DE DUIVELSE PROM QUEEN IS TERUG
Bijna veertig jaar nadat Brian De Palma een emmer varkensbloed over haar heen kieperde, mag Carrie opnieuw hysterisch doen. Boy’s Don’t Cry-regisseuse Kimberly Peirce tekent voor een moderne reboot van de horrorklassieker en schuwt de liters namaakbloed niet. ‘Geweld is als seks: fantastisch, maar het kan niet eeuwig blijven duren.’
Horrorklassiekers herwerken: het blijft een riskante onderneming. In het ergste geval gaat het om slappe afkooksels van het origineel, in het beste om interessante improvisaties. Toch kon filmmaestro Brian De Palma zijn nieuwsgierigheid niet verbergen toen hij persoonlijk te horen kreeg dat er een remake op stapel stond van Carrie, zijn tot cultstatus verheven horrortrip naar Stephen Kings gelijknamige debuutroman. Kick-Ass-sterretje Chloë Grace Moretz herneemt de rol die Sissy Spacek anno 1976 wereldberoemd maakte: het zowel lijfelijk als sociaal uitgemergelde tienermeisje Carrie White, dat ontdekt dat ze over telekinetische krachten beschikt en op het lokale schoolbal al haar duivels ontbindt.
Dat nota bene een vrouw in de regiestoel van de reboot plaatsnam – bovendien een van de weinige Hollywoodcineastes die zich openlijk queer durven te noemen – vormde voor de studiobazen geen bezwaar. Als er íémand voeling heeft met de outsiderproblematiek waarvan Kings klassieke horrorverhaal doordrongen is, zo wisten zij, dan wel de Amerikaanse Kimberly Peirce. Die brak in 1999 namelijk door met indiedrama Boy’s Don’t Cry, geïnspireerd op het leven van de vermoorde transgender Brandon Teena. De film werd een boxofficehit die nieuwkomer Hilary Swank toen prompt een Oscar opleverde. Na een lange afwezigheid, van negen jaar, keerde ze terug met Stop-Loss, een oorlogsdrama met Channing Tatum en Ryan Philippe in de hoofdrollen, losjes gebaseerd op de belevenissen van haar halfbroer in Irak.
En nu, toch alweer vijf jaar later, is er dus Carrie, al stond tomboy Peirce aanvankelijk niet te springen voor het project: ‘Hollywood maakt aan de lopende band remakes. Meestal is daar veel te veel geld en veel te weinig creativiteit mee gemoeid. Waarom zou ik in godsnaam de gok wagen?’ Het antwoord: de roman die de carrière van horrorauteur King lanceerde – maar die diens vrouw Tabitha wel eerst uit de prullenbak moest vissen.
KIMBERLY PEIRCE: King is een fenomenale verhalenverteller. Toen ik Carrie een drietal keer herlas, tijdens een trip naar Turkije met mijn verloofde, begon het me te dagen dat Carrie White veel gelijkenissen vertoont met Brandon Teena. Ze zijn beiden misfits, sociale outcasts die hunkeren naar liefde en erkenning. Brandon is een vrouw die zich voordoet als een man om andere vrouwen te kunnen daten en daarvoor de ultieme prijs betaalt. Carrie White is het muurbloempje van de school dat denkt dat ze via haar superkrachten in de gratie van haar klasgenootjes kan komen. Tot ze op gruwelijke wijze van die illusie beroofd wordt. God, dit zijn míjn issues, dacht ik plots. Ik móét dit maken!
Had je feedback gekregen van De Palma?
PEIRCE: Ja, ik heb hem meteen gemaild en gevraagd: ‘Wat denk je ervan dat ik je film ga remaken?’ ‘Ga ervoor, meid!’ was zijn antwoord. Dat vond ik ongelooflijk genereus van hem.
Is de term remake in de meeste gevallen niet synoniem met holle en ongeïnspireerde herhalingsoefeningen?
PEIRCE: Ik heb niets tegen remakes, laat dat duidelijk zijn. Ik hou van Scarface, zowel van Oliver Stones versie als van die van Howard Hawks. Het werk van Shakespeare en het relaas van de Titanic doen me keer op keer op het puntje van mijn stoel zitten. Oedipus kan ik meermaals per jaar herlezen. Sommige verhalen zijn gewoon zó goed dat ze verschillende generaties en doelpublieken aanspreken. En voor alle duidelijkheid: ik zou deze Carrie geen remake noemen, maar een herinterpretatie.
Carrie is ook een rasechte studiofilm, terwijl je roots in het independentcircuit liggen. Was dat geen struikelblok?
PEIRCE:Je moet steeds harder knokken om je persoonlijke visie te vrijwaren. Maar het is een kwestie van de mouwen opstropen, op je strepen staan, en weten wat je film drijft. In het geval van Carrie ben ik naar de studio gestapt en heb ik gezegd: ‘Luister, de hele film moet vanuit Carries standpunt worden verteld.’ Ook de verknipte relatie tussen Carrie en haar ultrareligieuze moeder (gespeeld door Julianne Moore, nvdr.) is van cruciaal belang. Voeg daar de climactische confrontatie met haar kwelduivels op het schoolbal aan toe, en je hebt de ingrediënten van een klassieke revenge story. Conventioneel? Misschien, maar uiteindelijk wil iedereen hetzelfde: een goeie film die entertaint én verkoopt. Nu ja, voor vrouwen is het sowieso lastiger om films te maken dan voor mannen.
Is het daarom dat je maar drie films in veertien jaar hebt gedraaid?
PEIRCE: Dat weet ik niet. Ik werk gewoon keihard om het juiste materiaal te vinden en ik schrijf veel van mijn verhalen zelf. Neem nu Scorsese: die heeft tot twaalf jaar en zelfs langer op bepaalde projecten gebroed, maar die zijn uiteindelijk ook allemaal gerealiseerd. Ik maak me dus geen zorgen.
Een recente studie wees uit dat vrouwen slechts 9 procent van de 250 lucratiefste films hebben geregisseerd. Zoals een columnist in zakenmagazine Forbes het omschreef: ‘Welcome to Hollywood: the land that forgets female directors.‘
PEIRCE: Ik ben me ervan bewust dat er nog altijd beschamend weinig vrouwelijke regisseurs en scenaristen zijn. Maar het is fel aan het verbeteren. Men begint meer en meer in te zien dat vrouwen net zo goed als mannen uitmuntende verhalenvertellers zijn. Ik denk dat binnen afzienbare tijd de helft van alle films zal worden geregisseerd door vrouwen. Althans, dat hoop ik toch. We zijn er nog niet, maar het gaat de goede kant uit.
Velen argumenteren dat Kings Carrie destijds de strijd tussen feministen en antifeministen opvoerde. Ben je het daarmee eens?
PEIRCE: Daar twijfel ik niet aan. Carrie is het verhaal van sociale uitsluiting, van vrouwen die sterker worden en zich ontplooien. ‘With the periods comes the power.’ King was als jonge schrijver zijn tijd ver vooruit. Hij begreep vrouwelijke seksualiteit als geen ander. De thema’s die hij in Carrie aansneed, zijn nu, in het tijdperk van Twitter, Facebook en smartphones, relevanter dan ooit.
Mogen we Carrie een ‘feministische’ film noemen?
PEIRCE: Absoluut. De film steunt op een vrouwelijke protagonist die in contact komt met andere vrouwen die haar het bloed van onder de nagels halen. Bovendien is ze een underdog. En underdogs vormen de basis van het feminisme.
Iedereen kent de finale uit De Palma’s film, waarin de pas tot prom queen gekroonde Carrie wraak neemt op haar medeleerlingen nadat ze een emmer varkensbloed over zich heen heeft gekregen. Was het lastig zo’n iconisch filmmoment opnieuw te draaien?
PEIRCE: Het was een serieuze uitdaging, alleen al praktisch. Don’t try this at home, maar ik daag je uit om een gevulde emmer aan een touw een paar meter boven iemands hoofd te hangen en vervolgens de vloeistof over die persoon uit te storten. We hebben het zestig keer geprobeerd met stand-ins, zonder succes. Toen Chloë de studio binnenkwam, moesten we het wegens tijdsgebrek plots met één take klaarspelen. Het zijn er uiteindelijk twee geworden. (lacht) Alleen al het bloed opkuisen duurde verschrikkelijk lang. Bovendien moest Chloë op tijd naar huis. Ze is tenslotte nog maar zestien jaar.
Hoe ben je bij haar terechtgekomen?
PEIRCE: Na een uitgebreide zoektocht, niet enkel in de States maar over de hele wereld. We hebben fenomenale talenten ontdekt, maar uiteindelijk bleek enkel Chloë de geknipte Carrie. Deels vanwege haar leeftijd (Sissy Spacek was dan wel 27 toen ze Carrie speelde, in Kings roman is het personage zestien, nvdr.), maar ook omdat ze zo charismatisch en energiek is. Ze heeft die infectieuze kwaliteit die een filmster nodig heeft. Je wordt haast automatisch verliefd op haar. Ik zou haar zo kunnen adopteren, het scheelde geen haar of ik had nu een dochter. (lacht) De uitdaging was ook haar luxueuze Hollywoodprivileges, haar zekerheden, haar ‘rodelopersucces’ weg te nemen, zodat ze zich beter kon verplaatsen in het labiele hoofd van Carrie. Ik wilde haar als actrice laten transformeren. Dat vergde heel wat acteeroefeningen, en zelfs een bezoek aan een daklozencentrum. (lacht)
Carrie kreeg een R-rating. Heb je de climax van de film bewust gruwelijker gemaakt om een nieuwe generatie horrorfans te plezieren?
PEIRCE: Sommige opnames waren bloederiger dan andere. Zelf kan ik nogal goed tegen geweld – ik heb me tenslotte in oorlogssituaties verdiept voor Stop-Loss – maar wat ik geleerd heb, is dat het publiek afhaakt bij te veel en te extreem geweld. Het is dus zaak om een geweldscène zo intens mogelijk te maken, maar ze tegelijk af te zwakken op het moment dat het de kijker te veel wordt. Dat heb ik ook gedaan bij de verkrachtingsscène in Boys Don’t Cry en de aan flarden geschoten hoofden in Stop-Loss. Hetzelfde geldt trouwens voor seksscènes. Seks is fantastisch, maar het kan niet eeuwig blijven duren. (lacht)
Normaal had je na Boy’s Don’t Cry het mysterie Silent Star moeten draaien, over de moord op de stillefilmregisseur William Desmond Taylor, een groot schandaal in het Hollywood van de jaren twintig.
PEIRCE: Productie en cast waren rond. Ik had Hugh Jackman, Evan Rachel Wood en Ben Kingsley aan boord. Maar dan moest ik de film plots voor 10 miljoen dollar minder draaien. Toch blijft het een geweldig scenario. Ik ben er zeker van dat ik het project ooit weer opstart. Tenslotte heb ik me anderhalf jaar in de zaak-Taylor verdiept. Ik heb zelfs het gevoel dat ik de moord op eigen houtje heb opgelost. (lacht)
CARRIE
Vanaf 13/11 in de bioscoop.
DOOR ANDREAS ILEGEMS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier