‘The Ship’ moest luc van acker internationaal lanceren, maar leverde hem ook aanzien op in homokringen.
Luc Van Acker genoot een tijdlang vooral bekendheid als gitarist van Arbeid Adelt! Met zijn derde solo-album The Ship (1984) wilde hij het tij doen keren en een professionele, internationale carrière uitbouwen. De plaat vertelt het verhaal van een Vlaamse jongen die de schaduw van de kerktoren ontvlucht en de wijde wereld intrekt. Autobiografisch? Jazeker, want Van Acker was intussen een alliantie aangegaan met de Britse new wave band Shriekback, waarmee hij op tournee vertrok. Van de hoes moest een Kuifje-trekt-op-avontuur-sfeer afstralen – vandaar ook het beeld van de matroos, die net lijkt aangespoeld na een lange wereldreis.De eerste locatie die in Luc Van Acker opkwam, was het Afrikaans museum in Tervuren. Hij zou tussen de opgezette dieren in de vitrinekast plaatsnemen, maar een proefopname maakte duidelijk dat deze optie niet realistisch was (‘De foto’s waren lelijk en de mensen schrokken zich een bult toen ze tussen al die wilde beesten plots iemand zagen bewegen.’) Uiteindelijk ensceneerde de zanger zélf een reistafereel. Kunstschilder Franky Deconinck maakte, samen met collega-kunstenaar Jan Bultheel, een zeedecor dat neergeplant werd op de dansvloer van Beaux Bruxelles, de nachtclub van radioman Gust De Coster en op dat moment dé place to be voor hippe Vlamingen in de hoofdstad.Anna Domino, een New Yorkse ontwerpster van theaterkostuums die samen met Luc van Acker het onsterfelijke duet Zanna zong, naaide speciaal voor de hoes van The Ship een matrozenpak. ‘Dat pak heb ik nog de hele tournee gedragen’, vertelt Van Acker. ‘Na afloop stond het stijf van de vuiligheid en stonk het uren in de wind. Het is uiteindelijk helemaal verpulverd.’De kitscherige achtergrond werd letterlijk bij elkaar geraapt. Fotograaf Danny Willems had de netten bijvoorbeeld meegebracht van de visserijschool in Oostende, waar hij connecties had. ‘Geen idee waar de rest precies vandaan kwam, maar er lag werkelijk vanalles, tot een masker uit Thailand en een mes uit Finland toe’, zegt Van Acker. ‘Bij EMI, mijn platenfirma, waren ze erg te spreken over de hoes’, herinnert hij zich. ‘Ze hadden maar één opmerking: ôWaarom moest je zo nodig op blote voeten poseren?” De reden was simpel: ik had gewoon geen schoenen die bij het matrozenpakje pasten. (lacht)’ Franky Deconinck – DC voor de kunstvrienden – groeide op in Izegem, maar woont en werkt tegenwoordig in Brussel. Voor hij zijn talent aan The Ship leende, had hij al furore gemaakt met erotische muurschilderingen in winkels en een reeks van dertien werken in een ruïne van de Textielweverij in Gent. In de jaren ’90 schopte hij het tot alom erkende artiest, met tentoonstellingen in Keulen en Amsterdam en in het SMAK in Gent.Aan de meeuw, die mét voetstuk door de lucht zweeft, is te zien dat het havendecor fake en surrealistisch moest ogen. Velen zagen er een verwijzing in naar de zeemansromantiek van Querelle, een film die Werner Fassbinder draaide naar het gelijknamige boek van Jean Genet. Van Acker: ‘Dat was zeker geen bewuste zet, maar het grappige was wél dat die film op dat moment erg populair was in homokringen. Na optredens kwamen plots hele groepen homo’s aankloppen aan mijn kleedkamer – het heeft nog een hele tijd geduurd voor ik wist waar ik dat aan te danken had.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier