Muziek en verdriet

© © MAURO MAIOLO
Paul Baeten
Paul Baeten Columnist bij Knack Focus

P.B. GRONDA, auteur van onder meer Wanderland, Straus Park en Onder vrienden, duikt elke week in de populaire cultuur.

Elke leeftijd heeft zijn verdriet en elk verdriet heeft zijn muziek. Muziek die je opzoekt als troost is niet hetzelfde als lievelingsmuziek. Het is muziek waarmee je band intiem genoeg is om ze toe te laten op momenten dat de rest moet zwijgen. Je moet je er goed bij voelen en ze moet je begrijpen. De muziek en het verdriet moeten in zekere zin op hetzelfde niveau zitten.

Daarom luisterde ik als tiener naar Counting Crows. Omdat ik dat toen geloofde. De pathos en de fletse poëzie over hoe hard het al dan niet regent op welke dag van de week in een stad met een goed klinkende naam.

Toen werkte het. Omdat het onnozel was, net als ik. En er achteraf wat minachtend over doen, dat hoort er ook bij. Omdat we misschien niet fundamenteel veranderen maar wel voortdurend vervellen. Lachen met de muziek waar we ooit in wegkropen, zegt meer over ons dan over de muziek. Tegelijk wordt de muziek een beetje zoals familie of hele goede vrienden. We mogen er zelf mee lachen maar het doet pijn als een ander het doet. Want ze is wel van ons.

Maar goed, Counting Crows, dat wordt dan toch te stroperig, natuurlijk. En daarom kwamen de singer-songwriters net op tijd. Ryan Adams met zijn Call Me on Your Way Back Home, ook al begint het met een zucht, dat was anders. Omdat hij het gewoon vertelde. ‘Call me on your way back home, dear, ‘cause I miss you.’ Daar ding je niks op af. Dat is nooit minder dan wat er geschreven staat en bijna altijd veel meer. Alles voor de komma zou je van je baas of je tante kunnen krijgen in een bericht. Maar dan zegt hij gewoon waarom. De zin die daarna volgt is: ‘And I just want to die without you.’

Zo. Niet iets wat je best na een eerste afspraakje op iemands Facebook-wall post. Ik geef maar tips waar ik denk te kunnen helpen. Geen nood, dat is niet heel vaak.

Het is trieste muziek voor als je je triest voelt. Dat wil zeggen dat je verdriet nog net te overzien is.

Zoals veel ervaren dertigers weten, volgt daarna de fase dat het aanzien van het eigen leven dermate moeilijk wordt dat er slechts één oplossing is, en dat is de dappere vlucht in oorverdovende bassen.

Daar komen hiphop en keiharde beats in het spel. Eerst nog serieus. Kendrick Lamar kwam als geroepen. Luid genoeg om niet na te denken, slim genoeg om een vriend te zijn.

Daarna wordt ook dat te veel. Omdat je nog geprikkeld wordt tot nadenken. Zo kwam ik bij Jason Darulo, Justin Bieber, DJ Snake en zo terecht. Tegen dan ben je gelukkig net kapitaalkrachtig genoeg om een heel zware koptelefoon te kopen die al het gevoel wel even voor je uit je lijf dreunt.

Daarom moet ik na elke twee zinnen die me worden aangesmeerd ‘wablief?’ zeggen.

En ten slotte komt dan de tijd dat de muziek wegvalt. Tienduizenden liedjes in een bibliotheek op je computer. Spotify in je broekzak. Dozen vol cd’s. Dozen vol platen. En niks, geen enkel lied waarvan je, terwijl je alles snel overloopt in je hoofd, denkt: ja. Dat gaat me deugd doen.

Wat daarna komt, weet ik nog niet. Maar er moet een reden zijn waarom oude mensen hele dagen naar Klara Continuo luisteren.

P.B. GRONDA

De muziek waar we ooit in wegkropen: we mogen er zelf mee lachen maar het doet pijn als een ander het doet. Want ze is wel van ons.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content