‘IK WEET WAT HET IS OM VERFOEID EN GENEGEERD TE WORDEN’

Een trans-Atlantisch tripje om een bezoek te brengen aan Moby? Graag, waarom niet? De kaalste der kale popknikkers heeft een nieuwe plaat uit, Innocents. Mark Lanegan doet er op mee, en Wayne Coyne van The Flaming Lips. Hij praat erover bij hem thuis, op eigen terrein, want niet alle pers is de voorbije jaren even lief geweest voor Moby. ‘Zelfs al zou ik een betere versie van Hey Jude schrijven, dan nog zouden de blogs me haten.

West Hollywood, Los Angeles. Een korte wandeling boven Hollywood Boulevard ligt Franklin Avenue. Ten oosten van de freeway biedt de laan een verkommerd uitzicht, de westkant is opgekuist en levendiger, maar al bij al een onopvallend, doorsnee stukje West Coast. Tenminste, als je het massieve Celebrity Centre van Scientology niet opmerkt. Dat ligt pal in Franklin Village, een minicluster van enkele kleine, hippe restaurants, een magazinewinkel, een tweedehandsboeken- en -platenwinkel, een alternatief toneelhuis, een pet store, een koffieshop en Gelson’s, een (naar Amerikaanse normen) kleine, maar (zelfs naar Los Angelesnormen) prijzige supermarkt met een groot aanbod aan delicatessen en organische voedingswaren. De saladbar met zelfbediening is een aanrader.Gelson’s heeft beroemde buren: Brad Pitt en Angelina Jolie wonen pal naast de deur, daarnaast betrekt regisseur David Fincher een stulpje, Mad Men-hunk Jon Hamm en hartendief Ryan Gosling vind je om de hoek, en ook Thom Yorke heeft vlakbij zijn Amerikaanse optrekje. Inlichtingen die ik niet uit een of ander roddelvod of een van de vele toeristische gluurtournees heb geput, maar uit de mond van Moby. ‘A comfortable, weird celebrity neighbourhood’, noemt hij Franklin Village. Hij gaat er af en toe een hapje eten in 101, het restaurant dat aan mijn hotel grenst, en eigendom van muzikant Ben Harper.

Moby woont tegenwoordig dus in Los Angeles. Een jaar of twee, drie geleden verliet hij zijn heimat New York en trok richting Hollywood Hills. Wie vanaf Franklin Avenue via Beachwood Drive richting zijn huidig adres tuft, ziet het iconische Hollywoodlogo recht voor zich in de heuvels steeds dichterbij komen. Hoe hoger, hoe duurder de huizen, hoe kronkeliger de weg. Mijn taxichauffeur verliest er zowaar het noorden en zijn geduld bij. Je kunt er nochtans moeilijk naast kijken, Moby’s nieuwste residentie. Een eind jaren twintig neergepoot hagelwit, bescheiden chateau aan de buitenkant, binnenin een met vintage interieur stijlvol ingericht adelaarsnest, met uitzicht op de vallei, Hollywood Lake rechts en de Hollywoodletters binnen steenworpafstand links. Hitchcock had er iets moois mee gedaan. The Rolling Stones hebben er nog gecrasht in de jaren zeventig.

Wacht eens even. Moby in Hollywood? Staat mooi op papier – zoals Kuifje in Tibet, en Herbie Goes to Monte Carlo – maar waarom? Op zoek naar herbronning, de zoveelste in een lange rij muzikale pelgrims, onder wie Neil Young, John Lennon en Artic Monkeys, richting het shangri-la van de glitter en glamour? Want, laten we eerlijk zijn, de voorbije jaren is Moby in de eerste plaats beroemd door gewoon Moby te zijn. De grote successen van albums als Play en 18 liggen respectievelijk veertien en elf jaar achter ons, succes dat hij niet wist te evenaren met zijn laatste drie langspelers, Last Night (2008), Wait for Me (2009) en Destroyed (2011). ‘Ik wilde wonen waar het warm was in de winter,’ legt Moby uit, ‘in de buurt van de natuur, in een creatieve community, en ergens waar ik vrienden had. LA was de enige stad waar ik aan kon denken.’

Moby oogt heel erg Moby: klein, bleek en tenger, bril met zware zwarte montuur en een zwart T-shirt van The Flaming Lips. Wanneer hij praat, gebeurt dat met een rustige, vrijwel onbewogen expressie en intonatie. Heel zelden laten zijn dunne lippen zich tot een zwak lachje verleiden. Hij heeft zijn stokpaardjes, en laat er zich, met de kalme vastberadenheid van een ex-filosofiestudent, moeilijk van afleiden. Vroeger, zo bekende hij aan een blog, gaf hij interviews veelal dronken of met een kater. Wat ons bij de precieze reden brengt waarom hij New York heeft verlaten: Moby is gestopt met drugs en drinken. ‘Mijn katers duurden tien keer langer als de periode waarin ik dronken of high was, ik recupereerde bijna niet meer. Het werd zielig, tijd om ermee te kappen. Maar door een nuchtere bril ging ik New York helemaal anders bekijken, ik herkende mijn stad niet meer, en ik had plots veel meer last van het grillige, gure klimaat.’

Een nieuwe levenswandel, een nieuwe thuis: een nieuw album kon niet op zich laten wachten. Wat ons bij de reden brengt voor mijn bezoek: Innocents, Moby’s elfde album, en zijn meest collaboratieve werkstuk tot nu toe, geproducet door Mark ‘Spike’ Stent, knoppendraaier in dienst van groten als Massive Attack, Madonna, U2 en Oasis. Last Night was een liefdesbrief aan de housescene van New York, de vonk voor Wait for Me was een spreekbeurt van David Lynch over creativiteit, eenzaamheid en verlaten steden vormden de rode draad doorheen Destroyed. Innocents moet dus zijn LA-album zijn. ‘Een veelgestelde en terechte vraag,’ luidt het, ‘maar ik ben er nog niet uit. Mijn studio in New York was een kleine slaapkamer volgestouwd met apparatuur, en mijn studio in LA is een kleine slaapkamer volgestouwd met apparatuur. Op dat vlak dus geen verschil. Wat wel een rol heeft gespeeld, is de lokale college radio hier, met KCRW en KXLU als voornaamste fantastische zenders. Daar heb ik Damien Jurado voor het eerst gehoord, en daar ben ik op het idee gekomen om Mark Lanegan te vragen.’ Behalve singer-songwriter en cultfiguur Jurado (zijn recentste worp Maraqopa is een Focus-aanrader) en Lanegan lenen nog andere artiesten van diverse pluimage hun stem aan Innocents. Labelgenoot Cold Specks, die met de inktzwarte gospelfolk van I Predict a Graceful Expulsion de meest beklijvende debuutplaat van 2012 afleverde, tekent present op twee songs, ouwe Moby-getrouwe Inyang Bassey en het Amerikaanse popzangeresje Skylar Grey doen dat elk op één. En dan is er Wayne Coyne van The Flaming Lips, die acte de présence geeft op de feestelijke single The Perfect Life.

Bij het woord ‘feestelijk’ vult Moby de longen. ‘Eigenlijk is het een optimistisch klinkende song met een erg donker onderwerp’, steekt hij van wal, en wat volgt, is een lange uiteenzetting over de verwarring van het mens zijn (en het kleine wonder dat zich in een aangeknipte gloeilamp voltrekt), over onze primaire angsten (en de diepere betekenis van een slot op de voordeur), en over onze nimmer aflatende maar futiele zoektocht naar geluk. ‘Elke dag zijn 7 miljard mensen op zoek naar geluk, maar we zoeken op de verkeerde plaatsen. Anders zouden er niet zoveel mensen zes uur per dag op Facebook doorbrengen, zouden er geen psychiaters en drugsverslaafden bestaan. Als we slim waren, zouden we ons niet laten afleiden door de dingen die duidelijk niet werken. Als we slim waren, ging McDonald’s morgen failliet. Dan zouden we beseffen welke dingen ons op de lange termijn ellendig maken. Die hartverscheurende en mooie zoektocht, daar gaat The Perfect Life over.’ En ik die dacht dat het over het ideale leventje in LA ging. ‘Misschien kom ik nu weer als een overijverige, idealistische student filosofie over,’ verontschuldigt hij zich half, ‘maar dat risico neem ik erbij.’

HET OPZET MOCHT DAN EEN DANSSCHIJF ZIJN, MEDE DOOR producer ‘Spike’ Stent is Innocents een met dramatische strijkers gedrapeerde en op midtempobeats steunende luistertrip geworden die af en toe teruggrijpt naar Moby’s succesformule van eind jaren negentig. In Last Days zit zelf een oude folksample van het soort waarmee Play rijkelijk gelardeerd was. Het blijkt een flard Leadbelly te zijn. ‘En dan?’ klinkt het, ‘The Rolling Stones hebben toch ook gitaren gebruikt op al hun platen? Daarbij, de precieze elementen die ik toepas in mijn muziek zijn van ondergeschikt belang. Wat telt, is de emotie. Mijn enige loyaliteit ten opzichte van mijn muziek is het gevoel dat ze losweekt wanneer ik ernaar luister, los van eender welk genre of eender welke methode.’ Is platen uitbrengen dan nog steeds een vorm van therapie, ‘abusive therapy’ zelfs, zoals hij ooit liet optekenen? ‘Ik maak nu eenmaal heel persoonlijke, emotionele muziek, en wanneer je zoiets met de wereld deelt, speelt er altijd een therapeutisch element mee. Het enige probleem is dat veel mensen tegenwoordig niet reageren op de muziek, maar wel op mijn persoon. Meteen ook de reden waarom ik bijna nooit commentaren of reviews lees. Zo zal ik zolang ik leef geen letter aandacht besteden aan wat Pitchfork over me te zeggen heeft.’

DE GEZAGHEBBENDE WEBSITE PITCHFORK, HET ORAKEL VOOR AL wie zich links in het muzikale spectrum begeeft, en Moby: die twee zijn niet voor elkaar gemaakt. Moby’s platen worden er als alle andere met analytische pen in de diepte, breedte en lengte ontleed, en dan vallen al eens harde woorden. Zoals in de vernietigende bespreking van Destroyed, waaruit ik het citaat ‘he isn’t detestable, he’s ignorable’ heb meegebracht. Verfoeibaar of negeerbaar, wat vindt Moby het ergst? ‘Ik weet al lang wat het is om verfoeid én genegeerd te worden. Bijvoorbeeld, toen ik in 1996 mijn plaat Animal Rights ging promoten in Engeland vond de platenfirma maar twee mensen bereid om me te interviewen: iemand van een daklozenmagazine, en iemand van een studentenblad uit Birmingham of zo.’ Zwak lachje. ‘Maar het is duidelijk dat sommige mensen me haten bij Pitchfork, dus sla ik geen acht op wat ze zeggen. Mijn enige respons is: blijven werken. Al mijn creatieve helden – Woody Allen, Flannery O’Connor, Akesandr Solzjenitsyn, Sylvia Plath, Picasso tot op zekere hoogte – zijn altijd blijven doorwerken, wat de critici of het publiek ook dachten. Allen kreeg in zijn lange carrière heel goede en heel slechte reviews, maar hij blijft gewoon films maken. Het is makkelijk je te laten meeslepen in succes of falen, ik laat mijn eigenwaarde niet afhangen van anderen hun mening.’

Oké dan, nog een citaat uit een essay op Pitchfork: ‘Nobody’s done more to destroy the star mystique than Moby.’ Hij neemt het als een compliment. ‘Was het maar waar. Niks heeft meer gedaan om die mystiek te vernietigen dan sociale media. Vroeger leken filmsterren of rockhelden onbereikbaar voor het grote publiek, maar wie tegenwoordig fan is van pakweg Alec Baldwin hoeft maar zijn tweets te volgen om te weten welk ontbijt hij gehad heeft deze morgen. Ik ben me via mijn blog gewoon iets vroeger beginnen bloot te geven dan alle anderen.’ Opnieuw dat fijne lachje. ‘Hey, ik heb geprobeerd het popsterspel correct mee te spelen, hoor, rond de periode van Play en 18. Fotoshoots met styling en een schminkster. Er goed proberen uit te zien. Het was absurd. Ik heb nu eenmaal geen haar. Sommige mensen zijn goed in het ster zijn, beroemd en glamoureus. Ik ben misschien wel beroemd, maar zeker niet glamoureus.’

Hoe komt het eigenlijk dat Moby zo vaak op de korrel genomen wordt, en waarom heeft hij zo een polariserend effect op de mensen? Misschien omdat hij zo een uitgesproken goeddoener is? Moby is de beroemdste veganist op de planeet, en een fanatiek voorvechter van dierenrechten. Via zijn website mobygratis.com is een flink deel van zijn muziek gratis beschikbaar als soundtrack voor niet-commerciële filmprojecten. Eventuele opbrengsten gaan naar The Humane Society, een van zijn favoriete goede doelen. Hij is uitgesproken spiritueel en progressief – maar dat is geen zeldzaamheid in het celebritywereldje, stelt zich in interviews soms pijnlijk kwetsbaar op, is een zelfverklaarde nerd – opnieuw, zo zijn er nog. Ja, misschien wel een wijsneus af en toe, maar ook daarin zeker niet de enige. Vaststaat dat wanneer het Moby betreft heel vaak de man en niet de bal wordt gespeeld.

‘Toen ik met Play commercieel begon door te breken wist de mainstreampers niet waar ik vandaan kwam’, zo begint zijn theorie. ‘Ik kwam uit de technoscene, en die is lange tijd niet serieus genomen. Ik had geen voorgeschiedenis met muziekjournalisten, ik was hun vriendje uit de underground niet, zoals The White Stripes. In hun geval kon de pers zichzelf op de borst kloppen, “wij hebben meegeholpen aan hun succes”. Volgens mij is de backlash daar begonnen. En ik geef toe, soms ben ik jaloers op artiesten die nooit iets fout kunnen doen. Mensen als Jack White, Thom Yorke of James Murphy van LCD Soundsystem. Zelfs hun missers worden met de mantel der liefde bedekt. Net zoals iedereen het erover eens is dat David Bowie een genie is, maar over Tin Machine piept niemand. De lievelingen van de critici beschikken over een extra bonus, en dat gaat – vooral in de States en Engeland – zeker niet op in mijn geval. Zelfs al zou ik Abbey Road, Part Two maken, zou ik negatieve reviews krijgen. Wanneer ik een betere versie van Hey Jude zou schrijven, dan nog zouden de blogs me haten. Maar ik klaag niet, that’s just the way it is.’

HET WORDT WEL EENS VERGETEN DAT MOBY AL MEER dan twintig jaar meedraait, en meegeholpen heeft elektronische dansmuziek uit het verdomhoekje te halen. Hoe kijkt hij als veteraan aan tegen het feit dat electronic dance music, of EDM, wereldwijd en vooral in de VS groter is dan ooit? ‘Ik schep er grote voldoening uit. Techno was een getto in de jaren negentig, een bizar subwereldje waar de pers in een grote boog omheen liep. Om zo een minuscuul genre te zien uitgroeien tot een allesoverheersende invloed is geweldig.’ De verklaring is volgens hem simpel: ‘Dance music klinkt gewoon beter dan vroeger. Het duurde soms dagen om een aanvaardbaar geluid te verkrijgen uit die oude synthesizers, samplers en compressors. En dan nog klonk het resultaat vaak koud en kil. Tegenwoordig heeft iedereen Ableton of Reason op zijn laptop staan, en de geluidskwaliteit van die audiosoftware is er enorm op vooruitgegaan.’

Moby is met zijn dj-sets een graag geziene gast op festivals. Op Coachella was hij dit jaar een van de headliners, en deze week staat hij op de affiche van Decibel, een elektronisch muziekgebeuren in Seattle, als gevestigde waarde tussen hippe namen als Nicolas Jaar, Matias Aguayo, en Mount Kimbie. De vijftig wenkt voor Moby, denkt hij wel eens na over zijn mogelijke muzikale nalatenschap? De filosoof schiet weer wakker. ‘Och, we leven op een planeet die vijftien miljard jaar oud is. Alles wordt op de duur vergeten. Wie weet nog hoe immens populair The Andrew Sisters en Glenn Miller in de jaren veertig waren? Liberace was ooit Amerika’s populairste muzikant, dertig miljoen mensen keken naar zijn tv-shows. Nu is er een tv-film nodig – een goede tv-film trouwens – om dat in herinnering te brengen. Zelfs de erfenis van Kurt Cobain begint al stilletjes te vervagen. Het is allemaal relatief, alles vergaat uiteindelijk tot stof.’

Hij heeft het toch maar mooi tot een begrip geschopt, werp ik tegen. Zo leert het Urban Dictionary me dat een moby een internettrol van progressieve strekking is die conservatieve websites infiltreert om verwarring te stichten en brandjes te stoken. ‘Ja, dat is een goeie’, geeft hij toe. En hij heeft zelf nog een voorbeeld: ‘Wanneer in het noorden van Engeland een vrouw haar bikinilijn laat waxen, noemen ze dat een moby. Misschien wordt dat wel mijn nalatenschap: een symbool voor de kale, intieme delen van een vrouw. Daar kan ik mee leven.’ En zo eindigt ons gesprek met een derde, zuinige boog van zijn lippen.

We besluiten de heuvels te voet af te dalen. Beachwood Drive is een aantrekkelijke, rustige buurt. De luxe straalt er niet af zoals in pakweg Beverly Hills. Op een telefoonpaal is een gekopieerde flyer geniet met een vermiste chihuahua op. ‘Recompensa’ lees ik in grote letters. Het Spaans is bedoeld voor de Mexicaanse arbeiders die de vele tuintjes en opritten onderhouden. Even verderop heeft iemand een sticker op het voetpad geplakt: ‘Stop Making Stupid People Famous.’

Moby is een vat verwarrende tegenstrijdigheden. Niet glamoureus, maar woont wel in het mekka van de glamour. Zogezegd ongevoelig voor negatieve kritiek, maar perfect op de hoogte van zijn imago. Bescheiden, maar hoort zichzelf graag aan het woord en strooit met namen van obscure literaire meesters. Beroemd tegen wil en dank? Zou kunnen, maar hij is zeker geen dommerik.

INNOCENTS

Uit op 30/9 via Little Idiot/PIAS.

DOOR JONAS BOEL

Moby ‘MIJN KATERS DUURDEN TIEN KEER LANGER ALS DE PERIODE WAARIN IK DRONKEN OF HIGH WAS. HET WERD ZIELIG, TIJD OM ERMEE TE KAPPEN.’

Moby ‘WANNEER IN HET NOORDEN VAN ENGELAND EEN VROUW HAAR BIKINILIJN LAAT WAXEN NOEMEN ZE DAT ‘EEN MOBY’. ALS DAT MIJN NALATENSCHAP WORDT, DAAR KAN IK MEE LEVEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content