FIJNE STRIPWARE

Zijn eerste boek al, Jimmy Corrigan, zette Chris Ware op het hoogste ereschavot van de stripauteurs. Hij won er zelfs literaire prijzen mee. De opvolger Building Stories blijkt een ode aan papier en de moderne vrouw, vermomd als gezelschapsspelletje. ‘Er zit kop noch staart aan mijn boek.’

Wat is dát?!’ De vrouwen in mijn huis zijn heel vreemde boeken gewend, maar ze weten toch niet wat ze zien als ik zichtbaar nerveus Building Stories probeer te openen. Sinds Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld is een nieuw boek van de Amerikaanse auteur Chris Ware (44) een evenement. In de internationale pikorde van stripauteurs staat hij helemaal bovenaan, samen met Art Spiegelman. Met zijn eersteling won hij niet alleen een hele reeks internationale stripprijzen, maar kaapte hij ook de Guardian First Book Award weg, een prijs voor een romandebuut. Zeer tot chagrijn van de aanwezige literaire critici. Er gebeurt nauwelijks iets in Jimmy Corrigan, behalve dat een timide jongeman kennismaakt met zijn vader. Maar de vormvernieuwing in de strip was spectaculair en maakte Ware beroemd: zijn vertellingen in schemavorm, zijn papieren speelgoedjes om uit te knippen, zijn uitvouwpagina’s en andere designvernieuwingen die je vroeger nooit in een strip voor volwassenen zou verwachten. Zijn eigen gevoel voor vormgeving leidde al tot tentoonstellingen in prestigieuze musea voor moderne kunst en maakte van hem een graag geziene gast in dat walhalla van illustratoren, The New Yorker.

Maar het was het voorwerp Building Stories zelf dat de verbaasde reactie van mijn huisgenoten uitlokte. Het ziet er niet uit als een boek of een strip, maar als een doos van een gezelschapsspel, een superieur vormgegeven versie van Monopoly of Levensweg. Binnenin zit geen spelbord, maar een verzameling van veertien losse strips en stripjes. Sommige zijn slechts strookjes papier met enkele plaatjes erop, andere zijn zo groot als een dikke krant. Weer andere zien eruit als een normale strip, maar hebben een mooie harde kaft meegekregen. De verhalen vertellen samen de levensloop van de bewoners van een oud huis met drie verdiepingen. Stories uit de titel verwijst dus niet alleen naar verhalen, maar ook naar de lagen van een gebouw. Eén personage eist vooral de aandacht op: een doodgewone vrouw met een afgezet onderbeen. Ware volgt haar tijdens verschillende fasen van haar leven. Ze studeert kunst, werkt in een bloemenwinkel, trouwt en wordt moeder. Ondertussen blijft ze dromen van het schrijverschap. Een banaler leven dan het hare bestaat haast niet en toch wordt haar verhaal in Wares handen een uniek boek.

Blijkbaar is de reactie van mijn huisgenoten precies wat Ware zelf in gedachten had, laat hij in een uitgebreide e-mail weten. De meeste auteurs kiezen voor de korte interviewpijn over de telefoon, maar de perfectionistische Ware neemt liever de tijd om over zijn antwoorden na te denken. ‘Als een lezer zich verbaast over een voorwerp, staat hij helemaal open voor de wereld. Het was min of meer de bedoeling om de lezer op een prettige manier te desoriënteren, een beetje zoals we ook in onze kindertijd voortdurend vrolijk het noorden kwijt zijn. Daarnaast wilde ik het gevoel van blijde verwachting en affectie scheppen dat ik terugvind in het werk van beeldend kunstenaar Joseph Cornell. Ken je die? Zijn dozen met alledaagse voorwerpen lijken iets te suggereren over de essentie van de wereld. Zijn werk is één grote belofte, maar het schenkt ook iets aan de kijker. Mijn boek moest dat soort plezier oproepen.’

HET IS NIET DE EERSTE KEER DAT WARE EXPERIMENTEERT MET DE formaten van zijn strips. In de jaren negentig bracht hij al nummers van zijn eigen tijdschrift The Acme Novelty Library uit die door hun hoogte in geen enkele boekenkast passen. Op de achterkant van Building Stories staat een reclametekst waarin Ware het boek aanprijst als het ultieme antigif tegen digitale publicatievormen. Dat is meer dan vrijblijvende spot. De tactiele ervaring van de spelletjesdoos met de kleine en grote boekjes is niet zomaar om te zetten in een versie voor de iPad. ‘Ik wilde met die tekst begrijpelijk uitleggen wat er in de doos zit. De losse bladen, magazines en kranten van verschillende grootte verwijzen inderdaad naar een snel verdwijnend tijdperk van tijdschriften en papier. Daarnaast weerspiegelt de ongeordende reeks boekjes hopelijk ook dat het hoofdpersonage gaandeweg meer verstrikt raakt in haar eigen gedachten en zorgen. Er zit kop noch staart aan mijn boek.’

Dat hoofdpersonage, dat overigens naamloos blijft, heeft Ware bijzonder grondig uitgewerkt. Niet alleen toont hij verschillende episodes uit haar leven, maar haar psychologische leven wordt ook uitgespit. Haar eenzaamheid als jonge vrouw, haar omgang met andere personen, haar onzekerheden en dromen zijn heel geloofwaardig in tekst en beeld omgezet. Als je niet beter wist, zou je er zeker van zijn dat een vrouw de verhalen had geschreven. Ware heeft zijn inspiratie niet bij vreemden gezocht, zo blijkt. ‘Ik ben grootgebracht door vrouwen: mijn moeder en mijn grootmoeder. Daarnaast heeft mijn vrouw het boek doorgelezen om ervoor te zorgen dat ik zeker geen pijnlijke genderfouten zou maken. Ik werk ook thuis en pas vaak op mijn dochter. Veel van mijn vrienden zijn dus moeders en ik breng veel tijd door in speeltuinen. Het hoofdpersonage is uiterlijk gebaseerd op mijn vrouw, maar haar gedachten en persoonlijke problemen lijken meer op de mijne. Hoewel mijn vrouw vroeger ook kunstenaar was, heeft ze nu een baan als leerkracht op een plaatselijke public school. Ze doet dat goed en staat stevig in haar schoenen. Mijn boek gaat gedeeltelijk over je creatieve ambities opbergen en niet weten wat je met je leven moet uitrichten, maar dat deel ervan gaat dus zeker niet op voor mijn vrouw.’

MET ZIJN HOOFDPERSONAGE MAG HET DAN MINDER GOED GAAN dan met zijn eega, voor een Ware-strip is Building Stories opvallend optimistisch. Het kon misschien moeilijk anders na de tristesse van Jimmy Corrigan, waarin een bejaarde, dikke Superman van een flatgebouw te pletter viel. Maar toch. Wares schrijfster-in-spe voelt zich geleidelijk beter wanneer ze een partner en een kind krijgt, ook al gaat de dop van de flacon rozengeur er niet af. De wending is op zijn minst verwonderlijk te noemen bij een auteur die niet bekendstaat om een onbezorgde kijk op het leven. ‘Eigenlijk is dat mijn eigen ervaring. Het vaderschap heeft bijna elke vraag beantwoord die ik me over het leven stelde. Ik meen het als ik in een dialoog schrijf dat een kind opvoeden het belangrijkste is wat je kunt doen in je leven. Maar het hoofdpersonage van Building Stories ziet de dingen toch nog anders dan ik. Hoewel ze veel troost vindt in het moederschap, heeft ze ook het gevoel dat ze haar dromen te veel heeft verwaarloosd.’

De verpakking van Building Stories als een doos met 14 losse verhalen heeft meer gevolgen voor de leeservaring dan je op het eerste gezicht zou denken. Zo heeft het boek geen klassieke chronologie meer. Je kunt beginnen met een strip waarin de vrouwelijke hoofdpersoon veertig is, om daarna twintig jaar terug te keren in de tijd. Of omgekeerd. Elk verhaal is op zijn beurt het heden en alle andere strips en stripjes, verleden en toekomst van het personage, zijn tegelijk aanwezig. ‘Die verstrengeling van heden en verleden is precies wat ik wilde bereiken. Als kind zat ik graag aan de keukentafel bij mijn grootmoeder thuis om te luisteren naar haar verhalen over haar eigen kindertijd, haar tienerjaren en haar prille huwelijk. Ze kon fantastisch vertellen. In een gewoon gesprek kon ze de gebeurtenissen met zulke intensiteit tot leven brengen dat ik het gevoel kreeg dat ik alles samen met haar had meegemaakt.

‘Met de verschillende boekjes wilde ik bij de lezer een gevoel opwekken alsof je diep in gedachten verzonken bent. Het heden lijkt dan enkele seconden lang te verdwijnen en het verleden wordt bijna net zo echt en toegankelijk. Dat gevoel is een van de typische kenmerken van ons geheugen. Het is eigenlijk vreemd, maar ons bewustzijn bevindt zich veel vaker in die toestand dan we willen geloven.’

DE LINK TUSSEN HEDEN EN VERLEDEN VERLOOPT IN WARES WERK vaak via architectuur. Een van de strips in Building Stories wordt zelfs verteld door een huis. In andere verhalen krijgt Wares woonplaats Oak Park bij Chicago een prominente rol. Het is een plek die voor Chris Ware gemaakt lijkt: een rustig dorp dicht bij de grote stad, maar dat ondertussen wel de grootste collectie ter wereld van privéhuizen van architect Frank Lloyd Wright herbergt. Het illustreert het belang van gebouwen in Wares leven. ‘Architectuur geeft niet alleen vorm aan de ruimtes en decors waarin we – waardig of minder waardig – onze levens leiden, maar bepaalt ook onze gedachten en herinneringen. Mijn collega Charles Burns en ik hadden het daar recent nog over. We konden allebei voorbeelden noemen van momenten tijdens het tekenen dat we helemaal vergeten waren waar we ons bevonden. We hadden onszelf ervan overtuigd dat we opnieuw in het huis van onze jeugd waren. De meeste mensen kunnen met hun ogen toe helemaal door het huis lopen waar ze opgegroeid zijn. Ze kunnen zelfs de lades opendoen, ze weten waar alles bewaard werd en welke kleren er in de kasten hingen. Volgens mij houden onze hersenen die ‘plattegronden’ voor ons vast. Ze komen nog van pas voor onze dromen. Soms verschijnen ze zelfs in ons alledaagse leven, door op een heel bizarre en verrassende manier de dagelijkse realiteit te overstemmen. Strips zijn een beetje architecturaal en in elk geval uit verschillende componenten opgebouwd. Dus laten ze misschien gemakkelijker dan proza toe om dat effect weer te geven.’

Het is geen wonder dat Chris Ware zich met zijn gezin heeft gevestigd in het dorp van een architect uit de vroege twintigste eeuw. Ware heeft al meer dan eens zijn bewondering uitgesproken voor design – en kunst in het algemeen – van die periode. Recentere spullen zijn volgens hem vaak haastig ontworpen en middelmatig van kwaliteit, maar honderd jaar geleden legde een vakman er nog zijn ziel in. Voor iemand die zo over esthetiek denkt, moet de alledaagse realiteit uit zijn verhalen een verschrikking betekenen. ‘Dat valt mee. Ik hou inderdaad van vroeg-20e-eeuws design, maar ik pas die oude esthetica simpelweg toe op hedendaagse verhalen. Ik heb niks tegen laptops of gsm’s. Ik vind de iPhone 4 een van de mooist ontworpen voorwerpen van de laatste dertig jaar. Hij lijkt op een magisch, glanzend stuk glas. Maar ik hou helemaal niet van hoe dat ding mijn aandacht opslokt en mijn rustige leven verstoort. Waar ik ook kijk, zie ik mensen in die glanzende afgrond staren in plaats van op te kijken naar de wereld. Volgens mij zitten alle moderne schrijvers en kunstenaars in de knoop met die moderne loskoppeling van het werkelijke leven, van mijn Belgische vriend, de componist Walter Hus, tot schrijvers als Zadie Smith, die in haar nieuwe boek NW e-mails en klungelige afgekorte boodschappen opneemt. Tegelijk bedankt ze in haar nawoord twee computerprogramma’s die de internettoegang kunnen blokkeren.’

ZIJN PARADOXALE HOUDING TEGENOVER DE MODERNE TIJD IS NIET de enige schijnbare tegenstelling in de figuur Chris Ware. Ik herinner me plots weer onze eerste ontmoeting, lang geleden op de bovenverdieping van een Brusselse stripwinkel. Van pure verlegenheid probeerde Ware ongeveer achter het behang te kruipen. Om de andere zin boorde hij zijn eigen werk de grond in. In die periode verborg hij zelfs zijn naam op de cover van zijn strips. Maar toen de meegereisde fotografe knap en sympathiek bleek, liet hij haar in een opvallende vlaag van assertiviteit niet vertrekken zonder een gratis exemplaar van zijn boek én zijn telefoonnummer. Building Stories is de meest ambitieuze strip van de laatste jaren. Dat lijkt ook moeilijk te rijmen met de onzekerheid van de jonge Ware. ‘Ik dacht vroeger dat mijn twijfel over mijn kunst zou verdwijnen – of toch op zijn minst beheersbaar zou worden – als ik maar hard genoeg werkte. Dat is voor een deel ook gebeurd, maar er is toch ook veel onzekerheid overgebleven. Uiteindelijk is dat natuurlijk alleen mijn eigen probleem en moet ik er niet te veel over zeuren. Maar zelfs als ik moest, zou ik me geen zelfverzekerde uitdrukking kunnen aanmeten. Misschien is dat wel een beetje geruststellend voor andere mensen die ook aan hun eigen capaciteiten twijfelen. Als student vond ik het altijd rustgevend als ik las dat andere kunstenaars die ik bewonderde daar ook mee worstelden… Al kun je nooit weten hoe een andere persoon op zo’n ontdekking reageert.’

FOCUS TRAKTEERT

WWW.KNACKFOCUS.BE

Win 3 exemplaren van Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld. Zie pagina 8.

BUILDING STORIES

Uit bij Pantheon Books (Engelstalig).

Het enige boek van Ware in vertaling is Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld (Oog&Blik & De Bezige Bij).

DOOR GERT MEESTERS

Chris Ware: ‘BUILDING STORIES GAAT OOK OVER JE CREATIEVE AMBITIES OPBERGEN. DAT EEN KIND OPVOEDEN HET BELANGRIJKSTE IS WAT JE KUNT DOEN, DAT MEEN IK OOK.’

Chris Ware: ‘IK HOUD VAN OUD DESIGN, MAAR DE IPHONE 4 VIND IK OOK MOOI, BEHALVE DAT DAT DING MIJN AANDACHT OPSLOKT EN MIJN LEVEN VERSTOORT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content