SYNTHESIZERS

Wrrraaaaauuuw! Wrrrrrrroomm! Geef toe: van zulke geluiden word je toch bloedgeil? Ik ken alvast geen instrument dat méér rauwe seks uitstraalt dan de ARP 2600. Met die synthesizer produceer je de waanzinnigste klanken. Vandaag vergaart mijn ARP 2600 vooral veel stof als pronkstuk op zolder, maar ik scoorde er vijftien jaar geleden een gigantische hit mee: Running Out of Time, toen nog met Digital Orgasm. Van die single zijn toen 400.000 exemplaren over de toonbank gegaan in Engeland. (geniepig) A propos: de groepsnaam Digital Orgasm bedachten we nadat de ARP een van zijn beestachtige geluiden voortbracht.

(belerend) Die machine gaf het ruigste geluid in de hele rave-scene, maar wist je dat ze daarvoor vooral in de songs van Stevie Wonder gebruikt werd? Bij mij was het liefde op het eerste gezicht toen ik Rick Wakeman ermee zag spelen in Yes. Het is een leuk, ingenieus toestel: je moet allerlei pennen in een klein prikbord steken om geluid op te wekken, en knopjes sturen die golven bij zoals je dat wil. Of zoals de ARP dat zélf wil: zo’n analoog instrument leeft in je handen, want je speelt met pure golven elektriciteit. Ik heb zolang geëxperimenteerd met die synth tot ik er écht bedreven in werd. Live kon ik er dan ook helemaal mee door het lint gaan .

Zo’n analoge synth heeft iets heel Jongens & Wetenschap-achtigs: hoe je ook prutst met de mechaniek, je komt geen twee keer uit bij dezelfde klank. De mogelijkheden zijn oneindig! Digitale bakken hebben dat niet, en zijn daarom een stuk minder spannend.

Vandaag is de ARP 2600 quasi onvindbaar, én een cultinstrument dankzij The Chemical Brothers. Ik heb mijn exemplaar toevallig op de kop getikt in de jaren 80. Samplers waren toen aan een opmars bezig. Terwijl andere dancegroepen voor de digitale toekomst kozen, besloot ik om ook met het analoge verleden te blijven stoeien.

Voor die ARP heb ik mijn motorfiets moeten verkopen, maar die opoffering wilde ik graag doen: de winter zat er toch aan te komen (lacht). Hoeveel zo’n ding vandaag kost weet ik niet. Een hoop alleszins. Maar ik zie zulke instrumenten niet als een investering: daar is de liefde te groot voor. Kraftwerk en Tangerine Dream moet ik als schuldigen aanwijzen voor mijn verslaving. Ik heb intussen zo’n vijftig synthesizers in huis, en enkele heel kostbare veilig gestockeerd op een andere plaats.

Mijn verslaving is begonnen met een MR 10. Dat was mijn allereerste synthesizer: afgekocht van een vriend die er niet mee overweg kon. Dat ding had slechts 32 toetsen, maar je kon er wél een hoop rare effectjes uit persen. Ik was een jaar of twintig, toen ik verknocht raakte aan synthesizers. Als je vandaag hoort welk geluid uit die bakken kwam, zul je niet onder de indruk zijn, maar toen was dat top notch. En het oog wou ook wat in mijn geval: het de- sign van zo’n MR 10 is nog steeds fantastisch.

Of iemand anders aan mijn synths mag komen? Liever niet, eigenlijk. Niet omdat ik vrees dat iemand ze beschadigt, maar wel omdat ik bang ben dat ik ze nooit meer terugzie. Ik raakte al eens een fantastische mini-Moog kwijt door hem uit te lenen aan een andere groep. Zo’n verlies breekt mijn hart.

Een synthesizer moet wel een verhaal hebben voor ik hem kan koesteren. Zo ben ik bijvoorbeeld vertederd door mijn Moog Prodigy. Die heeft Rick Rubin me gegeven in Los Angeles. Een van zijn technici had voordien in de studio zitten prutsen aan mijn AKAI-sampler en wiste per ongeluk alle muziek erop: vijf dagen werk in één klap down the drain. Als wiedergutmachung heeft Rubin me dat instrument toen cadeau gedaan. Heel sympathiek. Maar eigenlijk kon die geste er ook wel van af, vond ik toen (lacht).’

Maurice Engelen aka Praga Khan bracht zopas het nieuwe album ‘ Soundscraper’ uit.

Opgetekend door Gunter Van Assche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content