‘Ik speel niet op de Lotto, ik gok op films’

© KRIS DEWITTE

Aan de dood is de grote Japanse cineast Hirokazu Kore-eda (54) hopelijk nog lang niet toe, maar zijn testament heeft hij bij deze al klaar. ‘Als God op de dag des oordeels polst naar wat ik op aarde uitgestoken heb, dan laat ik After the Storm zien.’

Hirokazu Kore-eda is de Leonard Cohen van de filmregisseurs. Je denkt dat hij je rechtstreeks aanspreekt, dat hij speciaal voor jou die intieme, warme films maakt. Je vraagt je jarenlang af waarom hij niet bekender is en stelt op het einde van de rit vast dat best veel mensen met hart en ziel van zijn werk houden. Dat laatste is overigens niet meer dan een vermoeden. Het einde van de rit is nog niet in zicht voor de 54-jarige regisseur, die al een kwarteeuw het ene precieuze kleinood na het andere maakt. Aan een beetje erkenning – Cannes dat Nobody Knows (2004) en Like Father, Like Son (2013) bekroont; Steven Spielberg die de rechten op de remake van die laatste film koopt – heeft de minzame vakman genoeg om geruisloos verder te doen. Met Naomi Kawase, Takashi Miike en Kiyoshi Kurosawa behoort hij tot de weinigen die de grote Japanse filmtraditie van Akira Kurosawa, Kenji Mizoguchi en Yasujiro Ozu verderzetten.

Kore-eda’s voorkeur voor serene, humanistische films over familierelaties maakt het moeilijk om hem niet met Ozu te vergelijken. Hij vindt de vergelijking een hele eer, maar vindt zelf dat zijn werk eerder aansluit bij dat van Mikio Naruse, een tijdgenoot van Ozu. Naruse regisseerde vooral sombere familiedrama’s met aandacht voor de innerlijke turbulentie van vrouwen, die het niet onder de markt hadden in het naoorlogse Japan.

Minder groots dan verhoopt

After the Storm, dat Kore-eda vorig jaar in Cannes presenteerde, vertelt een eenvoudig verhaal. Een lange slungel stapelt de desillusies op. Hij droomde van een carrière als schrijver, maar is de facto een privédetective die ritselt om zijn gokschulden af te betalen en die achterstaat met de alimentatie voor zijn elfjarige zoon. Een tyfoon dwingt hem om de nacht door te brengen met de mensen die hij teleurgesteld heeft: zichzelf, zijn zoon, zijn ex en zijn alleenstaande moeder. Meer is het niet. After the Storm sluit aan bij Still Walking (2008), Kore-eda’s delicate en aangrijpende evocatie van een familiebijeenkomst. Het is ook de persoonlijkste film die hij tot nog toe heeft gedraaid. Hij laat zich niet voor niets ontvallen dat After the Storm de eerste film is die hij zal laten zien als God of een andere Opperrechter hem op de dag des oordeels ter verantwoording zou roepen.

De opnames gebeurden in de Asahigaoka-residentie van Kiyose, de sociale woonwijk in Tokio waar Kore-eda zijn broeken van zijn 9e tot zijn 28e levensjaar versleet. ‘Het idee voor de film dateert al van 2001. Na de dood van mijn vader bleef mijn moeder alleen achter in Kiyose. Toen ik haar tijdens de eindejaarsperiode bezocht, bedacht ik me dat ik op een dag een verhaal moest vertellen over die residentie. Een beeld dat me meteen te binnen schoot was dat van de grasvelden onder aan de flatgebouwen, daags na een tyfoon. Ik herinnerde me dat ik als kind op weg naar school gevallen takken opraapte en onder de indruk was van de schoonheid van het gras. Zo’n storm heeft een reinigend effect. De wereld ziet er daarna anders uit en dat opent perspectieven.’

In de zomer van 2013 begon Kore-eda effectief aan het scenario. Op de eerste pagina noteerde hij: ‘Niet iedereen wordt degene die hij wilde zijn.’ ‘After the Storm gaat over wat er in ons dagelijks leven gebeurt. De protagonist is niet de man, niet de echtgenoot, niet de zoon of de vader die hij had willen zijn, maar hij geeft niet op. Hij wil blijven proberen om beter te doen.’

De wijk waar Kore-eda opgroeide, was een perfect decor voor dat verhaal. ‘Na de Tweede Wereldoorlog heeft Japan een extreem snelle economische groei gekend. Die socialewoningcomplexen zijn daar het symbool van. Ze waren aanvankelijk erg in trek. De huur was betaalbaar en het was er gerieflijk leven – er was aardgas en elektriciteit, je kon er makkelijk baden – maar niemand was zinnens daar voorgoed te blijven wonen. Het plan was bijna altijd om voldoende te sparen om zelf een huis te kunnen kopen. Maar het leven verloopt niet altijd zoals gepland. Velen raakten er nooit weg. De kinderen werden groot en verlieten het nest. Nieuwe gezinnen kwamen er niet. Alleen de ouderen bleven op den duur over. Mijn moeder is er gestorven. Op het einde was ze helemaal alleen.’

Een uniek geval was Kore-eda’s buurt niet. ‘Je vindt zulke complexen in het hele land. Ze liggen er vandaag vaak troosteloos bij. De woningen bleken ook niet zo ideaal als destijds gedacht. In die zin zijn ze een metafoor voor de personages in de film: ook die zijn niet geworden waar ze van droomden.’

Het testament van zijn jeugd

De onfortuinlijke vader in de film vertoont enkele gelijkenissen met Kore-eda’s vader, een man van twaalf stielen en dertien ongelukken die als hij dronken was nare herinneringen ophaalde aan zijn verblijf in een Siberisch krijgsgevangenenkamp. Hij was een van de honderdduizenden soldaten van het Kanto-leger, dat zich in augustus 1945 in Mantsjoerije overgaf aan de Sovjet-Unie. Pas in de jaren vijftig kwamen ze vrij. En net als het filmpersonage had ook Kore-eda’s vader een gokverslaving. ‘Ik koop geen loterijbriefjes meer sinds die keer dat ik als kind met mijn vader op stap was en er tien mocht uitkiezen. Ik vond dat opwindend en vertelde er ’s avonds over aan mijn moeder. Die razend werd. Dat haar man geen kinderen mocht betrekken bij zijn bedenkelijke hobby. Ik had met mijn vader te doen – ook al omdat ik uit de biecht geklapt had. Sinds die dag heb ik me altijd ver van loterijen en andere vormen van gokken gehouden. Met slechts één uitzondering: mijn werk. Filmen is ook altijd een beetje gokken. Misschien heb ik dus toch iets van mijn vader geërfd.’

Het verhaal van de loterijbriefjes is verwerkt in After the Storm. Kore-eda nam ook een zinnetje over dat hij zijn moeder hoorde zeggen na de dood van zijn vader. ‘Ik hoorde haar tegen zichzelf mompelen dat hij nooit in staat geweest was om van het heden te houden. Dat raakte me.’ Ook de climax van de film is ontleend aan een jeugdherinnering. ‘Ik heb zelf ooit tijdens een tyfoon onder de glijbaan in het park geschuild. Het was wel niet met mijn vader maar met vrienden dat ik snoepte en snacks at terwijl we naar de storm keken.’

Zelfs Kore-eda’s baseballstijl vond een plaatsje in de film. ‘Als kind speelde ik baseball, net als de jongen in de film. Vandaag is voetbal dé populaire sport, maar toen was dat in Japan nog baseball. Werkelijk iederéén in mijn buurt droeg een petje van het lokale team: de Tokyo Giants. Ik was eerste slagman en ging bijna altijd voor de zekere bal. Ik nam geen risico’s. De jongen in de film doet hetzelfde. Hij volgt het advies van zijn oma op: omarm het nu, wees gelukkig met wat je kunt, niet ongelukkig met wat je niet kunt. Dat is ook mijn filosofie. De jongen volgt het advies van zijn oma op omdat hij zichzelf liever niet te veel druk oplegt en vrede heeft met zijn middelmatige spel. Ongetwijfeld heeft zijn oma dezelfde waarden willen meegeven aan zijn vader. Maar die ziet het anders. Die snakte in zijn tijd naar de grote slag waarmee je de wedstrijd wint of waarvoor de tribune applaudisseert en legde grote risico’s in zijn spel. Het voorzichtige spel van zijn zoon zint hem niet.’

De vele persoonlijke herinneringen maken van After the Storm nog geen autobiografie. ‘Het zou een te enge film geworden zijn als ik me uitsluitend beperkt had tot mijn herinneringen. Ik wil niet gebonden zijn aan feiten en emoties.’ Kore-eda zegt wel te hopen dat zijn zus niet naar After the Storm gaat kijken. In de film krijgt de would-be schrijver en detective op zijn donder van zijn zus, die het niet vindt kunnen dat hij in zijn eerste roman familieverhalen heeft verwerkt. ‘Die familieherinneringen zijn niet alleen van jou, maar ook van de familie’, foetert ze. ‘Dat zinnetje is exact wat mijn oudere zus ooit tegen mij gezegd heeft’, lacht Kore-eda schuldbewust.

Genoeg familiedrama

De regisseur vertelt in zijn films doodgraag over families. Over volwassenen die zich als kinderen gedragen en kinderen die zich genoodzaakt zien om als volwassenen te handelen. Over kinderen die er alleen voor staan (Nobody Knows). Over de vraag of bloedbanden zwaarder wegen dan dagelijkse omgang (Like Father, Like Son). Over twee broers die sinds de scheiding van hun ouders op grote afstand van elkaar wonen (I Wish). Over drie samenwonende zussen die zich ontfermen over een jongere halfzus (Our Little Sister). Over ouders die te weinig bezoek krijgen, volwassenen die snakken naar vaders almaar uitblijvende schouderklop en familiereünies met zowel ongemakkelijke als geruststellende stiltes (Still Walking).

Kore-eda slaagt er telkens in om ook een plaats te geven aan familieleden die er niet meer zijn. ‘Verlies hoort er in élke familie onvermijdelijk bij. Ik verloor eerst mijn vader en vervolgens mijn moeder. Toen was ik ineens niemands zoon meer. Tegelijkertijd werd ik vader en werd mijn vrouw een moeder. Een nieuwe familie ontstond. Zo gaat dat. De ene generatie gaat over in de andere. Een familie is nooit volledig. Er zijn altijd afwezigen, gestorven familieleden die gemist worden. Ik vermoed dat de behoefte om een gezin te stichten minder groot zou zijn als we geen familieleden zouden missen. Kinderen vullen een gemis in.’ Zijn films tonen hoe aanwezig dat gemis is, maar ook dat er best mee te leven valt als je erin slaagt de doden een plaats te geven in je leven. De vluchtigheid van het leven is geen reden om te kniezen of te somberen.

After the Storm heeft ook veel aandacht voor de overlevering, voor spullen en ideeën die doorgegeven geworden. ‘Mijn vader had een prachtig handschrift. Dat van mij is ook niet slecht (glimlacht verontschuldigend voor dat kleine beetje eigenlof) en dat heb ik allicht van hem. Een van de belangrijkste zaken die ouders en grootouders doen, is dingen doorgeven. Dat kan van alles zijn: aandacht voor een verzorgd handschrift, een gewoonte, een levenshouding, een juweel, een sportartikel. In mijn film zijn meerdere voorbeelden te zien: een bewaarde navelstreng, een inktsteen, een baseballhandschoen. De ene generatie geeft door aan de andere. Van ouder op kind. Van schoonmoeder op bruid. Van oma op kleinzoon. Ik vind het belangrijk om dat te tonen. Ik heb de leeftijd bereikt waarop ik een familie zie als een constructie die een veel grotere periode overspant dan een mensenleven. De overlevering speelt daar een grote rol in.’

Het ziet er wel naar uit dat After the Storm een keerpunt wordt. ‘Ik weet dat ik het al vaak over families gehad heb. Dat is nu eenmaal iets waar ik mezelf veel vragen over stel. Het vaderschap was ook de grootste verandering in mijn leven. Ik werk zulke vragen graag uit in films, ook al leidt dat zelden tot heldere antwoorden.’ Maar genoeg is genoeg. ‘Ik ben van plan om het thema voortaan te mijden. Ik kan er altijd nog op terugkomen als ik de kaap van de zestig gerond heb. Dat is nog wel even. Mijn volgende films worden iets journalistieker. De eerstvolgende gaat over een moordzaak en een advocaat die twijfelt aan de schuldbekentenis van zijn cliënt. Ik zou ook graag eens op een grotere schaal werken en het hebben over het Japan van na de Tweede Wereldoorlog.’ Na de storm ziet niet alleen het gras er anders uit.

AFTER THE STORM

Vanaf 3/5 in de bioscoop.

HIROKAZU KORE-EDA & MIKIO NARUSE

Cinema Zuid in Antwerpen legt in mei en juni het werk van de twee Japanse meesters naast elkaar. Alle info: cinemazuid.be

door Niels Ruëll, foto Kris Dewitte

‘Verlies hoort er in élke familie bij. Ik verloor eerst mijn vader en dan mijn moeder. Tegelijkertijd werd ik vader. Een nieuwe familie ontstond. Zo gaat dat.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content