CINEMA ALS WAARHEID. JEAN-LUC GODARD WORDT GEHULDIGD MET EEN BIOGRAFISCH PORTRET DAT KLASSIEKE VERWACHTINGSPATRONEN DOORBREEKT.

COLIN MACCABE

BLOOMSBURY, 432 BLZ., a 25

Godard: a portrait of the artist at 70

De films die Jean-Luc Godard draaide in de periode van de zogenaamde Nouvelle Vague – A Bout de Souffle (1960), Le Mépris (1963) en Alphaville (1965) – zijn even snedig als een paragraaf Sartre, even gesofisticeerd en swingend als een streepje Coltrane, terwijl ze van actrices als Jean Seberg en Anna Karina iconen van de jaren zestig konden maken. In de late jaren zestig werd Godard een Franse maoïst – François Truffaut, zijn voormalige collega bij het prestigieuze Les Cahiers du Cinema, verweet hem ‘de Ursula Andress van de militanten’ te zijn: ‘Hij duikt net lang genoeg op om de flits van de camera te vangen, daarna verdwijnt hij in een waas van zelfgecreëerd mysterie.’ Het grote publiek dreigt hem wat te vergeten, maar Godard heeft nog steeds fans: Martin Scorsese financierde zijn nieuw werk, Quentin Tarantino noemde zijn productiehuis A Band Apart, naar Bande à Part (1964).

Colin MacCabe’s onconventionele portret van de artiest (inmiddels 73) doorbreekt het verwachtingspatroon van een klassieke biografie. Geen chronologie van gebeurtenissen dus, maar allerlei perspectieven op leven en werk van de Franse regisseur: beschouwingen over protestantse theologie en zijn impact op de Franse politiek, notities over taalfilosofie, historische opmerkingen over Zwitserland, ze smelten allemaal samen tot één reusachtig biografisch document. MacCabe gaat breder dan de meeste biografen, zijn socioculturele en politieke overwegingen dragen bij tot een beter begrip van de vaak slecht begrepen criticus-cineast. Belangrijk is de invloedrijke relatie tussen Godard en André Bazin, de stichter en hoofdredacteur van Les Cahiers du Cinema met een voorliefde voor Italiaans neorealisme, die hem doet beseffen dat de camera een uitgelezen wapen is om journalistieke antropologie te bedrijven. De documentaire moet de waarheid vertellen, 24 keer per seconde. Langzaam groeit de jonge filmmaker uit tot een ‘number theorist, conjugating the prime numbers of social reality in an attempt to provide a comprehensible pattern’. Nadeel van deze breedvoerige aanpak is echter dat de hoofdfiguur dikwijls in het plaatje ontbreekt, het perspectief is interessanter dan het onderwerp. Die onscherpte is frustrerend, maar dat is de complexiteit van Godards ideeënwereld ook vaak.

Bram van Moorhem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content