Wat je ziet is wat je krijgt bij mij, ik ben no nonsense op het botte af. Dus maakte ik een heel realistisch zelfportret, naar een foto van mezelf bij een overweg. Dit is nog maar mijn tweede zelfportret, hoewel ik al mijn hele leven teken. Je moet jezelf al heel erg serieus nemen om jezelf te willen portretteren. En daar heb ik meestal weinig last van, vandaar ook dat ik een smiley in mijn zelfportret stopte. Ik was gedoemd om schilder te worden, ik kom uit een familie van kunstenaars. Mijn moeder, mijn grootvader én mijn overgrootvader waren dwangmatige schilders. Tijdens de oorlog schilderden ze zelfs op rioolbuizen als er geen geld was om papier of doeken te kopen. En zelf kan ik ook geen week niét schilderen zonder kortsluitingen in mijn hoofd te veroorzaken. Tegenwoordig schilder ik op doek, maar ik heb ook heel lang op muren geschilderd. En op mezelf, want van mijn tien tatoeages heb ik er een heleboel zelf ontworpen.
Van de doodshoofden achter mijn portret heb ik er één op mijn rechterarm laten tatoeëren. Maar er staat ook ergens een zon op mijn lijf. En een hart, naast mijn euh – fluit. Ik heb een nogal wilde jeugd gehad, vrees ik. Vandaar ook mijn geuzennaam Gèsman. Van het West-Vlaamse gès – gras, weed. Ik heb nogal wat jaren in cannabiswalmen zien opgaan. Maar ik ben veel kalmer geworden, intussen. De volwassenheid heeft al een heel klein beetje toegeslagen.
Het eerste liedje dat ik schreef, op mijn veertiende, was er meteen één in het West-Vlaams. ‘Droh bruun broo’ oftewel ‘Droog bruin brood’, omdat mijn moeder beleg was vergeten te halen. En nadien ben ik in mijn streektaal blijven zingen, omdat dat nu eenmaal het dichtst bij me ligt. Mijn grote droom is om op een dag helemaal van mijn muziek en van mijn kunst te kunnen leven. Zonder mij nog veel te moeten aantrekken van de rest van de wereld. Zélf vind ik dat niet veel gevraagd. Maar het blijkt helaas wel heel erg moeilijk.
West-Vlaming zijn is vaak een handicap. We weten wel van aanpakken, we zijn wel down to earth, en je kunt ons wel vertrouwen. Maar tegelijk zijn we een tikje onbehouwen, en komen we vaak niet uit onze woorden, laat staan uit onze zinnen. Een West-Vlaming op radio of televisie valt bijna altijd uit de toon. Algemeen Nederlands is niet onze moedertaal maar onze tweede taal. En dat wordt vaak over het hoofd gezien.
Steven Vervaeke alias Gèsman (33) is kunstschilder en zanger/gitarist/aanvoerder van de zevenkoppige Kortrijkse streektaalgroep die zijn naam draagt. Hun tweede plaat ‘ Omplof!’ leverde hen – terecht – de eretitel van ‘Los Lobos van Vloandern’ op. Op 16/11 speelt Gèsman in De Vooruit in Gent in het voorprogramma van De Mens. Op 18/11 is de groep het voorprogramma van Fixkes in de Magdalenazaal in Brugge. Alle info: www.gèsman.be.
Opgetekend door Wouter Van Driessche
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier