Dat heet dan geweldig zijn! StuBrupresentator Peter Van de Veire barstte afgelopen jaar helemaal uit de voegen van zijn eigen ‘Grote Ochtendshow’. Eerst door ‘De Provincieshow’ te presenteren op één. Daarna door met zijn ode aan Yves Leterme ‘De Afrekening’ te halen en drie dagen verstoppertje te spelen. En dan door – in pinguïnpak – op de Hongaarse televisie te verschijnen. Aan de vooravond van ‘Music For Life’ blikt hij met ons terug op 2007. Het jaar van onze Man Van Het Jaar. ‘Jullie willen me zien bleiten, niet?’
Januari
2007 begint met twee travestieten op tv, die Yves Leterme een valse baard voorbinden: ‘Debby & Nancy’s Happy Hour’. Zat jij te kijken?
Van de Veire: Ik was helemaal mee, ja. Terwijl ik nochtans heel bevooroordeeld was. Als Het Maar Beweegt, het vorige programma van Stany (Crets) en Peter (Van den Begin), vond ik legendarisch slecht. Maar nu voelde ik al na twee minuten: ‘Dit is er boenk op.’ Het deed me wat denken aan Tilt van Marcel Vanthilt. En ik had er ook een heel groot Paul De Leeuwgevoel bij. Het ‘alles kan’-idee van radio, maar dan op tv. Maar ik vond het vooral heel erg goed. Topentertainment voor een breed publiek.
We dachten bij het kijken een paar keer: ‘Hier moet Van de Veire jaloers van worden.’
Van de Veire: ‘Jaloers’ is het juiste woord niet. Ik zit vooral met goesting naar zulke programma’s te kijken. Maar dat heb ik tegenwoordig zelfs bij de Franse versie van Rad Van Fortuin, merk ik tot mijn grote verbijstering. ‘Zou er een Luc Appermont in mij schuilgaan?’, zit ik me dan vertwijfeld af te vragen. ‘Of een Walter Capiau? Of erger?’ Die Christophe Dechavenne, die dat presenteert, die heeft wel een poedel op zijn arm zitten, hé?
Vroeger had ik wél soms last van jaloezie, moet ik toegeven. Toen ik nog maar pas bij Ketnet werkte. Toen zag ik vaak mensen op televisie van wie ik dacht: ‘Waarom zij wel en ik niet?’ Bij Steven Van Herreweghe heb ik dat bijvoorbeeld heel erg gehad. Die deed allemaal alarmsirenes afgaan in mijn hoofd. ‘Tien! Jaar! Jonger!’ ‘Vreselijk! Goed! Bezig!’ Maar dat soort reacties heb ik mezelf heel snel afgeleerd.
Telenet lanceert ‘Garage TV’, de Vlaamse tegenhanger van ‘YouTube’. Ben je een gebruiker?
Van de Veire: Nee. Waarom moeten we daar nu weer een Vlaamse versie van maken? Dat druist toch regelrecht in tegen alle filosofieën van internet? YouTube gebruik ik wél vaak. Daarop heb ik dit jaar ook de beste televisie gezien.
Bert Kruismans publiceert een zelfhulpboekje voor bekende mensen, en vertelt aan al wie het horen wil dat Rik Torfs zijn favoriete BV is. Wie is die van jou?
Van de Veire: Op de een of andere manier heb ik het wel voor Annelien Coorevits, de huidige Miss België. Omdat ze altijd eerst spreekt, en dan pas nadenkt, en daarin heel hard blijft volharden (lacht). Maar mijn all time favourite blijft toch Eddy Wally. Heb je het laatste YouTube-filmpje van hem al gezien vanuit Amerika, met zijn cowboyhoed? (Imiteert) ‘ Cheweldich, de opwarming van de warmte!’ Zijn blik na die zin, dat is on-be-taal-baar! Als hij in de camera kijkt, en als je hem ziet denken: ‘Verdorie, ik heb iets verkeerd gezegd, maar wát?’
Nog in januari roepen luisteraars van de BBC Queen uit tot de beste rockgroep aller tijden. Terecht?
Van de Veire: Hmm, dan ben ik toch eerder geneigd om te zeggen: ‘Dat waren The Beatles.’ Ook al vond ik Freddie Mercury een ontzettend fascinerende mens. Zo lelijk zijn, zo’n snor laten staan, in zulke pakjes rondlopen, en dan toch zo beroemd worden: dat heeft er hem nog geen één nagedaan, hé?
Februari
‘Ex Drummer’, de schandaalverfilming van het gelijknamige boek van Herman Brusselmans, zorgt voor opschudding. Al gezien?
Van de Veire: Geen tijd gehad, al leek het me wel een geestige film. Ik vond het in elk geval een goed teken dat hij zo’n controverse teweegbracht. En dat nummer dat Flip Kowlier ervoor schreef, De Grootste Lul Van ’t Stad, vond ik echt weergaloos.
Het boek Ex Drummer heb ik wél al gelezen. Ik ben een heel grote fan van Brusselmans. Ook al zit ik me altijd heel erg op te winden als ik zijn boeken lees. ‘Verdomme, schrijf nu eens niet om de tien, maar om de vijf bladzijden een geniale zin.’
Lieve gast, trouwens, Brusselmans. Helemaal niet de bullebak waarvoor hij zo vaak versleten wordt. Toen ik ‘m de eerste keer interviewde, voor (de Oost-Vlaamse regionale zender)AVS, was ik doodsbenauwd. Maar ’t bleek een heel gevoelige, schone mens.
Tijdens de laatste ZAMU Awards krijgt Bobbejaan Schoepen een lifetime achievement award.
Van de Veire: Ja, Bobbejaan da’s toch een stukje levend erfgoed. Als kind ging ik in zijn pretpark een keer naar een tentoonstelling over hem kijken, waar zo’n prachtige Amerikaanse slee uit de jaren 50 stond. En ik zag ‘m ook optreden met zijn cowboyhoed en zijn gitaar, en jodelen, en een stoomtrein nadoen. Ik was nog heel jong toen – hooguit een jaar of acht – maar ik ben het nooit vergeten. Ik vond dat een heel grappige, komische figuur. Een stand-upcomedian avant la lettre misschien wel.
In februari wordt ook de kleerkast van Kylie tentoongesteld. Zijn zulke dingen aan jou besteed?
Van de Veire: Latexpakjes en puntbeha’s? En of zulke dingen aan mij besteed zijn! (lacht) Serieus. Ik vind Kylie wel een fascinerend figuur. Zoals ik ook Madonna en Britney fascinerende figuren vind. Brave poppemiekes, die toch veel seks uitstralen met hun muziek. Maar om nu naar hun kleren te gaan kijken… Dan zou ik toch werkelijk niéts beters te doen mogen hebben.
In China krijgen gekken de kans om voor 2500 dollar een halve minuut door te brengen met Michael Jackson. Heb jij idolen voor wie je dat soort bedragen zou neertellen?
Van de Veire: Pff, niet echt nee. Of het zou Joey Ramone moeten zijn. Of Jim Morrison. En dat zou praktisch wellicht wat moeilijk worden.
Naar Jim Morrison zou ik tijdens zo’n meet & greet trouwens alleen maar willen kijken. Is hij werkelijk zo charismatisch als ik altijd dacht? En dan zou ik snel nog een keer aan hem voelen bij het buitengaan. Is hij wel écht?
Maar eigenlijk heb ik daar nooit echt veel last van gehad, van idolatrie. Ik heb nooit een handtekening van iemand gewild, of een stukje haar, of een bezwete handdoek. Wie wil er nu een bezwete handdoek?
Jij hebt zelf wellicht ook meer en meer fans.
Van de Veire: Goh, dat valt nogal mee, hoor. Laten we zeggen dat ik minder en minder aangeklampt word door bierbuiken in AC/DC-T-shirts. En meer en meer door meisjes van zestien. Maar het blijft wel allemaal sympathiek en tof. Ik word niet gestalkt of achtervolgd.
Op 26 februari mag Martin Scorsese eindelijk een Oscar op zijn schouw zetten, voor zijn gangsterfilm ‘The Departed’. Gezien?
Van de Veire: Helaas. Een van de enige films die ik dit jaar gezien heb, was Ben X.
Geen filmfan?
Van de Veire: Toch wel. Ik ga zelfs graag naar de bioscoop, maar ik geraak er nooit. Op weekdagen sta ik om vier uur op, en ben ik constant aan het werk, tot ik weer ga slapen, zo rond een uur of negen. En in het weekend is het van de ene fuif naar de andere presentatie. Zielig, hé?
Maart
De Fixkes halen de eerste plaats van de Ultratop met ‘kVraagetaan’. Heb jij dat nummer genoeg gehoord dit jaar?
Van de Veire: Dit jaar? Ik heb zelfs even het gevoel gehad dat ik het genoeg gehoord had voor de rest van mijn dagen. Wie niet? Maar ik blijf de Fixkes wel een ontzettend sympathiek gegeven vinden. Zelfs met dat nieuwe singeltje, Ongelukkig, waar zo veel mensen darmspasmen van krijgen. Die Sam (Valkenborgh), heb je die al eens op een barkruk zien zitten? Met zijn droevige hondenoogjes? Daar zou je toch in bijten?
Met ‘kVraagetaan’ kwam een hele generatie twintigers en dertigers uit de kast als volbloednostalgici. Zijn we niet wat jong om al zo schaamteloos te zwelgen in weemoed?
Van de Veire: Ja, je kan je dat wel afvragen, natuurlijk. ‘Is dit nu rock-‘n-roll anno 2007? Een troep zielige dertigers die over sponsen broekskes zingen?’ Maar het werkt wel. Ik zat er de eerste keren in elk geval met een krop in de keel naar te luisteren. Ik ben nochtans de laatste om naar fuiven te gaan à la ‘We mogen nog ne keer’. Weinig zo ontluisterend als veertigers met een buikje die op new wave staan te dansen.
We kregen dit jaar het gevoel dat hitjes à la ‘kVraagetaan’ meer dan ooit kapotgespeeld worden. Zie ook: ‘Ruby’, ‘Hey There Delilah’, ‘Shut Your Eyes’, ‘Foundations’…
Van de Veire: Vroeger was dat inderdaad anders. Toen hoorde je alleen in de BRT2Top 30 goeie muziek, en kon je voor de rest van de week op je kin kloppen. Maar was dat zoveel beter? Ik herinner me dat ik die BRT2 Top 30 indertijd oppakte op een krakend cassetje, en dat ik die liedjes dan zélf kapotspeelde. Tot ik zelfs de intro’s van (pre- sentator) Johan De Maeyer kon meezingen.
Sam Valkenborgh zei naar verluidt: ‘Ik hoop soms dat ze ‘kVraagetaan’ een hele tijd niet meer draaien.’
Van de Veire: Dat zal wel geweest zijn vóór hij zag wat Sabam aan auteursrechten op zijn rekening stortte.
Nog in maart gaat ‘Lux XL’ van start op Canvas, het cultuurprogramma van je Studio Brusselcollega Luc Janssen. Gezien?
Van de Veire: Niet alles, maar wat ik zag – de aflevering met Tom Van Dyck, onder andere – vond ik ontzettend goed. Tot nog toe stond Luc vooral bekend als de menselijke mitraillette van Mish Mash en Krapuul De Lux. Maar ik ben blij dat hij zich in Lux XL ook een keer van zijn andere kant liet zien. Zijn beminnelijke, warme, niet zo levensgevaarlijke kant. Ik vond het heel schoon hoe hij zijn gasten de ruimte liet om zichzelf te zijn, zonder zelf te willen scoren.
Op 31 maart won Arnon Grunberg de Gouden Uil met ‘Tirza’. De terechte winnaar?
Van de Veire: Absoluut! Ik heb het tijdens het lezen een paar keer moeten wegleggen omdat het me zo hard pakte.
Vreemd beeld: Peter-Van-de-Veire-met-Boek.
Van de Veire: Om de een of andere reden beeld ik mezelf ook altijd in op een loopband, terwijl ik intussen televisie kijk, en snel iets in de wok gooi (lacht). Ik lees nochtans ontzettend graag. De Engelenmaker van Stefan Brijs vond ik bijvoorbeeld ook ontstellend goed.
April
‘De Grote Peter Van de Veire Ochtendshow’ viert zijn eerste verjaardag. Wat was het overheersende gevoel toen jullie bij wijze van stunt een karrenvracht taarten weggaven?
Van de Veire: ‘Zijn we hier écht al een jaar mee bezig?’ Ik herinner me vooral dat ik iedereen op mijn blote knieën wilde bedanken die dag. Betaald worden om elke dag den onnozelaar uit te hangen en plaatjes te draaien: veel beter wordt het toch niet? Akkoord: ik moet elke ochtend om vier uur opstaan. En ik heb alleen maar tijd om naar Ben X te gaan in de bioscoop. Maar toch heb ik de mooiste job ter wereld.
Robbie Williams maakt bekend dat hij leeft op een dieet van 60 sigaretten, 36 dubbele espresso’s en 12 blikjes Red Bull per dag.
Van de Veire: Yeah, right!Ik geloof daar dus echt geen zak van, van dat soort berichten. Allez, als dat echt waar was, dan was Robbie Williams toch allang dood? 60 sigaretten: volgens mij krijg je dat niet eens gerookt op één dag. Tenzij hij de helft daarvan in zijn dubbele espresso’s verpulvert, natuurlijk. En die dan leegdrinkt en doorspoelt met zijn Red Bulls. Ja, ik denk dat hij het zó wel zal doen, de sloeber!(lacht)
Je lacht, maar Keith Richards at dit jaar in de 02-arena in Londen wél een sigaret op, uit frustratie omdat hij niet langer mocht roken op het podium.
Van de Veire: Waanzinnig, hé? Ik heb zelf nooit gerookt. En ik ben blij dat er op de VRT niet meer gerookt mag worden, want ik had altijd last van mijn stem toen dat wel nog mocht. Maar zijn we nu niet veel te ver doorgeschoten in het andere extreem? Ik las onlangs dat je in sommige steden in de VS zelfs niet eens meer in de openlucht mag roken. Alsof die paar sigaretten daar het verschil zouden maken, bij al die smog! Nee, tegenwoordig ben ik blij als ik mijn rokende collega’s gezellig samen naar buiten zie sjokken – precies de Zeven Dwergen op weg naar de Zilvermijn. Zo ver hebben ze me gekregen, met hun heksenjacht.
Je lijkt écht verontwaardigd.
Van de Veire: Ja, als ik aan iets het vliegend schijt heb, dan is het wel van regeltjes en opgeheven vingertjes. ‘Gij zult niet dít, en gij zult dát.’ Dat geeft me altijd het gevoel dat ik opnieuw in het derde middelbaar zit. En dat ik tien keer het schoolreglement moet overschrijven omdat ik met mijn fiets binnen reed in plaats van wandelde. Om die reden heb ik me ook kapotgeërgerd aan die anti-Kerstmanstickers van Peeters & Pichal. Fijne collega’s, daar niet van, maar die betutteling! Om pisnijdig van te worden! Mogen de mensen alstublieft zélf beslissen wanneer ze hun kerstverlichting buiten hangen? Enfin, intussen hebben ze hun actie positief omgebogen. Ze hebben een single gemaakt en de opbrengst gaat naar Music For Life. Alle lof, dus.
Mei
30.000 mensen bekijken op ‘YouTube’ het filmpje ‘Peter Van de Veire verkeersagressie’, waarin een lookalike een chauffeur keihard op zijn gezicht slaat.
Van de Veire: Hallucinant, toch? Ik stond De Ochtendshow te presenteren toen ik dat filmpje binnenkreeg. En dat was echt: ‘ Huh? Waar? Wanneer? Waarom? Hoeveel paddestoelen?’ Ik was echt compleet van mijn melk. Tot ik tot mijn enorme opluchting zag dat het mijn auto niet was.
We hebben toen de regels van de crisiscommunicatie toegepast. Ofwel zwijgen in alle talen, ofwel zoveel mogelijk communiceren, tot iedereen weet hoe de vork aan de steel zit. En dus ging ik bij Tomas uitleggen dat het een misverstand was. En dat ik die mens alleen maar probeerde te helpen omdat er een wesp in zijn auto zat (lacht).
Maar tot vandaag zijn er dus mensen die wél geloven dat ik het was. En die mij mailen: ‘Zeg, dat filmpje op YouTube, was dat er niet een klein beetje over?’
Krijg je daar dan geen onbehaaglijk gevoel bij? Je hebt je privéleven altijd consequent uit de media gehouden.
Van de Veire: Eerlijk? Ik ben toch iets minder op mijn gemak sindsdien. Deze zomer stond ik op de Gentse Feesten met een paar pinten te veel op wat te zwefferen aan Sint-Jacobs. En toen ik een paar voorbijgangers hun gsm zag bovenhalen, dacht ik voor het eerst in mijn leven: ‘Ik moet uitkijken.’ ’t Is louche, hé, met al die camera’s. Iedereen is paparazzo tegenwoordig. Wat kan je ertegen beginnen, ook? Je kan toch maar moeilijk zeggen: ‘Nee, je mag mij niet filmen?’
Radio wordt natuurlijk ook steeds minder anoniem. ‘Radiogezicht’ – het is allang geen contradictio in terminis meer.
Van de Veire: Ja, en we worden ook allemaal steeds bereikbaarder. Als je vroeger iets wilde laten weten aan een presentator, moest je een gele briefkaart sturen. Nu mailen onze luisteraars gewoon: ‘Van de Veire, klootzak, laat die plaat godverdomme uitspelen!’ (lacht) En de gore praat die we binnenkrijgen per sms! Dat wil je gewoon niet weten!
2007 was ook het jaar van de reünies. Van Smashing Pumpkins onder meer, die eind mei een pak-de-poen-concert speelden in de Ancienne Belgique. Was jij erbij?
Van de Veire: In de Ancienne Belgique niet, nee. Maar ik zag ze afgelopen zomer op Pukkelpop, en daar vond ik ze toch heel hard tegenvallen, terwijl ik er stiekem wel naar uitgekeken had. Een beetje zoals het reünieconcert van Guns N’ Roses een paar jaar eerder. Saai, irritant en sorry: totaal niet meer relevant. Precies wat iedereen binnen een paar maanden over mij zal zeggen, kortom (lacht).
Ik zag Smashing Pumpkins nog in de diepe jaren 90 in de Vooruit in Gent. Billy Corgan had nog lang haar toen, net als de meesten van mijn vrienden. En ze klonken nog gevaarlijk, en rauw, en knal tussen mijn benen. Maar een paar jaar geleden had ik ‘m in de studio, en dat was echt een ontzettende afknapper. De to-ta-le arrogantie, zonder enige interesse whatsoever voor de vragen.
Een van de weinige zaalconcerten die ik dit jaar zag, was Tokio Hotel in Vorst Nationaal. Dat zijn voor mij de nieuwe Backstreet Boys, dus die wou ik absoluut met mijn eigen ogen zien. Wat mij altijd fascineert bij dat soort groepen, is: ‘Waarom misbruiken die hun macht nu niet om een nieuwe wereldorde te stichten?’ Die zouden dat kunnen, met al die gillende meisjes. Daar ben ik heilig van overtuigd.
Juni
Jeff Buckley komt tien jaar na zijn dood opnieuw boven – euh – water met ‘So Real’, de zoveelste postume plaat vol minder bekende opnames. Was je een fan?
Van de Veire: Absoluut. Ik merk dat hij een redelijk controversieel figuur is, met grote voor- en tegenstanders. Maar dat maakt Grace er natuurlijk niet minder weergaloos om. So Real heb ik niet gekocht, nee. Net zomin als dat onuitgebrachte nummertje van Nirvana een paar jaar geleden (You Know You’re Right; nvdr.). Veel voegen zulke onuitgegeven nummers niet meer toe, vind ik.
Niemand die er echt bij stilstond, maar Kurt Cobain zou dit jaar 40 geworden zijn. Ook een held?
Van de Veire: Absoluut. En bij dergelijke berichten voelt een mens zich plots ontzettend oud. Toen ik 17 was, speelde Nirvana ook in de Vooruit in Gent. Maar jammer genoeg ben ik daar toen niet binnen geraakt. De tickets op de zwarte markt kostten – toén al – 125 euro.
Jim Morrison, Joey Ramone, Jeff Buckley, Kurt Cobain. Je bent toevallig ook geen grote fan van Jimi Hendrix?
Van de Veire: O, toch wel. En van Sid Vicious ook. En voor het Nederlandse taalgebied: van Ann Christy en Louis Neefs. Voor mijn idolen geldt: hoe doder, hoe liever.
Serieus. ’t Is heel dubbel bij zulke figuren, natuurlijk. Aan de ene kant voel je: ‘Ze hadden de mensheid nog zoveel kunnen geven als ze niet zo jong gestorven waren.’ Maar aan de andere kant weet je ook: ”t Is wellicht omdat ze zo jong stierven, dat ze zo’n mythische status kregen.’ Ze kregen nooit de kans om te sucken. Kurt Cobain met een terugwijkende haarlijn en een buikje: daar mag je niet aan denken. Of Pete Doherty en Amy Winehouse op hun vijftigste. Dat zou wel eens héél triestig kunnen worden, denk ik. De beste verhalen hebben een einde.
Behalve de Rolling Stones dan, die hier in juni nog maar een keer kwamen optreden voor een halfvolle wei van Werchter. Snap je de mensen die dat belachelijk vinden?
Van de Veire: Nee, bij de Stones voel ik alleen maar diep respect omdat ze daar op hun 65e nog altijd mee wegkomen. En bij Iggy Pop heb ik dat ook. Toen ik hem op Pukkelpop achter het podium zag rondlopen, dacht ik dat ze ‘m met een kraan op het podium gingen moeten takelen. Zo slecht was hij te been. Maar een paar uur later zag ik ‘m toch weer tussen het publiek springen en zijn broek afsteken. Fijne dingen voor de mensen.
Zie jij jezelf op die manier oud worden?
Van de Veire: Met m’n broek op m’n enkels? Ik mag hopen van niet, nee (lacht). Voorlopig ben ik daar zelf niet echt mee bezig. Al maken andere mensen me daar wel steeds vaker attent op. ‘Je bent 36 nu. Hoe lang zie je jezelf op Afrekeningsfuiven nog rond palen kronkelen?’
En?
Van de Veire: Zolang ik me er zelf goed bij blijf voelen, zeker? Ik weet nog dat ik tien jaar geleden zei: ‘Ik zie me dit nog een jaar of vijf doen.’ Maar intussen zijn we alweer vijf jaar verder, en ben ik nog altijd bezig. Al ben ik overtuigd dat het onvermijdelijk een keer zal moeten stoppen. Op de duur wordt iederéén een soort Sergio.
Juli
2007 was het jaar van ‘Live Earth’ en de eerste ‘groene’ zomerfestivals. Jij hebt toch de gouden raad van Sheryl Crow opgevolgd: maximum twee blaadjes toiletpapier per afveegbeurt?
Van de Veire: Het moet wel een beetje steek houden, hé, mannen? (lacht) Wat Al Gore de voorbije jaren gedaan heeft, vind ik ontzettend straf. Het klimaat staat – eindelijk – op de politieke agenda, en dat was hoognodig. Maar nu moeten we misschien opletten dat we niet beginnen te overdrijven. Dat mensen er geen degout van krijgen, en zeggen: ‘Laat ons zélf maar eens beslissen hoe we ons gat afvegen.’
‘The Simpsons – The Movie’ gaat in première. Jij leent je stem aan buschauffeur Otto in de Nederlandstalige versie.
Van de Veire: Is die in de cinema’s geraakt? Ik had het gevoel dat die nergens vertoond werd. Of dat het toch niet bepaald een weergaloos succes was. ’t Was heerlijk om te doen, dat wel. Al ging het er een stuk normaler toe dan ik verwacht had. In mijn verbeelding werden die gekke tekenfilmstemmetjes altijd verkleed ingesproken. Of toch minstens met een gekke pruik op. Of een stekelige onderbroek. Niét, dus.
Prince stopt onder luid boegeroep van de grote platenbonzen een gratis nieuwe cd bij ‘The Mail On Sunday’, een voorbeeld dat hier navolging krijgt van Sarah Bettens en Gabriel Rios. Kan jij treuren om de ineenstorting van de platenindustrie?
Van de Veire: Moeten we daar dan om treuren? Ik voel daar eerlijk gezegd geen greintje medelijden mee. Hoe lang hebben die zelfingenomen platenbonzen niet staan roepen dat ze almachtig waren? En dat de artiesten hen altijd nodig zouden hebben? Dan moet je niet komen janken als ze toch andere kanalen zoeken om platen te verkopen, natuurlijk.
Je kan de arrogantie van de platenmaatschappijen heel goed vergelijken met de houding van de BRT bij de opkomst van VTM indertijd. Ze deden hier allemaal in hun broek van het lachen toen ze in 1989 in Vilvoorde begonnen uit te zenden. Tot ze de eerste kijkcijfers onder ogen kregen. Toen deden ze het weer in hun broek, maar om heel andere redenen.
2007 was ook het jaar dat een groot aantal platenwinkels dichtging, waaronder Music Mania in Gent, een instituut. Bloedde je hart daar niet een heel klein beetje bij?
Van de Veire: Dat is iets helemaal anders. Want daar waren ze wél oprecht begaan met muziek. Maar internet heeft dat allemaal overbodig gemaakt, natuurlijk. De obscure dingen die je alleen dáár kon ontdekken, die vind je tegenwoordig gewoon op MySpace. ’t Is met platenwinkels zoals met steenkoolmijnen vroeger. Op een bepaald moment verwarmt niémand nog met steenkool.
Koop jij nog cd’s?
Van de Veire: Nee. Ik ben dat heel lang wel blijven doen. Omdat ik nu eenmaal opgegroeid ben met vinylplaten en cd’s. Maar dit jaar ben ik overgeschakeld op onlinewinkels en iPod. Zelfs ik ben een moderne mens geworden, stel je voor.
Augustus
Je Nederlandse collega Giel Beelen – hier bekend van ‘Music For Life’ – krijgt een televisietalkshow, ‘Giel’. Hij gaat uit de kleren, en inhaleert in een cabine in één keer alle uitlaatgassen voor één jaar.
Van de Veire: Ik heb het nooit gezien, en na wat ik erover hoorde, ga ik dat zo houden ook. Als radiomaker vind ik Giel echt geniaal. Hij is ongelooflijk spits, en technisch gezien maakt hij heel straffe radio. Ook al heeft hij een van de meest enerverende radiostemmen ever. Maar als televisiemaker heb ik de indruk dat hij vaak choqueert om te choqueren. In je blote fluit op televisie komen: wat kan daar nu de meerwaarde van zijn?
‘Radio wordt het volgende slachtoffer van internet’, hoor je wel eens aan de toog. ‘Onlineradio’s vormen een enorme bedreiging voor klassieke zenders.’ Zie je dat ook zo?
Van de Veire: Ja, maar we zitten daar niet met lede ogen naar te kijken. Studio Brussel is de laatste jaren al veel meer geworden dan zomaar een zender. Het is uitgegroeid tot een soort wereld. Een gevoel. Een sfeer. Mét een uitgebreide website, en streams en podcasts. Precies om te kunnen concurreren met Last. fm en zo. Zelf ben ik daar ook heel erg mee bezig. Meer dan nodig is, wellicht. Maar wie de trein laat passeren, haalt hem daarna nooit meer in.
Nu: wat de radio van 2057 zal zijn, dat weet toch niemand. Misschien hebben we tegen dan wel allemaal een chip in ons hoofd. Griezelig? Dat hadden ze in 1957 ook gedacht als je van internet had gesproken, nee?
September
Radio 1 oogst luid ‘awoert’-geroep met zijn restyling. ‘Dit is gewoon crimineel’, schrijft ‘De Standaard’. Heb je dat een beetje gevolgd?
Van de Veire: Natuurlijk wel. Er viel gewoon niet naast te lezen. Al was ik het er absoluut niet mee eens. Singles, goede muziek, frisse stemmen: wie kan daar nu tegen zijn? Je moet echt al een Radio 1-luisteraar zijn om je daar aan te storen (lacht).
Ruth Joos, bijvoorbeeld, die bij ons wegging om Mezzo te presenteren, vind ik echt fenomenaal goed. Weet je hoeveel boeken die per jaar leest? 365! In 19 wereldtalen, alstublieft! Dat is echt een wandelende cultuurtempel, daartegen zijn wij hier allemaal maar cultuurkapellekes.
Nee, als ze zo blijven voortdoen op Radio 1, steken ze ons binnenkort links én rechts voorbij. Dan worden zij een jonge en hippe zender, en moeten wij weer vernieuwen.
Op 7 september begint ‘De Provincieshow’ op één. ‘Ik ben heel benieuwd hoe hard ik zal crashen’, zeg je voor aanvang in ‘Focus Knack’. En?
Van de Veire: Ik heb het gevoel dat ik – hout vasthouden – nog redelijk aan elkaar hang, maar ik heb er wel een paar vieze dingen aan overgehouden. Hartkloppingen, onder meer. En ademhalingsmoeilijkheden. Het wás zottenwerk, natuurlijk. Om vier uur opstaan voor De Grote Peter Van de Veire Ochtendshow, dan De Provincieshow opnemen tot één uur ’s nachts, dan een paar uur slapen in een of andere tv-loge en dan de volgende Ochtendshow… Het was onrustwekkender geweest als ik daar géén hartkloppingen aan overgehouden had.
Hoe hard klopte je hart toen je de eerste recensies van ‘De Provincieshow’ las?
Van de Veire: Behoorlijk hard. Maar ik had het gevoel dat het allemaal nogal meeviel. Er waren positieve recensies, en minder positieve. Maar nu gaan jullie natuurlijk iets heel vernietigends zeggen. Want jullie willen me heel hard doen bleiten. Nee?
Dat valt nogal mee, hoor. We vonden gewoon dat je te weinig vrijheid kreeg om een échte toegevoegde waarde te zijn. Wat eigenlijk een compliment is.
Van de Veire: Ik heb dat nog gehoord, maar zelf had ik echt niet dat gevoel. Het format van De Provincieshow liet me niet echt veel ruimte, dat klopt. En ik was niet de Peter Van de Veire van De Grote Ochtendshow op Studio Brussel. Maar ik denk wél dat ik nog altijd Peter Van de Veire was, en niet – pakweg – Luc Appermont of Walter Capiau. Nóg niet.
Is je radiobekendheid niet gewoon te groot om op televisie iets anders dan een personalityshow te presenteren?
Van de Veire: Dat wil ik zelf niet. In zo’n personalityshow zou zodanig veel werk kruipen dat ik er mijn radiowerk wellicht voor zou moeten opgeven, en dat zie ik op dit moment absoluut niet zitten.
Laten we zeggen dat De Provincieshow een heel geslaagde smaaktest was. Voor één, maar ook voor mijzelf. Na Verdeel En Heers(het geflopte satirische programma op Canvas van een paar jaar geleden; nvdr.) wilde ik heel lang niks meer met televisie te maken hebben. Maar van die degout ben ik dankzij De Provincieshow weer af.
Oktober
Je Plain White T’s-parodie ‘Hey Yves Leterme’ haalt ‘De Afrekening’ én de Hongaarse televisie. Heeft Leterme er eigenlijk ooit op gereageerd?
Van de Veire: Zijn woordvoerder heeft ons laten weten dat hij er een ‘warm’ en ‘sympathiek’ gevoel bij had. Maar dat hadden sommige mensen bij de Tweede Wereldoorlog natuurlijk ook. Die Hongaarse televisieploeg begreep er in elk geval niks van. We vierden juist Werelddierendag in De Grote Ochtendshow toen zij kwamen filmen. Ikzelf stond in een pinguïnpak te presenteren, (copresentatrice) Sofie (Lemaire) in een konijnenpak. Je zág die echt denken: ‘Where the fuck are we?’ Maar intussen is de grap er wel wat af, natuurlijk. Zelfs van De Grote Prijs Yves Leterme die we in het leven riepen. En van de geit die we wilden weggeven. Ik denk niet dat veel mensen nog om de formatie kunnen lachen. Voor mij heeft het in elk geval meer dan lang genoeg geduurd.
‘Never Mind The Bollocks’, het eerste en enige album van The Sex Pistols, viert zijn dertigste verjaardag. Staat het bij jou in de platenkast?
Van de Veire: Ik heb als tiener een heel zware punkperiode gehad. En dan is Never Mind The Bollocks verplichte kost, natuurlijk. Ik zet ‘m nog wel eens op, en wat me dan elke keer opvalt: die muziek staat er nog altijd als een huis. Wat betekent dat ze een ontzettend goeie producer hadden, want grote muzikanten waren het absoluut niet. Van Crass en Conflict kocht ik indertijd ook platen. Die hadden dan van die hoezen die je twee of drie keer moest openplooien, en die dan vol stonden met teksten die ik dan woord voor woord zat te analyseren. Zo’n punker was ik wel (lacht).
Johnny Rotten blijft populair bij de Britse jeugd, bleek onlangs uit een enquête van MTV.
Van de Veire: Ja, maar ik denk dat we ons niet te veel illusies moeten maken. De punk zoals we die kenden – de punk van de werkloze puistenkoppen die hun haar recht zetten – is echt wel dood en begraven. Die strijd is ook allang gestreden, er zijn geen heilige huisjes meer om tegen te schoppen. De punk van nu, dat is gewoon internet. YouTube, MySpace en al die muziekblogs. Daar vind je nog DIY en rebellie. Niet bij al die zogezegde neopunkgroepjes.
Hoe rebels is Studio Brussel anno 2007 nog?
Van de Veire: Hoe rebels waren we twintig jaar geleden? Toen Paul De Wyngaert en Jan Hautekiet nog programma’s presenteerden? Akkoord: ze hadden een iets hipper imago dan hun collega’s op Radio 2. En ja: ze hadden een mening, en ze durfden wel eens een kritische vraag te stellen. Maar daarom waren het nog geen rebellen, hé. Anders waren ze ook nooit de managers geworden die ze nu zijn.
Ik wéét dat mensen soms zeuren dat we braver geworden zijn. Net zoals de jongeren. Maar waren we vroeger dan zoveel stouter? En is er niet gewoon steeds minder om tegen te revolteren?
Misschien vecht de jeugd van tegenwoordig niet meer tégen dingen, maar vóór dingen.
Van de Veire: Dat zou wel eens heel goed kunnen, ja. En daar is Studio Brussel misschien ook wel in veranderd. We zijn zeker minder grimmig geworden. Minder contra, ook, meer pro. Als je ziet dat we ons achter 0110 zetten, en dat we Music For Life uit de grond stampten… Ik wil hier nu niet te veel als Ingeborg klinken, maar ik voel me daar ook wel goed bij. Jonge mensen op een positieve manier bewust maken van dingen: dat is toch geweldig?
November
Pete Doherty doet zijn kat crack roken, Amy Winehouse krijgt van de VN onder haar voeten omdat ze coke te hip maakt, Paris Hilton is nog een keer naakt op internet te zien en Britney Spears wordt beschuldigd van een nieuwe zwangerschap. Welke celebrity deed je dit jaar het hardste geeuwen?
Van de Veire: Goh, geen van allemaal, eigenlijk. In het beste geval vond ik het heel vermakelijke stripfiguurtjes, in het slechtste geval kreeg ik er een beetje medelijden mee. Van Pete Doherty, ocharme, was ik bijvoorbeeld blij dat hij nog een keer zo’n geweldige single had. Hetzelfde met Britney. Het zal je maar overkomen, hé, als jonge moeder. Constant achtervolgd worden door paparazzi, die achteraf op alle foto’s je slipje weg photo- shoppen. Je mag er niet aan denken!
‘De Slimste Mens’ is in november overal, maar jij blijft schitteren in je afwezigheid. Hou je die boot bewust af?
Van de Veire: Ze hebben me er nooit voor gebeld. Ik heb een keer meegedaan aan een cafétest van Woestijnvis, maar daarna vroegen ze me enkel voor De Pappenheimers. Wellicht dachten ze: ‘Véél te slim.’ (lacht)
‘De Slimste Mens’ was dit jaar meer dan ooit een sterrenfabriek. Ook dat was très 2007: dat journalisten zélf BV’s werden of probeerden te worden.
Van de Veire: Ja, heel raar. Ik las onlangs ergens een interview met Erik Van Looy waarin de journalist op het einde vroeg: ‘En mag ik dan nu een mop vertellen, beste Erik?’ Waarop Erik: ‘Ja, ga uw gang, beste Huppeldepup!‘ En schreef die journalist me daar nu toch een slechte mop in de gazet… Onvoorstelbaar!
Ook bij radio wordt alles steeds meer personalitygericht. Maar daar is ook een groot risico aan verbonden, want nogmaals: voor je het weet, ben je Sergio. Daar maak ik me zelf ook wel wat zorgen over nu. Misschien ben ik dit jaar wel een beetje te alomtegenwoordig geweest.
Hou je daar bewust rekening mee bij aanvragen die je krijgt voor volgend tv-seizoen? Met het Sergio-effect?
Van de Veire: Ik kan heel slecht nee zeggen, dus – euh – nee (lacht). Maar gelukkig doet mijn agenda dat tegenwoordig in mijn plaats. Er zijn maar 24 uren in een dag, hé.
Je hebt nog geen manager die in je plaats ‘nee’ zegt?
Van de Veire: Ik heb er twee, vrees ik. Maar het probleem is: ik ben zo’n aap die zelfs zijn managers geen ‘nee’ kan laten zeggen. Als iemand me dan wil interviewen voor de schoolkrant, dan denk ik toch weer: ‘Hoe had ik me gevoeld als ik veertien was, en als…’ Te goed voor deze wereld, ja.
December
Als dit interview verschijnt, is het nog een week tot de tweede editie van ‘Music For Life’. Kijk je deze keer anders tegen zes dagen in het glazen huis aan? Nu je al ongeveer weet wat je te wachten staat?
Van de Veire: Totaal anders. Ik ga het huis zo onbevangen mogelijk proberen binnen te stappen. Maar het kan per definitie nooit meer zijn zoals de eerste keer. Die is altijd speciaal, in alle sectoren. Een groot deel van het verrassingselement is weg, nu. Voor onszelf, maar ook voor het publiek. En er zijn ook verwachtingen deze keer. Als we minder ophalen dan vorig jaar, gaat iedereen dat toch een beetje raar vinden, denk ik.
De voorbije maanden hebben zich ook al een heleboel commerciële partners aangeboden. Die bierbakken naast het huis willen stapelen en zo. Daar ben ik toch wel een beetje bang voor. Ik zou niet willen dat het met Music For Life wordt zoals met de Gentse Feesten. Dat al het mooie, het gezellige en het spontane verkloot wordt door de commercie. Maar ik heb wel het gevoel dat iedereen erover waakt dat dat niét zo wordt.
Wij moesten na de vorige editie een hele kerstvakantie afkicken. Na die magische zesdaagse leken de gewone programma’s op Studio Brussel plots geweldig banaal. Hoe groot was het zwarte gat bij jou?
Van de Veire: Dat viel eigenlijk best mee. Ik had meer een vakantiegevoel: ‘Tijd om eens twee weken te slapen.’ Want voor ons was zes dagen Music For Life even slopend als grandioos. Ik weet nog dat ik diep ontgoocheld was omdat ik van de grote baas een week daarna De Tijdloze niet mocht presenteren. Maar na afloop dacht ik: ‘Bedankt om me tegen mezelf te beschermen.’ Dat was je reinste overkill geweest.
‘Overkill’: het idee is de voorbije uren een paar keer gepasseerd. Waarom is het zo’n schrikbeeld? 2007 was toch geweldiger dan je ooit had kunnen dromen?
Van de Veire: Net daarom ben ik een beetje achterdochtig aan het worden, denk ik. Omdat ik steeds meer het gevoel krijg: ‘Dit kan niet anders dan binnenkort keren.’ Elementaire fysica. Wat omhoog gaat, komt vroeg of laat weer naar beneden.
Ik denk dat ik een soort trauma heb opgelopen toen ik nog voor Studio Ket werkte. Toen werden we op een dag allemaal bij de grote baas geroepen, en zei die doodleuk: ‘ Mannen, jullie programma wordt afgevoerd. Ik dank jullie allemaal voor al jullie harde werk, en ik wens jullie nog een fijne carrière verder.’ Ik herinner me nog dat ik het gevoel had dat ik door een heel grote reus werd opgetild, en keihard weer op de grond werd gesmeten. Sindsdien weet ik: niks is zeker op radio en televisie. Van de ene dag op de andere kan je zonder pardon opzijgezet worden.
Iemand als jij zou toch binnen het uur een andere job hebben?
Van de Veire: Denk je? Ik zou wel andere dingen kunnen doen, natuurlijk. Reportages maken en zo. Maar ik blijf er toch als de dood voor dat iedereen me plots beu zou zijn. En dat ik weer stofzuigers zou moeten verkopen, zoals vroeger. Of in een marketingbureau werken.
Weet je dat ik het echt benauwd kreeg toen jullie me vertelden dat ik jullie Man van het Jaar was? En dat ik meteen dacht: als ik nu Man van het Jaar ben, kan het écht alleen nog maar naar beneden? Zo érg heb ik het te pakken.
Volgend jaar kiezen we iemand anders, geen zorgen.
Door Wouter Van Driessche en Stefaan Werbrouck Foto: Charlie De Keersmaecker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier