Frontman en grafisch ontwerper Daan Stuyven zweette op de cover van ‘Cago’ al zijn frustraties over de opnamesessies uit.
Een maand opnames in Chicago, Steve Albini als producer, een eigen kok als zesde man aan boord: alle middelen werden ingezet om van Cago, het voorlopig laatste album van Dead Man Ray, de plaat van de internationale doorbraak te maken. Frontman Daan Stuyvens enthousiasme raakte ter plekke al bekoeld door interne discussies, en toen de rest van de band de ruwe mix van het album bij terugkeer ook als de definitieve mix aan hem opdrong, stopte hij al zijn ontgoocheling in zijn hoesontwerp. Hij verwerkte de honderden snapshots die de band ter plekke had gemaakt in een eigen bitterzoet verhaal.
Op Cago staan afwisselend beelden van de muzikanten en van Chicago. Het geheel is een uitvergroting van klassieke Amerikaanse filmaffiche-ontwerpen genre Taxi Driver, The Conversation, Midnight Cowboy, maar er is meer: Stuyven heeft de portretten zo geknipt, geplakt en bewerkt dat ze de verhoudingen binnen de groep weerspiegelen: gitarist Rudy Trouvé, toetsenist Wouter Van Belle en drummer Karel De Backer staan groot en scherp, Daan zelf en gitarist Elko Blijweert klein en flou. Stuyven: ‘Ik wandel ook weg, nukkig en nors. Omdat ik het tijdens de opnames ook vaak wou afbollen.’
Zowel rechts als links staan stadsgezichten van Chicago. ‘Ik zat zwaar aan de drank toen en op een gegeven moment ben ik drie dagen verdwenen. Toen ik op de derde dag wakker werd in een vreemd bed, waren die torens mijn eerste herkenningspunt: daardoor wist ik dat ik nog in Chicago was.’
Muziek is escapisme voor Daan Stuyven: hij creëert een intensere wereld dan diegene waarin hij zelf leeft en laat zich daar dan zo hard mogelijk in opzuigen. Dat filmische opzet steekt ook in zijn hoezen. Stuyven (1969) is grafisch vormgever van opleiding. Na een eerste gemiste entrée in de muziekbizz ontpopte hij zich tot een veelgevraagd ontwerper van reclamecampagnes, concertaffiches en albumhoezen – Tijd van Bram Vermeulen, Monstertje van Gorky en Programma ’96 van Noordkaap zijn van hem – tot de grafische overkill toesloeg en hij met Dead Man Ray weer muziek begon te maken. Sindsdien ontwerpt hij alleen nog zijn eigen hoezen. ‘Een nummer wordt pas concreet als ik er een hoes voor heb gemaakt. Dan wordt het menens voor mij. Ik maak zelfs hoezen voor mijn demo’s.’
Twee paar benen op de loop, links die van Daan, rechts die van gelegenheidskok Dimitri. Daan: ‘Ik wou Dimi er hoe dan ook bij op de hoes, want als niet-muzikant is hij in de loop van de sessie onze persoonlijke amateur-psycholoog geworden en heeft hij heel wat druk van de ketel genomen.’
Daan Stuyven: ‘Aan het begin van mijn carrière gebruikte ik een palet van 1000 lettertypes, op het einde hield ik er tien over en nu zweer ik nog bij één type: Eurostyle, in zijn tiental varianten. Een lettertype kan een album dateren, en dat wil ik vermijden. Eurostyle is een klassieker uit de sixties. Ik denk er trouwens aan om mijn nieuwe soloalbum zo te noemen.’
Het logo van Electrical Audio-studio van Steve Albini, hier op de rug van Albini’s grijze overall. ‘Die E kom je overal in de studio tegen, tot op de snijplank in de keuken toe. Het onderstreept zijn maniakale, bijna vakidiote kantjes. Net zoals die overall trouwens, iets wat elke werknemer daar draagt. Wellicht heeft Al-bini, toch een punker, dat nodig om in zijn rol van producer te kunnen stappen. Ik wou hem er absoluut bij: hij was de perfecte groepscoach.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier