‘Mijn vrienden verklaarden me gek toen ik met Eminem in zee ging. Maar in feite waren we allebei op hetzelfde uit. Hij wou niet in een Eminem-film spelen en ik wou er geen maken.’ Regisseur Curtis Hanson over de samenwerking met de meest gehate popster ter wereld.
Extra op www.focusknack.be – De woede van Eminem verklaard
Tien jaar geleden was Curtis Hanson nog een nobody. En terecht, want zijn palmares was bedroevend. In 1972 zette de intussen 57-jarige Hanson zijn eerste stappen in het vak onder het wakende oog van de roemruchte exploitatieproducent Roger Corman. Daarna verdween hij lange tijd van het toneel om in de jaren tachtig zijn rentree te maken met de weinig geïnspireerde Hitchcockiaanse thrillers The Bedroom Window en Bad Influence. De filmmaker ging al helemaal het verkeerde pad op met de opdrachtfilms The Hand That Rocks the Cradle, een zwakke thriller die godbetert een Rebecca De Mornay-revival in de hand werkte, en The River Wild, een doorslagje van John Boormans Deliverance.
De ommekeer kwam er in 1997, toen Hanson de misdaadroman L.A. Confidential van James Ellroy onder handen nam. Op slag mocht de regisseur meer prijzen in ontvangst nemen dan Martin Scorsese in zijn volledige carrière. Daarna kwam Wonder Boys dat zich, na Los Angeles, afspeelde in Pittsburgh. Intussen heeft hij de filmrechten verworven van het verzamelde werk van misdaadauteur George P. Pelecanos, waarin Washington centraal staat. In afwachting daarvan toog Hanson naar Detroit, waar hij samen met Eminem, Kim Basinger, Brittany Murphy en Mekhi Phifer 8 Mile inblikte.
Luistert Curtis Hanson naar hiphop?
Curtis Hanson: Ik ben niet opgegroeid met hiphop, maar ik ken het genre behoorlijk goed. Ik heb thuis flink wat hiphop- albums liggen. Niet dat ik die grijsdraai, maar het genre kan mij bekoren. Op muzikaal vlak, dat spreekt, maar ook op cultureel vlak. Ik ben gefascineerd door de teksten en de manier waarop de samenleving er in het verleden op heeft gereageerd. Jarenlang heeft men geprobeerd om zowel het genre als de boodschap te negeren. Het zal wel overwaaien, dacht men. Maar als een muziekgenre echt iets te vertellen heeft, pikt het publiek het op. Zo ben ik er zelf ook mee in contact gekomen. Het afgelopen decennium ben ik verschillende keren naar Brazilië getrokken waar hiphop het leven in de sloppenwijken draaglijk maakt en de mensen zelfs inspireert. In de Verenigde Staten gebeurt precies hetzelfde, al staat het genre hier al iets verder en kun je er intussen fortuinen mee verdienen. Maar in dat succes was ik niet geïnteresseerd, toen ik aan deze film begon. Ik wou een film maken over de roots van het genre, over de tienduizenden jongeren die zich door een dagelijkse routine worstelen om zich vervolgens over te geven aan hun liefde voor de muziek. Die indruk kreeg ik althans, toen ik met Marshall door Detroit liep, om hem te leren kennen en te kijken of hij een film kon dragen. Daarom is de stad zo prominent in de film aanwezig. Ik wou authenticiteit. Om die reden heb ik de klok ook enkele jaren teruggedraaid, naar het midden van de jaren negentig. Dat lijkt recent, maar bij hiphop en de popcultuur maken zes of zeven jaar een immens verschil.
De afgelopen jaren heb je er een handelsmerk van gemaakt om steden op een unieke manier op de voorgrond te laten treden.
Hanson: Ik geloof heilig in het principe dat verhalen universeler worden en meer diepgang krijgen, als je de setting op de voorgrond laat treden. Ik gebruik steden niet louter als decor, maar ga op zoek naar de specifieke eigenschappen van elke locatie. In L.A. Confidential was dat vanzelfsprekend, al was het maar omdat we anders een andere titel nodig hadden. (lacht) Maar voor 8 Mile en Detroit heb ik flink moeten discussiëren met de filmmaatschappij, want eigenlijk had je deze film overal kunnen opnemen. Detroit lag voor de hand, maar het is allesbehalve makkelijk er te draaien, bij gebrek aan faciliteiten. Wij zijn trouwens de eerste studioproductie in de geschiedenis die er een volledige film heeft ingeblikt. Om plot- redenen wou ik echter te allen prijze in Detroit draaien. Net als de personages in de film is Detroit op dit moment op zoek naar een eigen identiteit. Waar je ook gaat, overal zie je spoken, ruïnes die herinneren aan het rijke, industriële verleden van de stad. Het lijken wel sporen van een andere beschaving. Het parkinggebouw in de film was bijvoorbeeld vroeger een magnifieke schouwburg, de concertzaal was ooit een kerk. Ik vond het interessant om de kijker met de restanten van het verleden te confronteren en duidelijk te maken dat er voorlopig niet meer is dan dat. Bovendien gelijkt de manier waarop in de stad gebouwen worden gerecycleerd op hiphop en het samplen van oude nummers.
Nog een kenmerk van rap zijn de lyrics vol geweld, vrouwen- en homohaat. Zelfs Eminem krijgt het verwijt homofoob te zijn. In de film neemt zijn perso- nage het echter op voor homoseksue- len, terwijl wapens dan weer nauwelijks voorkomen.
Hanson: Ik geloof niet dat Marshall homofoob is, maar dat zou je hem zelf moeten vragen. Het beledigende, vaak kwetsende taalgebruik is een uitloper van de rap battles, zoals die ook in de film te zien zijn. Rappers nemen het tegen elkaar op met woorden. Wie de beste, meest vernederende replieken heeft, wint. Je zou de woorden van rappers in dat verband kunnen vergelijken met de vuisten van boksers. Het gaat erom wie de sterkste is, wie de grootste heeft. Die vernederende uitspraken betekenen niets meer dan bloed in een boksring. Het zijn wapens om de tegenstander mee uit te schakelen. Als je je tegenstander wil beledigen, kun je hem maar beter een mietje noemen, want dat tast een heteroseksuele man nog altijd het meest aan in zijn eer. In de film draaien we de zaken om door het personage van Marshall dezelfde woorden te laten gebruiken om homoseksuelen te verdedigen. Dat stond al in het scenario. Toen bleek dat Eminem de hoofdrol zou spelen, werd de scène uiteraard nóg gewichtiger. Je mag echter niet uit het oog verliezen dat hij een rol speelt, niet zichzelf. Over het ontbreken van wapens, op een ludieke scène na, kan ik kort zijn. 8 Mile is een film over hiphopfans, niet over de criminelen voor wie gangsta rap een soort geloofsbelijdenis is. Wapens en geweld maken deel uit van de hiphopcultuur, maar niet iedereen die naar hiphop luistert, verkracht vrouwen en dealt drugs.
De film is ambitieus en moeilijk te verkopen. Stond je niet onder druk om een eenvoudig sterrenvehikel te maken?
Hanson: Niemand heeft me gevraagd op veilig te spelen. Als ze alleen maar in de centen waren geïnteresseerd, had iemand anders wel het scenario gekregen. Ik maak geen commerciële opdrachtfilms meer. Aanvankelijk stond ik zelfs afkerig tegen het feit dat Eminem de hoofdrol zou spelen. Marshall heeft me dat trouwens nooit kwalijk genomen. Hij wist dat ik deze opdracht niet had aanvaard om mijn bankrekening te spijzen en begreep dat we in feite op hetzelfde uit waren. Hij wou niet in een ‘Eminem-film’ spelen en ik wou er absoluut geen maken. Het mocht geen twee uur durende videoclip worden en al zeker geen excuus om een soundtrack te verkopen.
Heb je de videoclips van Eminem eigenlijk op voorhand bekeken?
Hanson: Dat had ik kunnen doen, maar ik heb ervoor gekozen om ze pas na de opnames te bekijken. Ik wou vermijden meer over Eminem of Slim Shady te weten te komen dan over Marshall Mathers. Weet je, mijn vrienden begrepen gewoonweg niet waarom ik met een controversiële rapper in zee wou gaan. Daarom heb ik geprobeerd Marshall als een acteur te benaderen en niet als Eminem. Als ik hem beschouw als een acteur, zal het publiek dat ook doen, dacht ik. Ik heb de indruk dat ons dat gelukt is. Gelukkig was Marshall zelf ook bereid zijn wit geverfde haren weer donker te kleuren en enkele kilo’s kwijt te spelen, zodat hij er opnieuw uitzag als een onbemiddelde muzikant, niet als een voortvarende superster.
Naar verluidt heeft Eminem onlangs gezegd nooit meer te willen acteren.
Hanson: Dat heeft hij me op de laatste opnamedag ook toevertrouwd. Je mag natuurlijk niet vergeten dat hij nog nooit een bijrol had gespeeld, laat staan een film gedragen. Als je dan meteen in elke scène zit, dag in dag uit op de set aanwezig moet zijn, is dat vanzelfsprekend enorm vermoeiend. Mensen vragen me voortdurend of hij nu een acteur is geworden. Ik kan alleen maar zeggen dat hij in deze film heel sterk acteert en tijdens de opnames evenveel toewijding en respect heeft getoond als de grote acteurs met wie ik in het verleden heb gewerkt. Ik denk dat hij veel mensen zal verbazen. Of hij in de toekomst nog zal acteren, hangt van hem af. Ik kan zelf moeilijk inschatten of het een goed idee zou zijn om te stoppen.
Een stoute vraag om mee af te sluiten. Vandaag ben je Curtis Hanson, de maker van enkele klassiekers, tien jaar geleden was je een onopvallende studioregisseur die, laten we eerlijk zijn, maar wat aanmodderde. Vanwaar die ommekeer?
Hanson: Dat is een stoute vraag. (lacht) Als beginnend filmmaker was ik al tevreden om gewoon werk te hebben. Misschien was het moediger geweest om als onafhankelijke filmmaker aan de weg te timmeren, maar ik geraakte al behoorlijk vroeg in het commerciële circuit. En zodra je met grote budgetten werkt en een aantrekkelijk loon opstrijkt, is het niet makkelijk om terug te keren naar het onzekere bestaan van een onafhankelijke filmmaker. Maar toen de studio’s voldoende geld aan mij hadden verdiend, ben ik beginnen onderhandelen over projecten waar ik zelf kon achter staan. L.A. Confidential was het eerste van die projecten, en dankzij die film is alles eenvoudiger geworden. Als hij was geflopt, dan had ik hier niet gezeten.
Door Ben Van Alboom
‘Niemand heeft me gevraagd op veilig te spelen. Als ze alleen maar in de centen waren geïnteresseerd, had iemand anders wel het scenario gekregen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier