‘Ik moet dit uitzweten’
Hij werd gedumpt door Charlize Theron, belandde in een mediastorm na zijn geheime ontmoeting met drugsbaron El Chapo en was de pispaal van Cannes met zijn draak van een oorlogsdrama The Last Face. Sean Penn likt zijn wonden na zijn annus horribilis 2016.
Cannes. 20 mei 2016. ‘Can I smoke in here?’ vraagt Sean Penn wanneer hij plaatsneemt aan onze tafel in het luxueuze Carlton-hotel. Hoewel de inmiddels 56-jarige Californiër het antwoord kent, is er niemand die ‘Non, monsieur’ durft te antwoorden. Zelfs de kelner die hem fluks een asbak aanbiedt, lijkt compassie met hem te hebben. En hoewel medelijden een zeldzaam goed is in mondaine kringen, is daar voor één keer reden toe.
We ontmoeten Penn daags na de dramatische wereldpremière van The Last Face, zijn vijfde film als regisseur. Niet alleen werd hij na de persvoorstelling getrakteerd op hoongelach en boegeroep, zijn film – met Charlize Theron en Javier Bardem als verliefde hulpverleners te midden van de gruwel van de Liberiaanse burgeroorlog – kreeg in de vakbladen een quotering van 0,2 op vier, een diepterecord in de historiek van het festival.
‘Wellicht de slechtste film ter wereld’, kopte Cahiers du Cinéma zonder pardon. ‘Een verbijsterend zelfgenoegzame cocktail van lege romantiek en beledigende vluchtelingenporno’, fulmineerde The Hollywood Reporter. Penn mag als acteur dan de nodige hoogtes – hij won Oscars voor Mystic River en Milk – maar zeker ook laagtes – herinner u Shanghai Surpise of I Am Sam – hebben gekend, na The Indian Runner, The Crossing Guard, The Pledge en Into the Wild is snoeihard afgaan als regisseur nieuw voor hem.
2016 was sowieso al een hobbelige rit. Tijdens de postproductie van The Last Face, in januari vorig jaar, kwam hij wereldwijd op een negatieve manier in het nieuws nadat hij had onthuld dat hij in het geheim de voortvluchtige Mexicaanse drugsbaron Joaquin ‘El Chapo’ Guzman had ontmoet, met de hulp van actrice Kate del Castillo, die een film over hem wilde maken. Naar eigen zeggen gebeurde dat in opdracht van het Amerikaanse blad Rolling Stone, dat zijn protserige proza en halfbakken poging tot interview publiceerde de dag nadat El Chapo bij de lurven werd gevat. Het artikel resulteerde in een storm van kritiek, zeker omdat de Mexicaanse politie had laten verstaan dat het uitgerekend Penns bezoek was die hen op het spoor van Guzman had gebracht, iets wat de acteur tot op vandaag met klem ontkent.
Geen wonder dat de sowieso nooit onbesproken Penn – boegbeeld van links Hollywood – meteen enkele ferme halen van zijn sigaret neemt en de rimpels in zijn karakterkop nog dieper trekt dan gewoonlijk vooraleer we hem een vraag kunnen stellen. ‘Ik probeer allang te stoppen met roken, maar het lukt me niet. Het is walgelijk’, mompelt hij, zich half excuserend. Zijn grijzende haar hangt slordig voor zijn ogen en zijn Clark Gable-snorretje staat er treurig bij, alsof hij de nacht op de Croisette heeft doorgebracht met enkel een fles goedkope cava als compagnon.
Het is een hoopje ellende dat voor ons zit. En dan te bedenken dat hij straks, na zijn interviewronde, nog de rode loper op moet voor de galavoorstelling van The Last Face in het gezelschap van zijn ex Charlize Theron. Die was ten tijde van de opnames in haar geboorteland Zuid-Afrika nog zijn stralende verloofde, maar gaf Penn kort daarna de bons. It’s a hard knock life, toch als je op dit moment Sean Penn heet.
Nobele wilden
‘Waarom heb je dit project gekozen?’ Het is een vraag die – toegegeven – niet van bijster veel lef getuigt, maar in dit geval lijkt het een geschikte opener. Al was het maar om even de temperatuur op te meten. ‘Ik heb het script voor het eerst gelezen in 2005’, antwoordt Penn terwijl hij zijn peuk uitduwt. ‘De personages en het liefdesverhaal boeiden me, en ik wist dat ze me zouden blijven boeien. Want je weet dat je als regisseur snel een paar jaar aan een project kwijt bent. In dit geval: elf jaar. Een film maken neemt altijd een grote hap uit je leven en deze heeft me serieus gebeten. Op meerdere manieren.’ (grijnst)
Met dat laatste alludeert Penn niet alleen op de desastreuze ontvangst, maar ook op de thematiek van de film. ‘Het decor waartegen The Last Face zich afspeelt – een door oorlog geteisterd Afrika – maakt het extra interessant. Ik heb zelf met Unicef en Artsen zonder Grenzen gewerkt en ik ken veel hulpverleners persoonlijk. Ik had het gevoel dat ik wist waarover ik sprak, dat ik niet zomaar een boodschap of een goede zaak aan het promoten was. Maar het is het liefdesverhaal dat me het eerst aansprak. Dat liefde en humanisme zelfs kunnen bloeien te midden van menselijke horror, dat pakte me. Schoonheid vinden tussen lelijkheid is een kunst. En ik vond het hoog tijd om een film aan die kunst op te dragen.’
Nochtans is het die romantische insteek die bij veel critici in het verkeerde keelgat schoot. Terwijl Penn zijn heldhaftige blanke dokters hun romance laat beleven, stapelen de zwarte kinderlijkjes zich op en worden de Liberianen neergezet als nobele wilden die in de rimboe naar krioelende mieren zitten te kijken. Het is alsof Out of Africa werd gemixt met beelden van Afrikaanse genocides. Dat is op zijn zachtst gezegd verbijsterend voor een filmmaker die zelf de nodige ervaring heeft met conflictzones en internationale hulpverlening. Tenslotte zet Penn zich al jaren in voor het noodlijdende Haïti, waar hij zijn eigen organisatie runt, terwijl hij ook een van de eersten was om in New Orleans slachtoffers van de orkaan Katrina te helpen en aandacht te vragen voor Pakistan na de overstromingen ginds.
‘De echte helden zijn de dokters die dagelijks hun leven riskeren voor een armzalig loon’, stelt Penn. ‘Het was mijn taak als regisseur om hun levenswerk niet te verraden. Want terwijl we hier zitten, worden in Syrië hulpverleners gebombardeerd. Wat sommigen ook over mij beweren: ik heb nooit de ambitie gehad om de wereld te redden. Als kind droeg ik weleens een cape om schurken te lijf te gaan, maar ik kan me niet herinneren dat ik ooit fantasieën had over hoe ik de wereld ging redden. Echt niet. Maar dat ontslaat me niet van de verantwoordelijkheid om mijn steentje bij te dragen aan een betere wereld wanneer ik daar de kans toe krijg. ‘
Mediastorm
Over de vernietigende kritiek op The Last Face wil hij weinig kwijt. ‘Ik heb de film gemaakt die ik wilde maken. Ik sta er honderd procent achter. Iedereen mag er zijn mening over hebben, en die respecteer ik. Maar het is een debat waar ik zelf weinig kan aan toevoegen.’ Er volgt een drukkende pauze, tot Penn een tweede sigaret opsteekt en een schuchtere poging tot zelfkritiek onderneemt. ‘Here’s the thing. Ik wil geen Grieks spreken tegen Japanners. En als filmmaker heb ik nooit het gevoel gehad dat ik Grieks aan het spreken was tegen Japanners. Tot nu. Ik besef dat ik veel werk heb en dat ik mijn focus zal moeten verleggen. Maar hoe weet ik nog niet. Eerst moet ik dit uitzweten.’
Waar hij wel iets over kwijt wil, is over de controverse rond El Chapo. Hoe heeft hij de mediastorm zelf beleefd, toen het Witte Huis er zelfs even mee dreigde om hem te vervolgen? ‘Iets wat privé moest blijven, werd plots publiek’, zucht Penn. ‘En veel luider dan ik had kunnen vermoeden. Men heeft er een circus van gemaakt. Het was beangstigend om te zien hoe onverantwoord de Amerikaanse journalisten met de feiten zijn omgesprongen. Ik ben de enige die weet wat daar is gebeurd, en waarom het is gebeurd. Zij hebben er geen benul van. Die affaire heeft me de ogen geopend. Ik kan enkel nog sceptisch naar het nieuws kijken.’
Dat fundamentele wantrouwen ten aanzien van de journalistiek heeft Penn alvast gemeen met ene Donald Trump. Maar politiek kunnen beide heren – met ego’s zo groot als de presidentiële koppen van Mount Rushmore – niet verder van elkaar verwijderd liggen. ‘Donald Trump heeft veel belangrijke punten op zijn agenda: Donald Trump, Donald Trump en Donald Trump’, grijnst Penn, op dreef nu het even niet meer over zijn film gaat. ‘Het is masturbatie vermomd als politiek. Trump is een idioot, maar hij is grootgemaakt door het gestuntel van de Republikeinen. En door de media. Hadden die de focus gelegd op het debat tussen Hillary Clinton en Bernie Sanders, waar echte oplossingen werden aangereikt, dan had Trump nooit zoveel aanzien kunnen verwerven.’
Op de vraag of hij zelf een politieke carrière ambieert, antwoordt Penn kort en bondig. ‘No.’ Maar hoe moet het nu verder met hem? Zegt hij de regiestoel adieu nu hij in Cannes voor het vuurpeleton werd gezet? Of wil hij regisseren blijven combineren met zijn acteerwerk? ‘De acteur Sean Penn heeft niets te maken met de regisseur Sean Penn’, klinkt het gedecideerd. ‘Ik acteer niet in mijn eigen films. Ik wil me ten volle kunnen concentreren op het hele verhaal, op het hele proces, en niet op één personage of gegeven. Regisseren is altijd de originele droom geweest. Acteren is een passie, regisseren een roeping. Maar acteren geeft me de luxe om te wachten op het juiste project.’
Om zijn liefde voor het regisseursvak duidelijk te maken vergelijkt hij films maken zelfs met het beminnen van een vrouw. ‘Als je na de eerste nacht met een vrouw wakker wordt en je wilt haar meteen knuffelen en strelen, dan weet je dat het goed zit. Datzelfde gevoel heb ik ook met de films die ik regisseer. Ik lees voor de eerste keer het script, word verliefd op de personages en wil ze niet meer uit mijn leven. Mijn probleem is alleen dat ik er vaak tien jaar over doe vooraleer ik een vrouw ontmoet met wie ik wil slapen. En dan nog kunnen ze je rake klappen verkopen, zo blijkt. (grijnst)
Nu kun je veel zeggen over Penn, maar niet dat hij zijn gevoel voor zelfspot heeft verloren. Hou je taai, Sean.
PS: Na het Cannes-debacle besloten de producenten om The Last Face niet uit te brengen in de Amerikaanse bioscopen. Bij ons is de film wel te zien, al bleef een persvoorstelling uit om verder kritisch onheil te voorkomen. Ramptoeristen weten dus waarheen.
THE LAST FACE
Nu in de bioscoop.
door Dave Mestdach
‘Een film maken neemt altijd een grote hap uit je leven en deze heeft me serieus gebeten. Op meerdere manieren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier