Ze had voor eeuwig het liefje ván (Jeff Buckley) of een musician’s musician kunnen zijn (ze verleende haar diensten aan Lou Reed, Rufus Wainwright en Antony & The Johnsons). Maar uiteindelijk besliste de veel te bescheiden Joan Wasser dan toch maar voor het voetlicht te treden – bij wijze van compensatie gekleed in politieuniform. Geen nood: op ‘Real Life’ gaat ze al meteen weer – psychologisch – uit de kleren.
Het heeft lang geduurd voor je als soloartiest op het voorplan durfde te treden. Last van koudwatervrees?
Joan Wasser: I guess so. Toen ik tien was, droomde ik er in ieder geval niet van om Madonna te zijn, in tegenstelling tot de andere meisjes van mijn klas. Ik wilde gewoon muzikant worden, zonder meer. Het heeft lang geduurd voor ik begon te beseffen dat ik meer kon dan viool spelen in een bandje. Zelfs toen ik op mijn eentje nummers begon te schrijven, wende ik maar moeizaam aan mijn eigen stem. Ik denk dat ik er een paar jaar over heb gedaan om voor een ander publiek te durven spelen dan mijn katten. Als ik op een podium sta te zingen, voelt het nog altijd alsof ik me aan het uitkleden ben.
Geen slechte beeldspraak eigenlijk: je songs getuigen ook van psychologisch exhibitionisme.
Wasser: In deze tijden vind ik confessionele liedjes schrijven bijna een statement. Eerlijkheid is de meest subversieve karaktertrek die je tegenwoordig kan hebben. Mensen dragen almaar vaker maskers en hebben steeds meer moeite om hun gevoelens te tonen. Daartegen wil ik reageren door vrij en vrank over mijn diepste zielenroerselen te zingen, ook al tonen die meestal mijn minder fraaie kanten. Ik verzwijg niets. Songs schrijven is voor mij geen escapisme, maar net een manier om de confrontatie met mezelf aan te gaan.
Rufus Wainwright, Antony en jij duiken voortdurend op elkaars platen op. Is dat een afgesproken beurtrol?
Wasser: Zo had ik het nog niet bekeken (lacht). God zeg, wij moeten nogal een incestueus clubje lijken. Dat Antony op mijn plaat meedoet, is eigenlijk puur toeval. Toen ik hem eens ging bezoeken om mijn hart te luchten, vond ik de juiste woorden niet om mijn gevoelens uit te drukken. Dus ging ik aan de piano zitten om hem toe te zingen wat ik te zeggen had. Hij ging mee in dat spelletje en voor we het wisten, hadden we een nummer geschreven: I Defy. Hij heeft er zélf op aangedrongen om het op mijn plaat te zetten.
Hoe kijk je eigenlijk terug op je tijd met Jeff Buckley?
Wasser:(lange stilte) Het was een geweldige tijd, waar ik nog steeds ontzettend dankbaar voor ben. Ik hou niet van het dramatische toontje waarmee men over zijn zogenaamd tragische leven spreekt. Volgens mij heeft hij juist een heel bevredigend leven gehad, het was alleen iets korter dan dat van de meeste andere mensen. Zijn doel heeft hij in ieder geval bereikt. Hij heeft veel mensen ontroerd en zijn werk doet dat nog steeds. Ik ben gewoon heel tevreden dat ik zoveel tijd heb mogen doorbrengen bij iemand die op deze wereld maar zo weinig tijd gegund was.
‘REAL LIFE’ UIT BIJ PIAS
LIVE: ZATERDAG 29/7, rivierenhof, deurne; zaterdag 19/8, pukkelpop.
Door Vincent Byloo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier