Moet je de broers Jean-Pierre en Luc Dardenne nog inleiden? Seraing. Verstand van cinema. Oog voor de mens. Twee Gouden Palmen. Vijf meesterwerken op rij. Geen mooiere gelegenheid dan de uitgave van een elfdelige dvd-box met de volledige collectie om samen achteruit te kijken. ‘We filmen liever de kleine dan de grote dingen.’
JEAN-PIERRE EN LUC DARDENNE – DE VOLLEDIGE COLLECTIE
Verschenen bij Cinéart/Twin Pics.
LE SILENCE DE LORNA l 2008
Met Arta Dobroshi en Jérémie Renier
IN HET KORT: De jonge Albanese Lorna gaat een schijnhuwelijk aan met een junkie. Is ze bereid om over lijken te gaan om haar droom te realiseren?
IN CANNES: Beste Scenario
Jean-Pierre Dardenne: We verlangden ernaar om eens een volwassen vrouw te filmen. Dat was de eerste keer.
Luc Dardenne: Dat had slecht kunnen aflopen. We zijn met twee en we zijn broers. Je krijgt twee blikken op een en dezelfde vrouw. Elk heeft zijn ideeën en gevoelens, jaloezie en rivaliteit kunnen opspelen. Waarom deze vrouw en geen andere?
Jean-Pierre: Een tweede grote uitdaging was de fameuze ellips: we wilden het verhaal vertellen zonder de dood van Claudy in beeld te brengen. Zulke uitdagingen hebben we nodig. We mogen ons niet in slaap laten sussen.
Luc: Mensen waarschuwden ons dat die ellips nooit begrepen zou worden. Maar ik denk net dat de vermetelheid ervan ons in Cannes de prijs voor het beste scenario heeft opgeleverd. Bij elke film komen dingen terug, maar je moet ook telkens weer dingen uitvinden. Het verhaal van Lorna dwong ons om andere manieren van filmen te verkennen. De camera ‘schreef’ deze keer minder het verhaal. Al vrij snel beseften we dat we deze keer meer zouden kijken en observeren. Dat vroeg om een breder en vaster beeld, met minder camerabewegingen om de bewegingen van personages te vatten. We gunnen de kijker de tijd om na te denken: wat doet die vreemde en mysterieuze vrouw nu? Wat gaat er in haar om?
L’ENFANT l 2005
Met Jérémie Renier, Déborah François
IN HET KORT: Ritselaar en kruimeldief Bruno verkoopt het pasgeboren kind van zijn vriendin Sonja.
IN CANNES: Gouden Palm
Luc: Het scherpst herinner ik me de scènes waarin Bruno (Renier) zijn kind verkoopt of probeert terug te kopen. Dat is zo huiveringwekkend. De band met je eigen vlees en bloed is toch een van de meest essentiële zaken in een mensenleven, ongeacht hoe verschrikkelijk je situatie ook is. Bruno vernietigt die band. Argeloos. Hij is zo verslingerd aan geld dat hij er geen graten in ziet om zijn kind te verkopen. Aanvankelijk beseft hij zijn fout zelfs niet: hij haalt het kind terug omdat Sónja dat wil. Hoe kun je nu zo onverantwoordelijk zijn, zo de essentie missen? Die vraag fascineerde ons.
Jean-Pierre: L’enfant staat voor mij gelijk aan Déborah François. Zij had nooit eerder in een film geacteerd. Het is telkens weer een enorm, opwindend avontuur om een belangrijke rol te geven aan iemand voor wie het de eerste keer is, om hen door de camera te bekijken.
Luc: Wij hebben mensen nodig die kneedbaar zijn: receptief en onthullend. Elke acteur beweert kneedbaar en beschikbaar te zijn. Maar wij weten dat het vaak niet zo is. We noemen geen namen, maar veel professionals gedragen zich voor de camera op een manier die ons niet bevalt. Met die lieden kunnen wij niet werken.
LE FILS l 2002
Met Olivier Gourmet
IN HET KORT: Vakleraar krijgt de moordenaar van zijn zoon in de klas.
IN CANNES: Beste Acteur Olivier Gourmet
Luc: Wij zijn geïnteresseerd in de mens. Niet in een idee, een filosofie, een moraal. Het moet concreet zijn. We filmen liever de kleine dan de grote dingen. Details zijn ontzettend belangrijk: de handen van Olivier, het ambacht. Daar brouwen we een verhaal mee. Tijdens het schrijven hoeden we ons ervoor te snel te gaan. We bespreken alles, stap voor stap.
Jean-Pierre: Je film mag geen tribunaal zijn. De vader ziet de moordenaar van zijn zoon het atelier binnenlopen en aanvaardt hem als zijn leerling. Waarom doet hij dat? Wat gaat er in zijn hoofd om? Wat is zijn plan? Wij hebben Olivier Gourmet het mysterie toevertrouwd.
Luc: We hebben het bijna altijd over vaders en zonen, ouders en kinderen. Dat houdt verband met Seraing, de stad waar we opgroeiden. We hebben met onze eigen ogen gezien hoe Seraing de jongeren onterfd heeft. Vaders werden massaal werkloos en voelden zich opzijgeschoven. Ze verloren hun fierheid. Ze hadden hun zonen geen vak meer te leren. Dat heeft tot een breuk geleid. Jongeren moesten zichzelf zien te beredderen. Later kwamen de drugs, de werkloosheid, de bendes en zo meer. Die kloof bepaalt al onze verhalen. Wat heeft een vader zijn zoon nog te vertellen?
LA PROMESSE l 1996
Met Jérémie Renier en Olivier Gourmet
IN HET KORT: De veertienjarige Igor moet breken met zijn vader als hij zich wil houden aan de belofte om te zorgen voor de vrouw en het kind van een dodelijk verongelukte Afrikaan.
IN CANNES: Opgenomen in de selectie van de ‘Quinzaine des Réalisateurs’.
Luc: Velen denken dat dit onze eerste speelfilm is. Voor ons is het een beetje de eerste zoals we hem graag wilden. Met La Promesse vonden we onze manier van werken: de toeschouwer via film laten kijken naar de wereld die hem omringt. De werkloze Roger wil zo veel mogelijk poen pakken. Hij regelt zwartwerk en profiteert van de vele mensen die hun thuisland moesten ontvluchten. Het is de maatschappij die mensen als Roger voortbrengt. Hij heeft bijna geen waarden. Hij leert zijn zoon geen vak, geen respect voor het leven. De zoon is een handlanger, niet iemand die hij moet opvoeden.
Jean-Pierre: Igor, zelf nog een kind, wordt gedwongen om partij te kiezen. Houdt hij zijn belofte en neemt hij de vrouw en het kind van de overleden man in bescherming, of blijft hij zijn vader trouw?
Luc: Ik onthoud ook de ontmoeting met twee heerlijke acteurs: Jérémie Renier en Olivier Gourmet. Ze hadden nooit eerder voor de camera gestaan, maar wat een revelaties.
Luc: We waren zelf tevreden met de film, maar vroegen ons af of pers en publiek wel geïnteresseerd zouden zijn in zwartwerk, migranten, mensen in relatieve armoede, een vader en een zoon. Op de eerste vertoningen in de Quinzaine des Réalisateurs in Cannes waren slechts drie Belgische journalisten aanwezig. Geen pretje. Hét grote moment kwam een dag later: de krant La Libération zweeg over de films in competitie en gaf alle aandacht aan La Promesse. Daarna ging de bal aan het rollen. Jammer maar waar: je moet eerst het buitenland veroveren om in België erkenning te krijgen.
ROSETTA l 1999 Met Emilie Dequenne
IN HET KORT: Jong meisje zoekt wanhopig naar werk om uit de miserie te geraken.
IN CANNES: Gouden Palm en Beste Actrice Emilie Dequenne.
Jean-Pierre: We hadden ons voorgenomen een schijnbaar eenvoudig gegeven ernstig te nemen: een meisje wil tot elke prijs werk. Haar wanhopige zoektocht verandert haar: plots ziet ze in iedereen een vijand. In de scenariofase dicht je zo’n personage allerlei kenmerken toe, maar we kregen pas echt een beeld van Rosetta toen Emilie Dequenne haar leven inblies.
Luc: Na de Gouden Palm stond Rosetta in het middelpunt van de belangstelling. Ze werd een emblematisch figuur en dook op in menig debat in België en Frankrijk. Laurette Onkelinx noemde een plan om jongeren aan het werk te krijgen naar haar. Kijk, filmregisseurs moeten niet naast hun schoenen lopen. Onze films veranderen de wereld niet. Maar we staan ook niet los van de maatschappij. Rosetta zegt iets over onze samenleving. Rosetta hoort zeggen dat er werk is voor wie wil en ze neemt dat ernstig. Ze denkt dat ze dood gaat als ze geen werk vindt. Bijna doodt ze er haar vriend voor. Dat heeft de mensen geraakt. Rosetta werd een symbool van mensen die ‘neen’ zeggen tegen de geforceerde ontspanning. Ze willen niet stempelen, niet nietsdoen en afhankelijk zijn van hulp. Ze willen werk. Want werk is een manier om te leven, om vrij te zijn, om een actief lid van de samenleving te zijn en je op die manier solidair te voelen. Wat men ook zegt: werkloos zijn is een nare ervaring. Je wordt in eenzaamheid opgesloten. Men beschouwt je als een hulpbehoevende. Je mag de mensen niet verplichten om niets te doen, om te wachten op werk dat niet komt. Rosetta wierp veel vragen op en doet dat nog steeds.
Jean-Pierre: We zijn nu elf jaar later en de situatie is er nog op achteruitgegaan.
JE PENSE À VOUS l 1992 Met Robin Renucci
IN HET KORT: Gelukkig getrouwde staalarbeider verandert na het verlies van zijn werk in een agressieve, drankzuchtige marginaal.
Jean-Pierre: We zijn autodidacten en daar waren we het slachtoffer van. We waren bang. En dan heb ik het niet over de gebruikelijke angst voor je aan film begint – die is stimulerend. Ik heb het over een verlammende angst. Wat doe je als je mislukt? Je verstopt je achter de middelmaat. Niemand heeft ons verplicht die film te draaien, wij dragen de verantwoordelijkheid voor de flop. Toch hoort de film in de box: het is een belangrijke stap in ons parcours als cineast. We hebben de bodem moeten bereiken om ons dan te herpakken. Zonder Je Pense à Vous geen La Promesse. Luc: We beschikten over een budget van bijna twee miljoen euro, destijds niet niks. Het was een coproductie met Frankrijk en er deden bekende acteurs mee. Ik vraag me nog steeds af waarom we niet met onbekende acteurs gewerkt hebben, zonder muziek, zonder 35mm-camera en met onze vrienden op sleutelposities. We wilden zo graag een bioscoopfilm draaien ‘zoals het hoort’ dat we het belangrijkste vergaten: wat willen we vertellen en waarom? En dan te zeggen dat we hebben meegeschreven aan het scenario, samen met Jean Gruault.
FALSCH l 1986 Met Bruno Cremer
IN HET KORT: De enige overlevende ontmoet op een klein vliegveld de overleden leden van zijn zwaar getroffen Joodse familie.
Luc: Eigenlijk komen wij uit het theater.
Jean-Pierre: Schrijver en regisseur Armand Gatti is onze spirituele vader. Ik ben niet zeker of we filmregisseur zouden zijn geworden als we hem niet hadden ontmoet. Falsch is de verfilming van een theaterstuk van René Kalisky. Het was de eerste keer dat we met acteurs werkten. Een acteur is een mens met wie je een vertrouwensrelatie opbouwt. Geen van beiden mag bang zijn om zich aan de andere over te geven. Wij hadden wél schrik. We plaatsten tussen ons en de acteurs rails om travellings te kunnen maken.
Luc: Ik zie een element in Falsch dat in al onze latere films terugkeert: het kind. Van een zeventienjarig meisje dat in het theaterstuk revolteerde, hebben wij in de film een kind gemaakt. De dochter van onze zus heeft die rol op zich genomen. Het personage is de link tussen alle leden van de familie Falsch, en herinnert eraan dat ook kinderen in de Tweede Wereldoorlog zijn uitgeroeid. Dit maar om te zeggen dat we geen mutanten zijn. We zijn niet van de ene op de andere dag iets anders gaan doen. We zijn altijd Jean-Pierre en Luc Dardenne gebleven.
DE DOCUMENTAIRES
IN HET KORT: Een blik op de geschiedenis van de Luikse arbeidersbeweging.
Luc: Net als onze speelfilms zijn het voornamelijk portretten van individuen: Léon Masy en zijn boot, Edmond G. en zijn clandestiene krant, Jean Louvet en zijn proletarisch theater. Rosetta die werk zoekt en Bruno die zijn kind verkoopt, liggen in het verlengde. We zijn nooit militant geweest. Het was en is nooit om de ideologie te doen, maar om het individu. Wij zijn in de mens geïnteresseerd.
Jean-Pierre: Ik mis in de box een van onze eerste documentaires, over het verzet tegen de nazi’s in het Luikse. Helaas bevindt de videoband zich in een te erbarmelijke staat. Ook onze eerste video’s, voornamelijk korte portretten die we vertoonden in de achterzaaltjes van cafés en zo, zijn niet bewaard gebleven.
Luc: Een dvd-box is nooit helemaal integraal. Ten eerste zijn we nog niet dood. Twee: ook het verleden staat volledigheid in de weg. Veel videobanden zijn nu eenmaal verloren gegaan.
Win 2 boxen Jean-Pierre & Luc Dardenne Zie pagina 6. TRAKTEERT OP
KNACKFOCUS .BE
DOOR NIELS RUËLL / FOTO PIET GOETHALS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier