Take the money and run like hell – Ga je aan de haal met een zak drugsgeld, wees dan op je hoede. Joel en Ethan Coen laten suspense en bloed van het scherm spatten in hun beste sinds ‘Fargo’.
Joel & Ethan Coen met Josh Brolin, Tommy Lee Jones, Javier Bardem, Kelly McDonald, Woody Harrelson
Fans van het eerste uur die bij Joel en Ethan Coens vorige films Intolerable Cruelty (2003) en The Ladykillers (2004) net geen braakneigingen kregen, zullen hun zieltje voelen opgloeien bij het nieuwste werkstuk van het broederpaar. Hoewel ze Cormac McCarthy’s existentialistische achtervolgingsroman bijzonder getrouw verfilmden, is No Country for Old Men met zijn wrange gewelduitspattingen, gortdroge humor en verschroeiende sfeer vintage Coens: tex-mexdecors die aan de stoffige roadpoëzie van Blood Simple doen denken, lijzige travellings à la Barton Fink, en een richting Fargo knipogend verhaal over simpele dorpelingen die in een bloedige intrige belanden en met een haast oud-testamentisch kwaad worden geconfronteerd.
Een van die dorpelingen is de stoïcijnse jager en Vietnamveteraan Llewelyn Moss (Josh Brolin als een besnorde en emotioneel verkrampte Marlboro Man), die tijdens een rondje antilopen schieten langs de Rio Grande op een pick-uptruck vol lijken stuit met in de koffer een stapel heroïne en twee miljoen dollar. ‘Meenemen die duiten’, denkt Llewelyn, ook al beseft hij dat hij daarmee wel eens de stommiteit van zijn leven zou kunnen begaan. Enter Anton Chigurh (Javier Bardem, ondertussen al beloond met een Golden Globe), een mysterieuze doodsengel met een idioot kapsel, een hogedrukpistool en een haast religieuze drang om Llewelyn bij de kraag te vatten.
Wat volgt, is een broeierige neowestern die alle conventies van het genre opvoert (de immorele killer, de rechtschapen gezagsdrager, de tragische cowboy), de spanning benauwend hoog opdrijft (de scène waarin Chigurh de oude uitbater van een tankstation dreigt te elimineren) en na ongeveer anderhalf uur doodleuk beslist om alsnog richting existentieel rootsdrama te stevenen. Sheriff Ed Bell (Tommy Lee Jones) – de wetsdienaar die Chigurh en Llewelyn moet zien op te sporen – treedt dan ook steeds vaker op de voorgrond als het morele kompas van deze pikzwarte actiemeditatie waarin de geesten van zowel Peckinpah als Kafka lijken rond te waren. Bells motto: ‘I laugh sometimes.’Bout the only thing you can do.’
Net als in hun beste films weten de Coens die suspense en tristesse ook met puur cinematografische middelen op te roepen. Let bijvoorbeeld op de uitgemeten breedbeeldcomposities en het intense kleurenpalet van hun vaste cameraman Roger Deakins (die dit jaar ook al The Assassination of Jesse James en In the Valley of Elah fotografeerde). Op de broeierige geluidsdecors met strategische stiltes en dorre windvlagen en de spaarzame muziek van huiscomponist Carter Burwell. Of op archetypische Coentoetsen zoals de dwingende rijbewegingen of de beeldwissels die net die ene, revelerende seconde te laat lijken te komen. Chilling.
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier