Vanaf maandag 11/5 op Canvas+ en Klara.

Muzikanten van Honduras tot Singapore spannen alvast hun snaren aan, want deze week is de Koningin Elisabethwedstrijd weer van start gegaan, en deze keer staat de viool centraal. De openbare omroep besteedt uitgebreid aandacht aan het concours: de halve finales op Klara en Canvas+ worden uitgezonden, en vanaf de finaleweek doet ook Canvas zelf een duit in het zakje. Een van de commentatoren bij het gebeuren is natuurlijk Klarapresentator Fred Brouwers, die al jarenlang gelukkig getrouwd is met de Koningin Elisabethwedstrijd.

De uitzendingen pikken in bij de start van de halve finales. Waarom?

Fred Brouwers: Het klinkt misschien een beetje hard, maar de wedstrijd wordt vanaf dan pas spannend. Het is zoals bij een wielerwedstrijd: de eerste 100 kilometer van Parijs-Roubaix zijn niet zo boeiend, daarna wordt het interessant.

Er zitten twee Belgische kandidaten in de selectie: Jolente De Maeyer en Lorenzo Gatto. Hoe schat je hun kansen in?

Brouwers: Hoog, want ze hebben heel wat in hun mars. De twee waren er tijdens de vorige editie voor viool vier jaar geleden ook al bij, maar toen waren ze wellicht een beetje te jong. Dit keer zullen ze wel steviger op hun benen staan.

Als Belgen uitblinken, zal dat ook niet slechtzijn voor de kijkcijfers.

Brouwers: Dan is het publiek sneller geneigd zijn om de wedstrijd te volgen, ja Ook hier is een vergelijking met sport op zijn plaats: toen Justine Henin en Kim Clijsters nog tennisten, werd er massaal naar het tennis gekeken en die belangstelling verminderde meteen toen zij ermee ophielden. Dat geldt ook voor de Koningin Elisabethwedstrijd. Maar dit blijft natuurlijk vooral een wedstrijd voor de Klaraluisteraars, en als je naar de luistercijfers van die omroep kijkt, weet je dat je een beperkt aantal muziekliefhebbers aanspreekt. Al moet je er natuurlijk naar streven dat cijfer te verhogen.

Toch is het muziektoernooi een van de grootste in haar soort.

Brouwers: Absoluut, en ze krijgt ook weerklank in het buitenland. Ook de BBC zal bijvoorbeeld de uitslag bekendmaken. Wie het moét weten, zal er natuurlijk van op de hoogte zijn. Impresario’s, organisatoren en directeuren van orkesten weten wat hier gepresteerd wordt en zijn tijdens de finaleweek dikwijls aanwezig.

De klassieke muziekwereld is enorm geëvolueerd: merk je dat ook aan de Koningin Elisabethwedstrijd?

Brouwers: De laatste jaren zit het concours inderdaad in een internationaal circuit. Impresario’s zorgen ervoor dat hun kandidaten op alle grote wedstrijden aanwezig zijn. Zo’n promotie bestond vroeger niet, maar tegenwoordig is ze erg belangrijk. Een andere evolutie is de dalende leeftijd van de kandidaten. De organisatoren hebben zelfs de leeftijdgrens verlaagd omdat de deelnemers steeds jonger worden. Vroeger werd een 30-jarige violist een jonge violist genoemd, nu zijn de kandidaten zestien, zeventien of vooraan in de twintig.

Hebben die jonge deelnemers de maturiteit en ervaring om moeilijke stukken te interpreteren?

Brouwers: Toch wel. Je mag niet vergeten dat die kandidaten vanaf hun vierde of vijfde al fanatiek met hun instrument bezig zijn. Omdat ze vaak niet naar een gewone school kunnen gaan, krijgen ze privéles en worden ze gedwongen om snel op te groeien. Als ik vroeger Henin of Clijsters als zestien- of zeventienjarige interviews hoorde geven, viel ik altijd achterover. Ze leken al een heel leven achter de rug te hebben, en dat is met die muzikanten net zo.

Tine Marguillier