Wie het brein van Joel Coen tracht te ontrafelen tijdens een interview, rukt zich allicht de haren uit het hoofd. Coen – die samen met broertje Ethan al even superbe als surrealistische genreparodieën als ‘Blood Simple’, ‘Miller’s Crossing’, ‘Fargo’, ‘The Big Lebowski’, en nu ‘The Ladykillers’ afleverde – blijkt immers een warrig en knorrig vat vol tegenstellingen.

Over het anti-typecasten van Tom Hanks, die dit keer opdraaft als de Edgar Allan Poe-citerende praatvaar en charmante crimineel G. H. Gorr:

Eigenlijk is Hanks niet zo’n vreemde keuze. Tenslotte is hij samen met George Clooney een van de meest welbespraakte acteurs van Hollywood. En zoals je weet, zijn we nogal tuk op personages die last hebben van verbale diarree. Hoewel, hebben we niet ooit een film gemaakt met Billy Bob Thornton die op twee uur tijd nauwelijks drie woorden sprak ? ( The Man who Wasn’t There; dm) Zonde eigenlijk, want Billy Bob is een echte spraakwaterval.

Over het schrijven van het scenario:

The Ladykillers hebben we op enkele weken tijd uitgeschreven, omdat we deze keer van de studio een deadline hadden meegekregen. En bovendien hadden we natuurlijk de originele versie uit 1955 waarop we ons telkens konden baseren. Hoewel, zoveel van die oude Ealing-komedie hebben we uiteindelijk ook niet gehouden. Alleen de kern eigenlijk, een stel boeven dat een overval wil plegen op een casino en daarom een flat huurt bij een oud vrouwtje dat zich van geen kwaad bewust is. Geen idee dus waarom het dit keer zo vlug ging.

Over de uitdaging om een filmklassieker in een nieuw jasje te stoppen:

We wilden een typisch Amerikaanse variant maken op een oer-Engelse komedie. Vandaar dat we rijkelijk uit de clichés van het Zuiden hebben geput. Het oude theevrouwtje uit de Britse versie werd vervangen door een doopsgezinde black mama, het grauwe Londense decor door een kleurrijk zuiders landschap en de klassieke muziek door gospel en blues. Nu ik erover nadenk, hebben we de originele versie zelfs nauwelijks bekeken. Visueel is er alvast geen enkele invloed te bespeuren. Alleen het personage van Tom Hanks komt nog vrij goed met dat van Alec Guinness overeen.

Over hun fascinatie voor the deep south:

Geen idee waar die vandaan komt. Maar om een of andere reden lijken we er telkens opnieuw te belanden. Nochtans zijn we afkomstig uit het westen. Jaloers op het accent misschien?

Over het verzinnen van typische Coen-personages zoals de Vietnamese gangster die in ‘The Ladykillers’ het team van Hanks komt vervoegen:

We hadden een kerel nodig die een tunnel moest kunnen graven. En wie kan er op overtuigende wijze tunnels graven? De Vietnamezen natuurlijk. Vandaar dat we dat personage hebben gecreëerd van die ouwe Vietcong-kolonel die tegenwoordig in LA een donutshop uitbaat. Heel wat Vietnamese immigranten baten in de States tegenwoordig immers donutshops uit. Het personage is kortom gebaseerd op historische en sociale feiten. Niets karikatuur dus.

Over het verschil tussen Tom Hanks en George Clooney als leading man:

George is zo knap dat het bijna belachelijk is. Hij lijkt wel een wandelend filmcliché. Maar daar gaat hij gelukkig heel ironisch mee om. Tom daarentegen heeft niet die Cary Grant-achtige looks. En toch heeft hij dezelfde sterrenstatus weten te bereiken. Dat hadden we nodig voor deze film: een karakterkop die verbeten zijn doel wil bereiken. Als hij dit hoort, leg het hem dan wel een beetje netjes uit, oké? Tenslotte heeft hij speciaal voor ons onder zijn marktwaarde gewerkt. Doorgaans verdient hij evenveel als wat deze film in zijn geheel heeft gekost.

Over het volgende Coen-project:

We zijn iets aan het schrijven, maar ik weet nog niet waarover het gaat.

Over het maken van films in opdracht van een grote studio, zoals ‘The Hudsucker Proxy’, ‘Intolerable Cruelty’ en ‘The Ladykillers’:

Wat is een grote studio en wat is een independent-studio. Het verschil is me niet altijd duidelijk. Bovendien, waarom zou een studio met ons in zee gaan en ons daarna creatief aan banden leggen. Tenslotte weten ze toch op voorhand welk vlees ze in de kuip hebben. We hebben in elk geval altijd final-cut. Bovendien maken we geen studioproducten, dus over commerciële hits maken ze zich hopelijk niet al te veel illusies.

Over het feit wanneer een film een succes kan worden genoemd:

When it’s over.

Over de film waaruit ze het vaakst citeren?

Uit de boeken van Dashiell Hammett. Nee, dat is geen film nee.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content