Het deejayende duo Goe vur in den Otto brengt niet alleen festivalweides aan het dansen met metaldeunen, ze hebben ook een eigen radioshow op Studio Brussel. We scheurden met Jan Vermeerbergen en Pieter-Jan Symons over Vlaamsche wegen en voelden hen aan de tand over foute hairmetal, de vrouwtjes en hun nagelnieuwe compilatie-cd. ‘We zijn tegen verkeersovertredingen, maar een béétje kan geen kwaad.’
De ene is copywriter, de andere IT’er, maar dat merk je niet wanneer Pieter-Jan ‘Pete da Bomber’ Symons (28) en Jan ‘Johnny Jailbait’ Vermeerbergen (35) het podium bestijgen als het olijke deejayduo Goe vur in den Otto. Ook op deze middag van Pasen zien ze eruit alsof ze klaar staan om naar een metaloptreden te trekken. We nemen hen mee voor een wilde autorit met de obligate maar daarom niet minder aangename compilatie-cd Road Dawgs als soundtrack. Hell yeah!
Hoe ‘metal’ zijn jullie? Sommige fans van het genre hebben de indruk dat jullie een beetje de spot drijven met de hele scene. Door alle clichés uit te vergroten, bijvoorbeeld.
PIETER-JAN SYMONS & JAN VERMEERBERGEN:(in koor) Da’s helemaal niet waar. Totaal niet.
VERMEERBERGEN:Misschien komt dat ook omdat we vooral platen draaien waarop mensen kunnen feesten. En dat zijn nu eenmaal van die ogenschijnlijk foute hairmetaltoestanden als Mötley Crüe en aanverwanten. Maar we staan achter elke song die we draaien en die op onze compilatie staat.
SYMONS:Als we Bon Jovi spelen, dan doen we dat niet om met die band te lachen, maar omdat we hem keigoed vinden. En als je écht fan bent van een groep, mag je er wel eens de spot mee drijven.
VERMEERBERGEN: Het blijft altijd tongue in cheek of kolder. Als we tijdens de uitzending Ozzy Osbourne een wandelend lijk noemen, dan doen we dat met het grootste respect. Weet je, het metalgenre en het metalpubliek hebben zichzelf lange tijd heel serieus genomen. Daardoor is de heavy metal de laatste jaren meer in de underground terechtgekomen. Niet als iets marginaals, maar toch als iets waar de grote massa schrik van heeft. Wij willen die spanning doorbreken, tonen dat metal ook gewoon plezant kan zijn.
Waarom eigenlijk ‘goe vur in den otto’?
VERMEERBERGEN: Het is allemaal begonnen aan de toog van mijn stamcafé, waar ik met wat vrienden zat te praten. We waren het erover eens dat er voor zowat alles kwaliteitslabels bestaan. Voor vlees, voor kaas, voor bier, enzovoort, maar nog niet voor de ideale muziek voor in de auto. Van het een kwam het ander. Ik liet Goe vur in den Otto-stickers maken en ging die op cd’s in de MediaMarkt en de Fnac kleven.
SYMONS: Dat werd al snel ‘een ding’. Mensen begonnen Jan om stickers te vragen en begonnen zelf duchtig te kleven.
Allicht hadden jullie daarvoor niet de toestemming van die winkels.
VERMEERBERGEN: Dat was guerrillamarketing. (lacht) Ik plakte ook niet de hele Fnac vol, hé. Hier en daar wel, op platen van Iron Maiden bijvoorbeeld. Dan nam ik daar foto’s van en die deelde ik via Instagram en Facebook. Ik doe dat eigenlijk nog altijd. Op een gegeven moment bracht Alex Agnew een registratie van zijn eerste comedyshows in het Sportpaleis uit, en hij wilde die sticker op alle cd’s en dvd’s. Toen is het beginnen te rollen.
SYMONS: Ik draaide al metalplaatjes in cafés en zo, en drie jaar geleden vroegen ze mij om te dj’en op de eerste editie van Antwerp Metal Fest. Ik vond dat iets te groot om alleen te doen, en heb Jan toen gevraagd of hij daar zin in had. Goe vur in den Otto Soundsystem was geboren.
VERMEERBERGEN: Die grave pseudoniemen zijn pas achteraf gekomen. Die heb ik in twee minuten uitgevonden toen ik op het toilet zat. Lang voor we bij Studio Brussel terechtkwamen of grote shows begonnen te spelen.
SYMONS: En nu zitten we ermee, natuurlijk.
Jullie beperken je niet tot volbloed heavy metal.
VERMEERBERGEN: We zijn 2MetalDJs niet, hé. Goe vur in den Otto is niet het metalprogramma van Studio Brussel. We gaan veel breder dan dat. We draaien ook punk en pittige blues als ZZ Top, en op onze compilatie staan ook bands die niets met hardrock of heavy metal te maken hebben, zoals Cock Sparrer en The Distillers. En écht zware metal spelen we niet. Zo kunnen we ook veel meer mensen bereiken.
SYMONS: En dat willen we ook zo blijven doen. We stonden vorig jaar nog op Laundry Day, volledig niet op onze plaats. We waren lijkbleek van de zenuwen toen we eraan moesten beginnen, voor een volle tent. Maar dat viel reuze mee.
VERMEERBERGEN: Het viel ons ook op dat onze metal eigenlijk minder hard klonk dan al die vette beats die daar te horen waren. (lacht)
Wat is de vreemdste plek waar jullie al terechtgekomen zijn?
VERMEERBERGEN: Zonder twijfel Vestrock, een soort familiefestival in Nederland, vorige zomer. Daar stonden we op de Silent Stage. Dat mag je letterlijk nemen, want het publiek stond daar naar ons te luisteren en te dansen met een hoofdtelefoon op.
SYMONS: Daar had nog niemand van ons gehoord, maar we waren er wel headliner. En we hoorden ook de reacties van het publiek niet.
VERMEERBERGEN: En toen we onze hoofdtelefoon afnamen, hoorden we Anouk op het hoofdpodium Nobody’s Wife zingen. Een hallucinante ervaring.
Jullie treden deze zomer een beetje overal op. Waar kijk je het meest naar uit?
SYMONS: Deze zomer staan we op de Bollekesfeesten, op de Grote Markt in Antwerpen. Het zou wel graaf zijn als Bart De Wever plots een venster van het stadhuis zou openzwaaien en ‘Zet die plaat af!’ roepen.
VERMEERBERGEN: Waarna we de vlammen van onze pyro show op ’t Schoon Verdiep richten. (hilariteit)
Is jullie compilatie-cd wel zo’n goed idee? Die deuntjes zijn zo opzwepend dat je bijna automatisch het gaspedaal dieper indrukt.
SYMONS: We hebben gemerkt dat er een gat in de begroting is. We helpen dat op te vullen door meer verkeersovertredingen uit te lokken. Het geld van die boetes vloeit dan terug naar de staatskas.
VERMEERBERGEN: Ja lap, dat zal er weer in staan.
SYMONS: We zijn tegen verkeersagressie of verkeersovertredingen, maar een beetje kan geen kwaad. Een oranje verkeerslicht is toch eerder een uitnodiging, een opportuniteit om nog wat gas bij te geven. (hilariteit)
VERMEERBERGEN: Neen, serieus. Het is muziek die je beluistert terwijl je aan het cruisen bent, arm uit het raam, één hand aan het stuur. De auto is ook de plaats waar ik het meest naar muziek luister, meer nog dan thuis.
SYMONS: De eerste cd, met iets grotere hits, is ideaal om wat opgepompt te raken. De tweede draai je het best als je moe terug naar huis rijdt. Daar staan wat stevigere nummers op die je wakker houden.
Op jullie compilatie staat niet alleen foute metal, maar ook een paar foute mensen. Zoals Ted Nugent, een rechts-conservatieve gun nut, of ex-Pantera-zanger Phil Anselmo, die onlangs tijdens een optreden de Hitlergroet bracht.
VERMEERBERGEN: Daar staan we natuurlijk niet achter. Anselmo moet zich dringend herpakken. Maar met Pantera heeft hij wel veel betekend, voor het genre én voor mezelf, vooral in mijn jeugdjaren.
SYMONS: En Ted Nugent stond natuurlijk op de achterste rij toen ze het verstand uitdeelden, maar er komt niemand zo graaf op een buffel het podium opgereden als hij. (lacht)
De vrouwen komen er op de compilatie wel bekaaid af. The Runaways en The Distillers, en dat is het. Tenzij je de zanger van The Darkness als vrouw meerekent.
VERMEERBERGEN: We wilden méér rockvrouwen op de cd’s, zoals Joan Jett & The Heartbreakers en Lita Ford, maar onze platenfirma kon de rechten niet losweken. Wanneer we onze dj-sets opbouwen, proberen we ons wel te focussen op de vrouwen. We willen songs spelen waarmee we de dames niet op de kast jagen. Bon Jovi, Scorpions, zulke dingen.
Geef toe: jullie willen de lady’s gewoon zien dansen.
SYMONS: Natuurlijk wel. Als we wat van die bands draaien, dan staat de dansvloer elke keer vol met vrouwen. Maar goed ook, want die mannen met baarden zullen natuurlijk niet dansen.
VERMEERBERGEN: Zolang we ze aan het dansen krijgen met muziek die we zelf keigraaf vinden, is dat fantastisch.
SYMONS: Het is wel de bedoeling dat vrouwen tijdens onze sets de innerlijke stripteaseuse in zichzelf ontdekken.
Kortom, jullie doen het ook een beetje voor de borsten?
SYMONS: Laten we zeggen dat we ons heel goed amuseren terwijl we aan het draaien zijn. (grijnst)
Krijgen jullie van die dames dan ook briefjes met bepaalde voorstellen?
SYMONS & VERMEERBERGEN: (kijken elkaar vertwijfeld aan)
VERMEERBERGEN: We hebben wel allebei een vriendin, hé.
Pieter-Jan, ik zie dat je een Motörhead-T-shirt draagt. Wat betekende Lemmy voor jullie?
VERMEERBERGEN: Als we er echt niet uitkomen of we een nummer al dan niet zouden draaien, stellen we ons altijd de vraag: ‘Wat zou de Lemmy daar nu van vinden?’
SYMONS: Dat is echt onze rule of thumb geworden, de lakmoesproef.
VERMEERBERGEN: Maar voor Lemmy kon veel, hé. Hij heeft zelfs nummers gemaakt met Ugly Kid Joe. De dag dat hij stierf, was onwezenlijk. We hebben snel beslist om een speciale uitzending aan hem te wijden. We vonden dat mensen het verdienden om te weten dat Lemmy en Motörhead véél meer waren dan die ene hit die iedereen kent, Ace of Spades.
GOE VUR IN DEN OTTO – ROAD DAWGS
Uit via Universal.
GOE VUR IN DEN OTTO
Elke zondag om 17 uur op Studio Brussel.
DOOR JOOST DEVRIESERE – FOTO’S MARC WALLICAN
‘VORIG JAAR STONDEN WE OP LAUNDRY DAY. HET VIEL ONS OP DAT ÓNZE MUZIEK MINDER HARD KLONK DAN AL DIE VETTE BEATS DAAR.’
‘HET IS DE BEDOELING DAT VROUWEN TIJDENS ONZE SETS HUN INNERLIJKE STRIPTEASEUSE ONTDEKKEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier