21.15 – één
Bij één zijn ze niet vies van wat Nederlandse import – ten getuige Penoza, een reeks over de Amsterdamse onderwereld. Tussen het geboefte herkent u Filip Peeters. ‘ Penoza komt van het woord ‘Penoze’, Bargoens voor onderwereld’, vertelt de acteur die graag buiten de landsgrenzen kleurt. ‘Het verhaal draait rond Carmen, die zonder dat ze het weet, getrouwd is met een drugsbaron. Wanneer hij wordt vermoord, staat zij als moeder van drie kinderen plots aan het hoofd van zijn ‘onderneming.’ Vandaar de vervrouwelijking: Penoza.’
En die dame komt in aanraking met ‘De Belg’?
FILIP PEETERS: Yep, en dat ben ik. Aanvankelijk was ik via mijn agentschap ingelijfd om een Nederlandse crimineel te spelen. Omdat ik vond dat mijn Nederlands niet Amsterdams genoeg klonk, hebben we besloten om van mijn personage een Belg te maken. (Grijnst) Die belanden ook wel eens in de drugshandel, hé. Er werd heel wat op locatie in Amsterdam gedraaid, heel geestig om te doen.
We zijn de laatste jaren bijzonder trots op onze Vlaamse fictie. Kunnen de Nederlanders er ook wat van?
PEETERS: Ik zie eigenlijk niet zo veel verschillen. Penoza werd op even korte tijd opgenomen als bijvoorbeeld Dubbelleven of Rang 1. Ook in Nederland hangt veel af van het enthousiasme van cast en crew. Dat zat bij Penoza wel goed. Diederik van Rooijen heb ik bijvoorbeeld leren kennen als een toffe regisseur. Als hij na een take ‘Ja, vet!’ riep, wist ik dat het goed zat. Klachten over de catering? Dat had je gedacht. Ik moet zeggen dat ze bij Penoza uitzonderlijk hun best hebben gedaan, met veel vis en Aziatische gerechten. Op andere Nederlandse sets vind ik het even gezellig als ze er met de typische karnemelk en krentenbollen aankomen.
Nog meer dan in Nederland speel jij in Duitsland. Recent nog in ‘Glücksbringer’, wat mogen we ons daar- bij voorstellen?
PEETERS: Dat was een Duits-Oostenrijkse coproductie, heel bijzonder om te doen. Glücksbringer speelt zich af in Wenen, waar mijn twintig jaar oudere geliefde te horen krijgt dat ze een ongeneeslijke kanker heeft. Ze besluit om dat niet aan mij te vertellen, maar wil op zoek gaan naar een andere vrouw die me voor de rest van mijn leven gelukkig kan maken.
Euhm, klinkt nogal zeemzoeterig…
PEETERS: Wel, dat was het niet. Natuurlijk heb je in Duitsland romantische films waarbij de kaarsen al van bij het ontbijt op tafel staan – de zogenaamde Schmonzette. Die worden gemaakt voor een welbepaald publiek en worden steevast op zondagavond uitgezonden. Glücksbringer was bestemd voor zaterdagavond, en dan mag het harder en meer doorleefd. Als verhaal over liefde en dood leende het zich daar zeker toe. Die film was best intens.
Met ‘Soeur Sourire’ kreeg je ook de deur naar Frankrijk op een kier. Hoe raakt je Frans op het niveau dat het voor de chauvinistische Fransen aanvaardbaar is?
PEETERS: De Franse markt dring je niet zo gemakkelijk binnen. Ik heb sindsdien meegespeeld in Toutes nos envies van Philippe Lioret – van die set herinner ik mij vooral het gevoel van camaraderie. En wat mijn Frans betreft? Dat is keer op keer keihard werken. Soms dagenlang in mijn eentje thuis, soms met de hulp van een taalleerkracht, afhankelijk van wat de rol vereist.
(H.V.G.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier