Applaus! Applaus! Cabaretier Wim Helsen trekt met ‘Bij Mij Zijt Ge Veilig’ een spoor van jubelrecensies door de Lage Landen, van ‘verbluffend’ tot ‘geniaal gek’. Tussendoor brengt hij ook nog eens een dvd uit van zijn alom geprezen debuutvoorstelling ‘Heden Soup!’. ‘Als comedians op hun bek gaan, lijden ze alléén.’
Mortsel, zondagavond, kwart over negen. Onderuitgezakt Vlaanderen vist parels op Een, Wim Helsen zet thee en excuseert zich voor zijn hese stem. ‘Te veel gespeeld’, klinkt het. ‘Geen tijd om naar de logopediste te gaan.’ Wij zijn allang blij dat we hem een avond thuis vinden – hij is pas terug uit Groningen, morgen vertrekt hij alweer naar Amsterdam.
‘Het is verschrikkelijk druk’, klinkt het. ‘Belastend, maar ook wel heel plezant.’ En lonend, bovendien, want Helsen werd onlangs genomineerd voor de prestigieuze Poelifinario-prijs, en zijn onnavolgbare soundmixact uit Comedy Casino wordt al volop geïmiteerd op allerlei foute bedrijfsfeestjes.
Wim Helsen: We deden dat in het middelbaar al, nummers fout nazingen. Ik herinner me nog mijn versie van Hey Joe van Jimi Hendrix. Hendrix zingt: ‘I’m goin’ down to shoot my old lady, I caught her messin’ around with another man.’ Maar ik had begrepen: ‘I’m goin’ down to shoot my old lady, I’m goin’ to mess around with another man’. Ik weet nog dat ik dat echt geweldig vond, zo’n neger die hardop zei: ‘Fuck, ‘k zen die waave beu, ‘k gon ma ne gast zoeke oem oep te kruipe.’ (lacht)
Onlangs lazen we in een recensie het adjectief ‘helsenesk’, hét bewijs dat je school hebt gemaakt. Enig idee wat ermee bedoeld wordt?
Helsen: Niet echt, nee. Ik heb het nog gevraagd aan de organisatoren van het Leids Cabaretfestival. Zij hadden een paar Belgische deelnemers ‘helsenesk’ genoemd, en voor hen betekende dat blijkbaar zoveel als ‘surrealistisch’ en ‘absurd’. Het uitgangspunt van Heden Soup! ís natuurlijk ook redelijk absurd. ‘Man maakt soep met boodschap in gehaktlettertjes, hoopt dat vrouw ze in de juiste volgorde zal opeten en van hem zal houden.’ Maar ik weet eigenlijk niet of dat soort absurdisme typisch is voor mij. Hugo Matthysen doet dat ook in zijn columns, en eigenlijk is het zelfs iets algemeen menselijks. Iedereen is vatbaar voor waanideeën, het personage uit Heden Soup! is daar gewoon een heel extreem voorbeeld van.
Recensenten noemden ‘Heden Soup!’ ‘maatschappijkritisch’ en ‘sterk geëngageerd’. Maar dat was niet je bedoeling, lazen we ergens.
Helsen: Niet onmiddellijk, nee. Als ik aan een voorstelling begin, probeer ik ze zo spannend en zo grappig mogelijk te maken, meer niet. Maar ik snap wel dat mensen er dubbele bodems in zien, ook al heb ik die er niet bewust ingestopt. Voor Heden Soup! was het uitgangspunt een verongelijkte man, die het gevoel heeft dat hem de hele tijd onrecht wordt aangedaan. Ik wou zijn verhaal vertellen, maar de stap van zo’n personage naar het grotere geheel is natuurlijk klein. Iederéén voelt zich wel eens onredelijk verongelijkt, en bepaalde politici maken daar dankbaar misbruik van.
Zit er ook een verongelijkte mens in Wim Helsen?
Helsen: Steeds minder. (lacht) Nee, tijdens voorstellingen kan ik me soms verschrikkelijk opwinden. Een paar weken geleden nog, omdat de batterijen van mijn microfoon plots leeg waren. Dan begint het te malen: ‘Godverdomme, in plaats van de hele middag koffie te zuipen had mijn technieker beter…’ Maar da’s compleet onredelijk, natuurlijk, mijn technicus werkt hard, en ik moet zulke dingen ook zélf checken. Toen Alex Agnew het Leids Cabaretfestival won, had ik het ook lastig. Ik had voor hem gesupporterd, maar ik kon niet blij zijn met zijn overwinning. Ik was gewoon jaloers, mijn ego speelde op. Ik heb ‘m dat gelukkig kunnen vertellen, en daarmee was het opgelost. Maar je moet waakzaam blijven voor zulke dingen, je moet ze aan jezelf durven toegeven.
Wouter Deprez klasseert zijn ideeën naar verluidt in zeven verschillende mapjes, van ‘Zever’ over ‘Absurd’ tot ‘Misantropie’. Hoe werk jij?
Helsen: Véél minder gestructureerd. (lacht) Ik ben altijd met tien dingen tegelijk bezig, verschrikkelijk stresserend. Ik ben ook nooit klaar, na elke voorstelling noteer ik nieuwe ideeën. Er kruipt ook veel tijd in dingen die compleet onhaalbaar blijken. Voor Bij Mij Zijt Ge Veilig wilde ik oorspronkelijk heel graag een levend schaap op het podium. Uiteindelijk is het toch een schaaploze voorstelling geworden – bij nader inzien bleek zo’n beest toch niet (plechtig) Dramatisch Onontbeerlijk.
In een interview liet je onlangs optekenen dat touren ‘geweldig’ is, en zeker ‘alles eromheen’. Wat moeten we ons daar precies bij voorstellen?
Helsen: Een hoteluitbater die ’s nachts in peignoir pintjes uit de kelder gaat halen, een man die je de weg uitlegt en vraagt of hij op de gastenlijst mag, een vriendin die in allerijl naar het ziekenhuis moet… Eigenlijk is het één lange aaneenschakeling van kleine en middelgrote avontuurtjes. Vorige week was ik in Noord-Nederland – Groningen, Drachten, Emmeloord – en daar moest ik een nieuwe broek gaan kopen. Gelachen! De winkeljuffrouw vroeg wat ik kwam doen, want ze had ‘de indruk dat ik niet van de streek was’. Waarop ik, doodserieus: ‘Gewoon, een beetje drugtrafiek, je kent dat wel, en een beetje vrouwenhandel.’ Dat gezicht, dat was gewoon on-be-taal-baar.
Een paar humorclichés. Een: geen humor zonder pijn, in elke comedian zit een pessimist. Of zoals een wijs man ooit zei: ‘Humor is de beleefdheidsvorm van wanhoop.’
Helsen: Ik herken dat wel, ik heb die twee uitersten zeker in mij. Ik ben óf ziekelijk optimistisch, óf verschrikkelijk down. In Heden Soup! zitten die twee extremen ook, zeker op het einde. ‘Ik ben niks’, zegt het personage plots. ‘Het stelt allemaal niks voor, wat we denken over onszelf of over de wereld.’ Eigenlijk is hij een nihilistische optimist. Hij laat alles los, en daardoor krijgt hij de ruimte om écht te gaan leven. (Denkt na) Nihilistisch optimisme, zou dat eigenlijk bestaan? Anders moeten we het bij deze misschien uitvinden.
Twee: humor moet tegen de haren instrijken, het is een compliment voor een comedian als mensen tijdens de voorstelling de zaal verlaten.
Helsen: Dat vind ik niet. Je kan dan wel trots verkondigen dat wat je maakt niet voor iedereen is, maar daar gaat het niet om. Bij Heden Soup! voelden sommige mensen zich blijkbaar diep beledigd door de stukken over Jezus en Maria. In een paar Nederlandse zwartekousengemeenten waren er zelfs mensen die opstonden en wegliepen. Maar dat vond ik jammer, ik had veel liever gehad dat ze waren blijven zitten om achteraf met mij te discussiëren.
Drie: comedy is de nieuwe rock-‘n-roll, hét genre waar nog plaats is voor tegenstemmen.
Helsen: Daar is misschien wel iets van aan. Het grote voordeel is natuurlijk dat de drempel voor comedy ongelooflijk laag is. Iedereen kan ermee beginnen: je hebt niet meer nodig dan een micro en wat volk. En zeker in Vlaanderen is het allemaal nog heel pril. Er zijn geen megaconcerns waar je voor moet opletten. Alles kan en alles mag.
Vier: goede humor heeft geen grenzen.
Helsen: In principe zijn er geen taboes, nee. Sommige bureaus vragen hun comedians om ‘niet te veel over seks te praten’, omdat dat nog altijd gevoelig ligt. Maar zulke bureaus snijden in hun eigen vel, want die comedians gaan dan op een ander. Ik vind: alles moet kunnen, maar je moet wel rekening houden met de context. Ik had destijds niks tegen de grappen over An en Eefje, maar het spreekt voor zich dat de priester er tijdens hun begrafenis geen moest vertellen.
‘In principe zijn er geen taboes’, zeg je, maar het valt op dat comedians nooit met andere comedians lachen. Is dat collegialiteit? Of schone schijn?
Helsen: Ik vrees het laatste, maar het klopt wel. Lachen met collega’s is not done. Ik weet nog dat (de Nederlandse cabaretier) Marc-Marie Huijbregts enorm veel tegenwind kreeg toen hij in een van zijn shows Lenette Van Dongen afkraakte, een andere cabaretière. Hij kreeg zelfs boze telefoontjes, alsof hij een soort omertà geschonden had. Zélf zou ik het nooit doen. Sommige comedians vind ik tot brakens toe slecht, maar dat hou ik voor mezelf.
Waarom?
Helsen: Omdat ik niemand wil afbreken die ik persoonlijk ken. En omdat ik te goed weet hoe eenzaam en hoe kwetsbaar comedians zijn. Muzikanten op een podium kunnen zich nog wegstoppen achter elkaar, of achter hun instrumenten. Comedians niet. Als die afgaan, lijden ze alléén.
Heb je wel eens last van mensen die je voorstelling doelbewust verstoren? Hecklers?
Helsen: Weinig, eigenlijk. Bij Heden Soup! was mijn personage daar ook iets te bezeten voor. Mensen durfden niks roepen. Het spectaculairste dat ik ooit heb meegemaakt, was toen ik in het voorprogramma stond van Sanne Wallis de Vries, in het Vondelpark in Amsterdam. Toen kroop een dronken zwerver op het podium om het Wilhelmus te zingen, en tot mijn grote verbazing liet iedereen gewoon begaan. Ik heb hem dan maar in mijn verhaal betrokken als ‘mijn nonkel Gaston’. Uiteindelijk is dat nog goed uitgedraaid. Ik heb hém zelfs het applaus in ontvangst laten nemen.
Nog even terug naar ‘Heden Soup’. Klopt het dat mensen na de voorstelling echt bang van je waren?
Helsen: Ja. Ik hoorde dat af en toe van organisatoren: ‘Sommige mensen vonden jou een héél enge man.’ (lacht) Ik denk nochtans niet dat mijn verbeelding anders is dan die van veel anderen. Ik laat misschien meer toe, maar er bestaan véél ziekere mensen dan ik.
Camus schreef ooit: ‘Gekken zijn normale mensen zonder uitlaatklep.’ Kan je je daarin vinden?
Helsen: Eigenlijk wel, ja. Soms is spelen niet meer dan acteren, maar soms is het méér, en heeft het iets van een duivelsuitdrijving. In Heden Soup! heb ik heel veel woede kunnen uitleven. Maar het geeft een ongelooflijke kick: applaus van 550 mensen die je net voor ‘smeerlappen’ hebt uitgemaakt. (lacht)
HEDEN SOUP
VRIJDAG 7/4 CANVAS – 22.15 UIT OP DVD BIJ PIAS
CABARETTEN
TIENDAAGS COMEDYFESTIVAL, VAN 19/4 TOT 29/4, CAPITOLE GENT. TICKETS EN INFO: WWW.MUSICHALL.BE
Door Barbara De Coninck en Wouter Van Driessche l FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier