‘Dan maar op eigen kracht’, besloot Jo Smets, voormalig filmcriticus van dit eigenste blad, toen het Vlaams Audiovisueel Fonds de knip op de beurs hield. En kijk: vijf maanden later wordt zijn eenmansfilm ‘I Against Ghost’ – een digitale nachtmerrie die ergens tussen Anton Corbijnvideo, stille gothicfilm en lynchiaans experiment in doolt – op het BIFFF vertoond in de eigenzinnige sectie ‘7th Orbit’. Smets against World. Door Dave Mestdach
Een poging tot samenvatting: het gaat over een spook met een existentiële crisis en het is een uit de hand gelopen kortfilm. Juist?
Jo Smets: Min of meer. Ik had al jaren een verhaal liggen over een spook dat zich afvraagt wie of wat hij nu eigenlijk is en wat hij in het verleden heeft mispeuterd. En ik doe ook al jaren research naar zelfmoord. Bovendien zag ik enkele maanden geleden een advertentie voor een spookmasker dat ik heel intrigerend vond, meteen heb gekocht en in de film ook draag. Eerst heb ik daar wat clair-obscurbeelden mee gemaakt – zo’n wit masker dat opdoemt uit de duisternis. Maar gaandeweg vormden zich steeds meer tableaux vivants, met natuurlandschappen en symbolisch beladen beelden, die ik vervolgens op muziek en soundscapes monteerde en die ik gaandeweg heb uitgebreid tot een langspeler van 75 minuten.
Je deed alles zelf: schrijven, filmen, acteren, mixen, monteren. Waar heb je dat geleerd?
Smets: Ik heb bij het Filmmuseum gewerkt, heb altijd graag over techniek gelezen en heb ook altijd zelf zitten knutselen. Ik mag dan nooit een 35mm-camera hebben gehanteerd; ik weet wat een goeie cameraman moet doen en hoe goed camerawerk eruitziet. Bovendien maakt de nieuwe digitale apparatuur het mogelijk om in je eentje efficiënt te werken. Het is misschien niet de film die ik écht wilde maken – ik zou liever met acteurs en meer narratie werken – maar het is een aardige poging. Zeker voor een debuut.
Wat wilde je dan écht maken?
Smets: Een film noir in de stijl van James Ellroy, maar dan een die diep in de Vlaamse geschiedenis is geworteld. Een soort Flanders Confidential. Helaas vond het VAF mijn treatment te ambitieus en te satanisch. Er zitten blijkbaar te veel subplots in en het feit dat mijn hoofdpersonage een diabolisch figuur is, kan kennelijk ook niet. Uiteraard zijn dat absurde argumenten maar je kunt je er alleen maar bij neerleggen. Hoewel: ik heb in vijf maanden zonder steun een film in elkaar gebokst en dat film-noirproject dien ik de volgende keer gewoon weer in. (lacht)
Vrees je als ex-criticus niet extra hard aangepakt te worden? Je stond zelf bekend om je harde kritieken.
Smets: Ik kijk als criticus en als regisseur op dezelfde manier naar film. Ook voor mijn eigen werk ben ik streng. Ik besef dat ik mijn beperkingen heb en zeker met een film die ik in vijf maanden op mijn eentje en zonder een rotte frank heb ineengeknutseld. Het is trouwens nonsens te beweren dat critici het dan maar in de praktijk moeten bewijzen als ze toch alles beter weten. Wie een film maakt, moet even goed geïnformeerd zijn als een criticus. In dit geval heb ik gewoon een film gemaakt die ik zelf graag zou zien, maar waarvan ik terdege besef dat velen er zullen op afknappen. Omdat hij experimenteel is, een droomlogica volgt, vooral op de interactie tussen beeld en geluid speelt en geen helder verhaaltje vertelt. Laat het vitriool dus maar komen. (lacht)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier