‘En nu is het genoeg geweest’, dacht ik, en met een sierlijke boog liet ik Death Magnetic in de vuilnisbak belanden. Hoofdpijn. Dat krijg ik van die laatste Metallica. En neen, dat komt niet omdat ik het gebrul van James Hetfield of het razende gesoleer van Kirk Hammett niet aankan. Maar jongens, wat een klereklank. Serieus, is er íémand die vrolijk wordt van de manier waarop alles even luid klinkt en de muziek een bijna vormeloze brij is?
En het gaat niet alleen om Metallica. Ik zou eens de statistieken willen zien van de hartverzakkingen die de eerste noten van Californication – niet toevallig ook door Rick Rubin geproducet – van Red Hot Chili Pepers hebben veroorzaakt. Blijkbaar vergeten artiesten tegenwoordig dat er aan een stereo ook een volumeknop zit en dat we zelf wel kunnen bepalen wanneer we iets heerlijk hard willen hebben.
Maar neen. Muziek moet nu luid worden geproduceerd. Alle schuifjes op tien – elf als het even kan – en laat die kakofonie het dan maar tussen uw oren uitvechten. Iedereen wil immers luider klinken dan de andere bands op de radio, en dus is het grote publiek al een tiental jaar kanonnenvlees in wat men ‘ the loudness wars‘ is gaan noemen. Het grootste slachtoffer is echter de dynamiek, want in de huidige muziek zit geen beweging meer. Er is niet langer een verschil tussen luid en stil, alles is: LUID. En daar krijgt een mens hoofdpijn van. Mocht u zich ooit afgevraagd hebben waarom u haast nooit een hedendaagse plaat in zijn geheel beluistert, dan weet u het nu. Zoveel lawaai leidt enkel tot luistermoeheid.
Nochtans haalt het niets uit. De radiostations zorgen ervoor dat alles wat ze uitzenden even luid klinkt – en dus vaak minder luid dan bedoeld. Het is onzinnig hen een opgefokt plaatje te bezorgen. ‘ Garbage in is garbage out’, zegt Peter Van Beusekom van Orban dat hen daarvoor de apparatuur levert. ‘Een plaat die lelijk overstuurd klinkt, zal er na die radiocompressie zeker niet beter op worden.’
Het. Is. Dus. Niet. Nodig. Oké, Rick Rubin? Oké, James Hetfield en Anthony Kiedis? Laat dat extreme volume de volgende keer achterwege, en kom met een plaat die beluisterbaar is. Als ik een uur lang ‘BROOOOAAARGH’ wil horen, zet ik me wel naast een drilboor. Ik wil muziek waarin stil stil is, en luid luid – waarin bijvoorbeeld de klasse van een solo van Hammett hoorbaar is, en niet verloren gaat in de opgedreven idiotie errond.
Hoe het wel moet? Luister eens naar Alabama van Neil Young; een schoolvoorbeeld van hoe men in de jaren 70 meesterlijk met klank en mixing speelde. Hoor hoe de song harder wordt naarmate je hem luid zet, hoe de piano en de gitaar tekeergaan – hoeveel krácht er van deze muziek uitgaat, net omdat ze de ruimte heeft om van zacht naar hard te gaan en weer terug. Luid klinkt immers enkel luid omdat er andere dingen stilstaan. Wie alles luid speelt, komt niet luid over, enkel vermoeiend. En daarom is met Death Magnetic een grens bereikt. Als er één ding is dat we niet willen, dan wel dat we muziek moe worden.
Matthieu Van Steenkiste
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier