Klopt het adagium dat de grootste klassiekers het vlotst tot stand komen? Is het een kwestie van goddelijke inspiratie of toch veeleer van menselijke transpiratie? We vroegen de makers van de beste tien belpopsongs – uit de door onze lezers en Radio 1-luisteraars samengestelde ‘100 op 1’ – naar het verhaal áchter hun evergreens. Door Peter Van Dyck
1 Gorki ‘Mia’
Luc De Vos: ‘ Mia bestond eerst in een saaie rockversie. Ik had de song opzij- gelegd, tot producer Wouter Van Belle zei dat we nog een zacht nummer misten. Al improviserend probeerden we Mia eens traag en rustig te spelen met een echoënde drumbeat en Wouter op piano. Het zat meteen perfect. Uit de eerste take van twintig minuten haalden we de beste stukken. Omdat het zelfs dán nog te lang was, kon het geen single worden. Mia schopte het echter tot livefavoriet. Het gaat over vergane jeugd. Ik voelde me een verworpene toen. Ik was werkloos, vandaar die verwijzing naar de arbeidsmarkt. Het is een typisch jaren-tachtig-crisisliedje. Mia gaat ook over mijn moeder. Ze zat met me in. “Doe er toch iets aan!”, zei ze. Maar ik zat liever voor me uit te dromen.’
2 Jacques Brel ‘Ne Me Quitte Pas’
Jacques Brel: (in 1966) ‘Er zijn liedjes die ik met tranen in de ogen heb geschreven, maar wetende dat ik bij het zingen ervan belachelijk zou worden gemaakt. Zodra je niet aan een verwachtingspatroon beantwoordt, ben je extravagant. Toen ik Ne Me Quitte Pas zong, kwamen de mensen niet bij van het lachen. “Wie verzint zulke beuzelarij?”, was de reactie. Toen Edith Piaf het lied hoorde, schokschouderde ze; het paste niet dat een man zo weekhartig was. Zelfs mijn artistiek directeur vond er niets aan, terwijl net hij geacht werd commercieel van wanten te weten. Meestal zijn het de liedjes die ik als mislukt beschouw die het goed doen bij het publiek. In feite zijn niet veel chansons geworden zoals ik ze droomde. Ne Me Quitte Pas behoort tot de gelukkige uitzonderingen.’
3 Raymond van het Groenewoud ‘2 Meisjes’
Raymond van het Groenewoud: ‘Ik had net een siësta achter de rug aan een meer in Noord-Italië. Ik werd wakker met de melodie. Het maakte me nerveus dat ik geen pen en papier bij de hand had. Gelukkig kon ik ze onthouden tot ik in de hotelkamer arriveerde. Bij het uitwerken ervan voelde ik al snel een soort magie in de akkoordenstructuur, alsof het een eindeloze lus vormde. Tekstueel begon ik met stomweg te beschrijven wat ik op het strand had gezien. Daarna, op een nacht in een skioord, volgde nog de zinsnede: “Dat deken is zo zwaar”. Ik moet bij het nummer vaak aan de dood denken. Wanneer ik 2 Meisjes zing, is het alsof ik door de ogen van een stervende het eeuwigdurende rad van het leven zie.’
4 Hooverphonic ‘Mad About You’
Alex Callier: ‘Tijdens de kennismaking op een schrijfseminarie in een Engels kasteel merkte één van de gasten op dat de wijn ‘fishy’smaakte. Daarop begon ik haar te plagen. Mensen van EMI Publishing, die het seminarie organiseerden, hadden de frictie tussen ons opgemerkt en zette me de volgende dag met die vrouw, Cathy Dennis, aan de schrijftafel. Er was een vonk tussen ons maar al snel zag ik in dat, als ik een relatie met haar zou starten, dat de hel zou zijn. Terug thuis pende ik Mad About You. Het gaat dus over een onmogelijke relatie. Daarom is het raar dat zovele mensen – zelfs Tom Helsen! – het als openingsdans op hun huwelijk kiezen. Precies omdat de song over echte en herkenbare emoties handelt, heeft het volgens mij succes geoogst.’
5 Admiral Freebee ‘Rags ‘N’ Run’
Tom Van Laere: ‘Na het oudejaarsavonddiner zat ik wat gitaar te spelen. Plots botste ik op een interessant riedeltje. Terwijl iedereen uitging, bleef ik thuis om het nummer verder af te werken. Ik weet nog goed dat het verschrikkelijk koud was, en ik hou al niet van de winter. De eerste regel – “Times like these when the temperature’s freezing” – kwam dan ook onmiddellijk. De song vloeide vrij vlug in elkaar. In de studio legden we het vast toen de groep vrij had. Producer Jo Francken en ik wisten met simpele middelen de sfeer helemaal te vatten. Het mooiste stuk van Rags ‘N’ Run vind ik het einde met die hoge stem. Schrijfster Connie Palmen zei me ooit: “Het is kreunen van hoop en niet van frustratie, en dat is wat het zo aantrekkelijk maakt.” ‘
6 Wim De Craene ‘Tim’
Jean Blaute: (arrangeur/producer) ‘Ik had diepe maar ook hilarische gesprekken met Wim op café. Ik herinner me nog dat we de eerste repetitie zo dronken waren dat hij huilde van wanhoop: “Die plaat wordt nooit wat.” We waren het erover eens dat Tim een episch nummer moest zijn. Het is, zoals heel wat klassiekers, ongrijpbaar. Waarover ging het? “Hier laat ik je los, Tim” sloeg alvast niet op zijn zoon Ramses, want die was toen nog heel klein. Tim is een filmische song die veel aan de verbeelding van de luisteraar overlaat, een zeldzame kwaliteit in het Nederlandstalige lied. Zes maanden voor hij in 1990 zelfmoord pleegde, belde Wim me nog op. Hij was verdwaald in het Tien Om Te Zien-circuit en wilde terug naar zijn roots. Het heeft niet mogen zijn.’
7 Noordkaap ‘Ik Hou Van U’
Stijn Meuris: ‘Op de Oude Markt in Leuven tekenden we het contract voor de soundtrack van Manneken Pis. Bij het degusteren van de wijn vertelde de producent dat ze dat weekend al zouden gaan filmen. Voor de scène die ze wilden draaien, hadden ze een liedje nodig. Een gezin moest het refrein immers met de autoradio meezin-gen. We beenden meteen naar ons repetitiekot. Daar lag toevallig een accordeon. Onze toetsenman Wim De Wilde speelde er, ietwat gebrekkig, een intro op en we waren vertrokken. Muzikaal kenden we geen scrupules. In de tijdspanne die de bassist nodig had om een sigaret op te roken was de song klaar. De dag erop snelden we met de demo naar de set in Wachtebeke. Toen de song twee à drie keer was afgespeeld, zat de ambiance er al in bij de crew.’
8 dEUS ‘Nothing Really Ends’
Tom Barman: ‘Het was 2001. Ik was al aan Any Way The Wind Blows begonnen en dEUS was het laatste waar we aan dachten. Omdat we echter een song nodig hadden om onze dvd te promoten, vroeg de platenfirma of ik niet nog wat had liggen. Dat was zo. De deadline stimuleerde me om de tekst te pennen. Nothing Really Ends was een overgangsnummer. Het leunde aan bij de donkere, heavy Ideal Crash-cd, maar liet ook opnieuw wat licht door. De drums namen we op in de woonkamer van CJ Bolland – hij had toen nog geen lief en dus geen meubels. (lacht) De groeps-leden waren uitgezwermd en daardoor nam ieder zijn partij apart op – heel ongewoon voor ons. De song wordt binnenkort overigens gecoverd door de Braziliaanse zangeres Eugenia Melo e Castro.’
9 TC Matic ‘Oh La La La’
Arno: ‘Bassist Ferre Baelen speelde steevast dezelfde riff wanneer hij zijn versterker aanklikte. Toen toetsenman Serge Feys daar op een keer op inspeelde, was mijn spontane reactie: ‘C’est magnifique!’ Ik heb er een eenvoudige, halve rap op gezet – ik was toen nog niet zo gebeten door melodieën.’
Jean-Marie Aerts: (gitarist) ‘Ik was nog maar pas bij TC Matic. Op een van de eerste repetities was het al raak. De organische totstandkoming van Oh La La La was een moment van magie. Geloof me, je maakt het zelden mee dat vijf persoonlijkheden elkaar zodanig aanvullen. Dat nummer knalt. Als ik het op de radio hoor, schrik ik er telkens van. Niet slecht gemaakt, bedenk ik me dan.’ (lacht)
10 Novastar ‘The Best Is Yet To Come’
Joost Zweegers: ‘Twee jaar nadat ik de Rock Rally had gewonnen, werd me gevraagd om op de volgende editie acte de présence te geven. Ik had nog altijd geen contract en wou me dus bewijzen. De week voordien had ik ’s nachts in één ruk The Best Is Yet To Come geschreven. Ik zette er mijn set mee in. Toen de mixer er een opmerking over maakte, wist ik zeker: dit liedje zit goed. Ik heb gemerkt dat heel wat campagnes en sportprogramma’s op het thema hebben ingehaakt. Dat is een beetje cynisch, want het gaat net over iemand die zichzelf wijsmaakt dat er nog hoop is. Ik was toen wanhopig en eigenwijs – dat ik zonder deal zat, beschouwde ik als een afgang. Het is ironisch: net uit de spanning die ik voelde, is die song voortgekomen.’
Peter Van Dyck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier