Films als Wall Street en de Pentagonthriller No Way Out hadden ons vertrouwd gemaakt met de getroffen gebouwen. …
Films als Wall Street en de Pentagonthriller No Way Out hadden ons vertrouwd gemaakt met de getroffen gebouwen. En popcornvertier als Independence Day had ons getoond dat ieder bouwwerk, tot het Witte Huis toe, spectaculair uit elkaar kan spatten. In feite had Hollywood het pad geëffend voor deze terreurdaad. Je kunt het niet zo wreed of onmenselijk verzinnen, of er is een film over gemaakt. In de Koude Oorlog kregen we keer op keer nucleaire thrillers te zien die steevast met de paddestoelwolk eindigden. Het argument in de nadagen van Hiroshima was: ‘Om een kernoorlog te vermijden, moet je je hem eerst kunnen inbeelden.’ Dachten we.
Niet dat Hollywood ons niet had voorbereid: talloze gebouwen hebben we in de vlammen zien opgaan of ontploffen, van Towering Inferno over Blown Away tot Die Hard. Ontelbare keren hebben we de Arabieren zien toeslaan, en de laatste jaren kon je op het scherm geen vliegtuig meer zien opstijgen, of het donderde even later naar beneden. En toch was de realiteit, zoals we ze die elfde september op het kleine scherm zagen, veel erger dan de schijnwerkelijkheid op het grote scherm: de effecten waren beter, de timing perfect, de gruwel groter. Honderden keren bekeken we de herhaling van de botsing van het vliegtuig met de tweede toren, en telkens was het rillen. Kwam het doordat we dit scharniermoment in de geschiedenis live konden meemaken? Was het doordat de regisseur onze eigen gruwelijke verbeelding nog voor een deel liet spreken, zoals ook al de makers van The Blair Witch dat hadden gedaan? Of was het doodgewoon omdat we beseften dat dit geweld, in tegenstelling tot het geweld dat we anders krijgen voorgeschoteld, wél gevolgen had? En hoe moet het nu met de sequel? Krijgen we volgende keer beelden uit de cockpit? Reacties van stervenden? Gemengd met livetelefoontjes uit de passagiersruimte van de vliegtuigen?
Een dubbele fallus
Nee, het was gewoon weer even het besef dat fictie slechts het kleine broertje is van de realiteit. Hollywood wiegt ons met bommen en granaten in slaap. Dat er een grootschalige en ontspoorde versie van Big Brother nodig was om ons wakker te schudden, is niet bepaald geruststellend. De verbeelding van de filmmakers was totnogtoe nooit zover gegaan dat ze de torens van het WTC aan het wankelen had durven brengen. De dubbele fallus van de macht stond er nog maar goed en wel, of King Kong donderde er al af, nadat hij gelukkig eerst Jessica Lange had laten gaan. Godzilla vertrappelde half New York, maar waagde zich niet aan de torens. En de buitenaardse wezens uit Independence Day verpulverden zowat iedere icoon van de wereldbol, maar het WTC bleef rechtop. Het was untouchable, zo leek het.
Niet dat het gebouw in Lager Manhattan ooit geliefd was. David Rockefeller en Robert Mose, de projectontwikkelaars die 35 jaar geleden aan de basis lagen van het WTC, werden destijds zelfs uitgescholden voor barbaren die het beetje geschiedenis dat New York bezat wilden afbreken, zonder ook maar enig oog te hebben voor het alledaagse leven. Dit alles om hun ideale wereld _ die alles met geld en macht te maken had, en niets met mensen _ te kunnen realiseren. Eenmaal ze er stonden, kregen de torens een symbolische functie. Het WTC had, net als de Griekse maskers die de komedie en de tragedie symboliseren, twee gezichten: enerzijds was het de grafsteen van het industriële tijdperk, anderzijds het baken van de nieuwe, globale economie. Ze werden een symbool van de uitstraling, de rijkdom en de macht van New York. Je had New York niet gefilmd als de Twin Towers niet in beeld kwamen.
De ramp kwam niet echt uit de lucht gevallen. Chuck Norris, Steven Seagal, Jean-Claude Vandamme en andere zandhoofden hadden het zien aankomen. Aan de lopende band wrongen ze ‘gevaarlijke’ Arabieren de nek om. Al jaren zagen zij het Pentagon belegerd. Harrison Ford moest in Air Force One als president hetzelfde presidentiële vliegtuig redden dat ook nu een doelwit zou zijn geweest.
Ironisch dat uitgerekend de films waarvoor alle intellectuelen de neus ophaalden nu de kiem blijken te bevatten van de waarheid van het drama van 11 september. Swordfish (nu in de bioscoop) werd twee weken geleden alleen bejubeld om de hoge pretfactor, maar blijkt nu veel zinnigs te vertellen over het terrorisme. Maak Bush wat hipper, geef hem de nodige zwier, in plaats van zijn gebruikelijke gorillatred en je kunt hem meteen in de rol stoppen van John Travolta, de terrorist die het terrorisme bestrijdt, door zijn terreurdaden zo bloederig en onmenselijk te maken, ‘dat voortaan elke vorm van terreur ondenkbaar wordt.’
De boeman
Misschien hebben we met zijn allen te lang de ogen gesloten. Veel moeite moesten we nochtans niet doen om te zien dat de Arabier of de moslim als de boeman werd opgevoerd. Zijn carrière begon toen de Russen niet langer de schijn konden ophouden en het Rode Gevaar niet dreigender meer was dan het Roze Gevaar. Gezien het Gele Gevaar en de Latino druglords de hoge verwachtingen niet konden inlossen, ging Hollywood elders op zoek. Geluk bij een ongeluk, want juist toen sloeg Saddam Hoessein toe. Van welk ras hij nu precies was, voor Hollywood maakte het allemaal niet zoveel uit. Eén pot nat was het, die Arabieren. Met zijn grauwe vel en zijn liefst van een haviksneus voorziene norse tronie kon de rol van de slechterik de Arabier niet meer ontglippen.
Dat typecasting zijn gevolgen heeft, daar stond niemand bij stil. Terwijl het fenomeen van self-fulfilling prophecy genoegzaam bekend was. Niet dat de dreiging van de Arabieren louter een verzinsel was. Ze waren tenslotte verantwoordelijk voor een aanslag in het World Trade Center in 1993. Een misdaad die de mythevorming rond fanatiekeling Osama Bin Laden zodanig op gang bracht dat de rijke Arabier al vlug een stereotype werd die niets meer met de werkelijkheid te maken had. Hij werd een slechterik uit een Bond-film, zonder ooit in de buurt van een filmcamera te zijn gekomen.
Het stereotype beeld van de Arabier is niet nieuw. Keer terug naar 1921, naar The Sheik met Rudolph Valentino, en de Arabier is een met een zwaard zwaaiende vrouwengek, met zand tussen de tenen. In die tijd kwam de van een tulband voorziene medemens in Hollywood ook al niet voorbij de drie b’s: buikdanser, bommenlegger of biljonair. Had je de stille films gemist, dan waren er de tekenfilms om het cliché te versterken. In 1926 was er een episode van Felix The Cat Shatters the Sheik en wat later hoorden fans van Popeye hoe hun held bedreigd werd door een Arabische bruut die brulde: ‘Abu Hassan zal je een lesje leren.’ Het Arabische cliché bleef in de tekenfilm bestaan tot, zeg maar, gisteren. De Disney-film uit 1992, Alladdin, bevatte oorspronkelijk een ronduit racistische song, Arabian Nights, die pas na herhaaldelijk protest van de Arabieren en moslims uit de film werd geknipt.
Moslims
De man die het aandurfde Disney verschillende keren voor de rechter te dagen, is Dr. Jack G. Shaheen, een in Pennsylvania geboren professor massacommunicatie aan de universiteit van Edwardsville, South-Illinois, auteur van The TV Arab en Reel Bad Arabs, twee boeken over het stereotyperen van Arabieren en moslims in de Amerikaanse popcultuur. Volgens Shaheen zijn de moslims de snelst groeiende bevolkingsgroep van de Verenigde Staten. ‘In Amerika zijn er intussen ruim vijf miljoen moslims, maar de gemiddelde Amerikaan heeft nog altijd geen benul van wie de moslims juist zijn. Arabieren, denkt men. Maar iedereen vergeet dat er ook 15 miljoen christenen in de Arabische landen leven. In films en tv-programma’s krijg je die nooit te zien, terwijl het overgrote deel van de Arabische Amerikanen juist christelijk is. Volgens de Amerikaanse moslimraad is slechts 30 procent van de Arabische Amerikanen moslim. En van de Amerikaanse moslims is 40 procent zwart. Terwijl de Amerikanen de neiging hebben om alle zwarte moslims te identificeren met de radicale Nation of Islam van Louis Farrakhan (nvdr. die uitgebreid aan bod komt in ‘Malcolm X’ van Spike Lee).’
Om maar te zeggen dat een Arabier in de straten van de Verenigde Staten niet zo uitzonderlijk is, en om te beklemtonen dat het misschien toch wel vreemd is dat Arabieren en moslims steevast als lont worden gebruikt in het geval een zwak scenario niet tot leven komt.
Sinds 1970 hebben Shaheen en zijn ADC (Amerikaans-Arabisch Anti-Discriminatie Comité) maar liefst 300 Amerikaanse langspeelfilms gevonden die de Arabieren belasteren. Zand oké, maar modder nee. De zeldzame films waarin de Arabieren dan wél positief worden geschetst ( The 13th Warrior, Three Kings en Robin Hood: Prince of Thieves) wegen niet op tegen het overwicht van het negatieve. Eerder dit jaar was er nog het rechtszaaldrama Rules of Engagement, net als de eerdere anti-Arabische en anti-moslimfilms True Lies en Executive Decision, geproduceerd met medewerking van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Rules of Engagement gaat over een kolonel die door de krijgsraad wordt vrijgesproken van moord, nadat hij 83 onschuldige islamitische burgers heeft laten doden. De boodschap was duidelijk: moslims doden mag. Tegenwoordig is het Pentagon erg gretig om, mits inspraak in het script, een productie van peperduur legermateriaal te voorzien, kwestie van de strijdkrachten te promoten. Dat potentiële vijanden op die manier de kans krijgen om militair tuig van Amerika te bestuderen, lijkt bijkomstig. Al halen de Amerikanen niet elke dag de verticaal opstijgende Harrier-jet boven waarmee het personage van Arnold Schwarzenegger zich in True Lies mocht verplaatsen.
Volgens Shaheen heeft de huidige situatie veel te maken met de aanwezigheid van joods kapitaal in de Amerikaanse filmwereld. De verklaring waarom de kritiek niet over de Arabische clichés struikelt, zoekt hij eveneens in een joods overwicht onder de Amerikaanse filmrecensenten. Shaheen schreef jaren geleden al: ‘Het clichébeeld van de Arabier in de Amerikaanse films komt overeen met het imago van de jood in pre-nazi-Duitsland, toen de joden werden afgeschilderd als gierige, donkere, onbetrouwbare, corrupte en dreigingwekkend anderssoortige mensen.’
Visionair
Hoe hachelijk de situatie van de Amerikaanse Arabieren was geworden, werd pas duidelijk toen in 1998 The Siege uitkwam, een onethische thriller die teerde op de paniek na de eerste WTC-aanslag. Een visionaire film ook, zou je nu kunnen zeggen, gezien hij het heeft over een golf van terroristische aanslagen en bombardementen in New York. Na de aanslagen op de Amerikaanse ambassades en kazernes in Afrika, die stuk voor stuk in de schoenen van Bin Laden werden geschoven, ging regisseur Edward Zwick er gewoon van uit dat de Arabieren alsmaar stoutmoediger zouden worden en hun actieterrein naar het mediapretpark New York zouden verleggen.
Jack Shaheen stelde Zwick nog voor om de Arabieren te vervangen door blanke, extreemrechtse milities, maar Zwick hield voet bij stuk. Hij sympathiseerde met de Arabieren, zei hij, en liet inderdaad wel merken dat Amerika de Arabische terreur grotendeels aan zichzelf en vooral aan zijn stuntelige buitenlandse politiek te danken had. Maar dat terloops.
In The Siege wordt ook de staat van beleg afgekondigd. De stad is als een bezet land, en de Arabieren worden geïnterneerd. Procedure die doet terugdenken aan de behandeling van de Japanse Amerikanen tijdens WO II (te zien in Alan Parkers Come See the Paradise en recentelijk nog in Snow Falling on Cedars) of aan de stadia vol arrestanten in Pinochets Chili ( Missing). Uit protest tegen een film die de islam met geweld gelijkstelde, kwamen Amerikaanse Arabieren massaal de straat op. Zwicks verdediging: ‘Ik wou alleen maar aantonen dat de terroristen de islam misbruiken om hun misdaden te verrechtvaardigen.’
Schoonmaakoperatie
En intussen is de hele Amerikaanse film-en mediawereld bezig aan een grote schoonmaakoperatie. Alle programma’s, series, boeken, cd’s of films waarin terrorisme, explosies, vallende vliegtuigen, zwalpende flatgebouwen en andere wankele wolkenkrabbers aan bod komen, zijn plotseling taboe. NBC liet alvast enkele skylines van New York knippen uit afleveringen van Friends en Law & Order die voor heruitzending gepland stonden.
‘Nee, dat is niet de methode’, zo vindt Leo Braudy, professor Engels en Culturele Geschiedenis aan de University of Southern California. ‘Zo saneerde ook Winston Smith in 1984 het verleden. De afwezigheid van de beelden is misschien nog erger dan de aanwezigheid ervan.’ Geen argument voor de producers van de serie Spin City, want ook zij hebben beslist om de tweelingtorens alvast uit hun titelrol te knippen.
En niet alleen bestaande producten worden aan een inspectie onderworpen. Toen dinsdag 11 september de wereld van het WTC instortte, stond op de voorpagina van Variety aangekondigd dat producer Dick Wolf ( Law & Order) een vijfdelige miniserie over biochemisch terrorisme zou maken. ‘Het enige verhaal dat het waard is om vijf uur in beslag te nemen, is het terrorisme. Hopelijk kan ik de mensen met mijn serie over dat thema laten nadenken’, zei hij. Enkele uren later was het duidelijk dat zijn serie niet nodig zou zijn om de mensen aan het denken te krijgen.
Robert Sklar, professor aan de universiteit van New York, denkt dat we de rampenfilms, die de laatste tijd heel erg in zwang waren, een hele tijd zullen moeten missen. Samen met het WTC zou daarmee de carrière van Schwarzenegger weleens voorgoed de grond kunnen zijn ingeboord. Nadat zijn laatste twee films op een pijnlijke manier waren geflopt, had hij al zijn hoop gesteld op Collateral Damage, een film waarin hij een brandweerman speelt _ een beroep dat momenteel heilig verklaard is in Amerika _ die zijn gezin verliest in een terroristische bomaanslag. Aan het eind van de film verijdelt Schwarzie in zijn eentje een bomaanslag in Washington. De Oostenrijkse Amerikaan hoorde het patriottische gejuich al opstijgen, maar Warner besliste de prent voor onbepaalde tijd uit te stellen, ondanks het feit dat al 20 miljoen dollar aan reclame was gespendeerd. Vermoedelijk blijft Collateral Damage voorgoed in de rekken liggen. Hoewel regisseur Andrew Davis de Arabische terroristen door hun Colombiaanse spitsbroeders had vervangen.
Spider-Man komt evenmin ongehavend uit de strijd. De trailer waarin de gemaskerde spinnenman een web weeft tussen de twee torens van het WTC om enkele helikopters in zijn netten te vangen, werd prompt teruggetrokken van het internet en uit de zalen. Ook de posters, waarin de toen nog ongeschonden wolkenkrabbers in de ogen van de held worden weerspiegeld, zijn intussen van de muren gehaald. Man in Black 2 van Barry Sonnenfeld mag eveneens terug naar de fabriek. Het einde van de film, waarin UFO’s tussen de torens van het WTC zigzaggen, moet opnieuw worden gedraaid. En Disney had geen toepasselijker titel kunnen vinden voor Big Trouble of ‘Grote Problemen’. In deze komedie van alweer Sonnenfeld krijgt Tim Allen te maken met een bom aan boord van een vliegtuig. Gezien hij dat grappig vindt, mag hij zijn film meteen meenemen naar 2002.
Sidewalks of New York is dan weer een romantische komedie van Edward Burns en wordt voorgesteld als een ode aan Manhattan. Maar een slachtoffer vier je niet terwijl het bloedend op de grond ligt, en dus werd de release van de film enkele maanden achteruitgeschoven. Jackie Chan zal niet kunnen doen alsof zijn neus bloedt in Nosebleed, waarin hij verondersteld werd een ruitenwasser te spelen die tussen het zemen van de ramen van het WTC door eventjes belet dat terroristen het Vrijheidsbeeld opblazen. Het blijft ook een vraagteken wat er met allerlei geplande terroristenverhalen moet gebeuren ( The Alchemist, The Lion’s Game en Lockerbie, met Sean Connery).
Mark Johnson, producer van Donnie Brasco en What Lies Beneath, zegt dat het lang zal duren voor een studio nog zijn fiat zal geven aan een film met een terroristisch thema. ‘Wie zou zonder gewetenswroeging nog een film kunnen maken waarin mensen worden gegijzeld of grote gebouwen worden opgeblazen? Ik kan me niet inbeelden dat Joel Silver nog films zal maken, tout court‘, besluit hij met een verwijzing naar de producer wiens films zonder explosies niet kunnen bestaan.
Maar historicus Mark Carnes, uitgever van Past Imperfect: History According to the Movies, is het daar niet mee eens: ‘Ik vrees dat Hollywood, aasgier van aard, niet zal kunnen weerstaan aan de neiging om aan het lijk te komen pikken. En wij zullen huiveren, maar ook trachten een glimp op te vangen, blij en opgelucht dat we slechts toeschouwers zijn.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier