Stand-upcomedian Gunter Lamoot vergast ons op oldschool filterkoffie in zijn huis in Sint-Amandsberg.
1. Madness. Als ik ooit van één groep fan ben geweest, dan is het Madness. Een band die tegelijk silly en cool is: er gaan geen drie weken voorbij zonder dat ik iets van hen opzet. Een jaar of drie geleden moest ik hen aankondigen op de Lokerse Feesten. Ik heb de gelegenheid aangegrepen om de poster die vroeger boven mijn bed hing te laten signeren. Op slag was ik weer elf jaar.
2. Hamster. Geronimo heet hij, geloof ik. Hij gaat het niet lang meer rekken, vrees ik: zijn buik begint al kaal te worden. Ik heb het meer voor onze twee kippen, maar die mochten het huis niet binnen.
3. Dictafoon. Heb ik altijd op zak. Vroeger gebruikte ik bierviltjes, nu spreek ik mijn nonsens digitaal in. Ongefilterd. Mijn vorige exemplaar ben ik kwijtgespeeld: mochten de vinders op ‘play’ drukken, zouden ze wel eens héél rare dingen te horen krijgen.
4. Jezusbeeld. Ooit een keer gekocht op een rommelmarkt in Brussel. Niet dat ik veel met Jezus heb, maar met zo’n duikbril heeft hij wel iets. Ik houd van zulke spullen – zie ook het koningspaar achter mij. Ik ben wel een nostalgisch type, ja.
5. Transistorradio. Het radiootje van mijn vader. Droeg hij overal met zich mee toen hij als kok werkte, tot hij het een jaar geleden wilde wegsmijten – ik heb het dan maar gehouden. Ik vind het interessanter dan een foto van mijn vader op de schouw: het zégt meer.
6. Speelgoed. Mijn kinderen zijn nu acht en negen, wat betekent dat het hele huis vol speelgoed ligt. Dat kan mijn kloten uithangen, maar tegelijk werkt het heel inspirerend. Als Véronique – het typetje – heb ik een keer of drie speeltuigen van mijn kinderen op podium gebruikt, nu ja, mismeesterd. Ik weet nog niet precies wat, maar ooit ga ik iets met dit ding doen.
7. Meer speelgoed. Deze keer van mij. Ooit eens in een schietkraam gewonnen. Als kind was ik gefascineerd door enge dingen. Ik had een hele collectie rubberen spinnen en draken. Als ik stop met humor – en die kans acht ik niet onbestaande – zie ik mezelf nog wel sciencefictionachtige suspensehorror maken. Net als goede humor, draait goede horror om verrassing.
8. iPod. Ik rij niet met de auto, wat betekent dat ik veel op de trein zit. Behalve voor muziek gebruik ik mijn iPod vooral voor podcasts – van luisterspelen uit de jaren 50 à la The Zero Hour tot de babbels van Ricky Gervais en Karl Pilkington. Plus: als je oortjes inhebt, spreken mensen je minder snel aan.
9. Blauwe vuilzak. Dat is om mezelf eraan te herinneren dat ik de vuilzakken moet buitenzetten als ik deze foto in Knack Focus zie staan. Waarvoor dank!
(G.Z.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier