De gestage opmars van dvd doet ook het aanbod snel groeien. Vandaar een gids bij het kiezen van de beste speelfilms op het digitale formaat, een wegwijzer in het jargon van deze kleine revolutie in het home entertainment, en achtergronden over regio’s, regisseurscommentaren en cinefiele collecties. Door Patrick Duynslaegher, Piet Goethals, Ruben Nollet, Jo Smets, Ben Van Aalboom en Bart Vandormael.
Ook het bij ons nooit echt populaire laserdiskformaat had behoorlijk wat nadelen: zo was het bepaald niet handig dat de film steevast verdeeld was over een A- en B-kant, zodat de plaat halverwege moest worden omgedraaid. Ook was het niet bepaald leuk om net toen de handzame compact disk de LP verdrong, een techniek in huis te moeten halen die aan dit aftandse formaat refereerde.
Omdat laserdisk nooit de beloofde doorbraak beleefde, bleef de catalogus vrij beperkt. Dvd bestaat nauwelijks enkele jaren en er zijn al oneindig meer films beschikbaar dan er ooit op beeldplaat werden geperst. Amerika (Regio 1, zie kaderstuk) bijt de spits af: je vindt er zowat alles, van obscure Hollywood-klassiekers tot Daughters of Darkness van Harry Kümel. Maar de Europese dvd (Regio 2) haalt langzaam de achterstand in.
De grootste troef van dvd is de perfecte beeld-en geluidskwaliteit (voor zover er natuurlijk vertrokken werd van een onberispelijke ‘master’ of het beschadigde beeld en geluid digitaal werden opgepoetst). Gezien het zilverkleurige plaatje onverslijtbaar is, bewaart de film zijn oorspronkelijke glans, hoe vaak je hem ook bekijkt. Met alle geluidstechnologie die erbij leverbaar is, krijg je een ruimtelijk klankbeeld dat je midden in de meest explosieve actie dropt.
Op enkele jammerlijke uitzonderingen na, wordt op dvd de oorspronkelijke beeldratio gerespecteerd. Zo krijg je voor Cinemascope-films niet het 16/9-compromis maar de correcte 2,35:1-verhouding.
Tot de standaardmogelijkheden van de dvd hoort de hoofdstukkenselectie, die het mogelijk maakt om met de cijfer- of NEXT-toets van je afstandsbediening snel naar je lievelingsscène te zoeven. De meeste dvd’s zijn voorzien van een grote taalkeuze en allerlei onderschriftenopties, die nog eens allemaal onderling combineerbaar zijn.
Dé meerwaarde schuilt natuurlijk in het bonusmateriaal dat je kunt aanklikken via het interactieve (vaak geanimeerde) hoofdmenu dat meestal ook naar een wirwar van submenu’s leidt. Wat ons in het beste geval in een verborgen schatkamer doet tuimelen vol weetjes, ‘making of’-documentaires, geschrapte scènes, archiefbeelden, trailers, allerlei trivia, spelletjes, audiocommentaren en weblinks. Er verschijnen al dvd’s met meer dan zes uur extra’s. De Regio 1-dvd van Shreck bevat niet minder dan elf uur bonusmateriaal.
Hoezeer je ook gaat investeren om je woonkamer tot een mini-cinema te transformeren, de sfeer van een echte bioscoop _ waar we met zijn allen in de anonimiteit van het donker aan dat witte doek gekluisterd zitten _ kun je nooit in huis halen. Maar je blijft wel bespaard van de irritante nevenverschijnselen van de multiplex-cultuur: popcornstank, plakkerige zetels, abominabele projectie (inbegrepen films geprojecteerd in het foute formaat) en slechte manieren van je luidruchtige buurman.
Nog iets over de selectiecriteria: dit zijn niet de beste vijftig films op dvd, maar de vijftig dvd’s die maximaal de mogelijkheden van dit nieuwe medium benutten. Een aantal onsterfelijke klassiekers (zoals Gone With the Wind) ontbreken, omdat er aan de film zelf niets is toegevoegd. Toch is het aantal extra’s niet de enige maatstaf: om je uurtjes met bonussen zoet te houden, moet de film zelf natuurlijk de moeite lonen, waardoor we u bijvoorbeeld de met talloze extra’s gelardeerde horreurs besparen als Independence Day, Braveheart en The Grinch. ( P.D.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier