Drie jonge regisseurs gaan in ‘Climbing Spielberg’ op zoek naar hun idool. Het doel: een film maken samen met de man achter ‘Jaws’, ‘E.T.’ en ‘Schindler’s List’. ‘Hij is waarschijnlijk de moeilijkst bereikbare persoon op de planeet.’

‘Er is maar één land waar het nog lastiger is om een film te maken dan Vlaanderen, en dat is Amerika.’ Aldus Erik Van Looy eind vorig jaar in dit blad, en hij kan het weten. Maar dat heeft drie jonge Vlaamse regisseurs, net afgestudeerd aan het RITS in Brussel, niet belet om toch hun kans te wagen. Senne Dehandschutter, Raf Roosens en Cecilia Verheyden (alledrie 22) schreven samen het scenario voor Goodbye Martin, een film over een man die in de clinch ligt met een luchtvaartmaatschappij die zijn grond wil inpikken. Hun plan was om het script voor te leggen aan Steven Spielberg, in de hoop dat die de producer zou willen worden. Maar de regisseur is natuurlijk even ongrijpbaar als de haai die hem wereldberoemd maakte en in de tv-reeks Climbing Spielberg, die vorige week in première ging, laten ze zien hoe de jacht op de filmgod verlopen is. Of ze de top uiteindelijk hebben bereikt, wil het trio nog niet kwijt, maar de beklimming zelf heeft in ieder geval al een pak sterke verhalen opgeleverd.

Was Steven Spielberg jullie eerste keuze?

Raf: We hebben allemaal een top gemaakt van onze favoriete films, en Spielberg was de enige naam die telkens terugkwam. Hij was dus de enige keuze.

Jullie hadden het jezelf natuurlijk gemakkelijker kunnen maken, want Spielberg is wellicht de best afgeschermde persoon in Hollywood.

Cecilia: Ik denk dat we in LA tot de conclusie gekomen zijn dat Spielberg gewoon de moeilijkst bereikbare persoon op aarde is. Dat is ook logisch: iedereen wil zijn vriend zijn, en iedereen wil hetzelfde van hem.

Senne: En iedereen in Los Angeles doet ook alsof hij hun vriend is. Als je met iemand praat, dan heeft hij gegarandeerd een sterk verhaal over Spielberg, over hoe ze er eens mee in de lift hebben gestaan of zo. Dat was wel grappig: soms leek het alsof de rest van de stad hem wél gemakkelijk had gevonden. (lacht)

Raf: Wat ons wel moed gaf, was dat iedereen zei: ‘Als je hem ontmoet en je kunt ermee spreken, dan zal hij jullie niet afwimpelen.’ Hij staat nog altijd met zijn voeten stevig op de grond.

Senne: Spielberg is natuurlijk op een vergelijkbare manier begonnen. Als tiener is hij binnengeglipt in de studio’s van Universal en daar is hij toen in een leegstaand kantoortje beginnen te werken, tot hij een contract kreeg.

Celebrity-stalking

Oké, maar dat was in de jaren 60. Ondertussen zijn de filmstudio’s beter beveiligd dan het Pentagon, bij wijze van spreken.

Raf: Dat valt nog mee. Via de hoofdingang raak je Universal Studios, waar Spielberg nog altijd een kantoor heeft, inderdaad niet binnen. Maar via het treintje van het pretpark dat ernaast ligt wél. Dat rijdt langs de kantoren en de sets, en we zijn er gewoon halverwege afgesprongen. En we werden niet lastig gevallen, tot iemand op een gegeven moment toch onze camera gezien had. Toen was het uit met de pret. In de VS zijn ze overal heel streng als het op filmen aankomt. Zodra je op privéterrein bent, heb je een accreditatie nodig. Maar als we zeiden dat we studenten waren en ons programma uitlegden, knepen ze soms wel een oogje dicht. Gelukkig, zo niet waren we met drie uur beeldmateriaal naar huis gekomen, in plaats van met de honderd die we nu hadden.

Cecilia: We zijn op radio en tv geweest, we zijn ’s nachts posters gaan hangen aan het Kodak Theatre, waar de Oscars uitgereikt werden (‘Climbing Spielberg’ is opgenomen in februari en maart; nvdr.), en bij de grote studio’s, we hebben in de supermarkt waar alle beroemdheden gaan shoppen onze boodschap laten omroepen…

Raf: En we zijn natuurlijk ook naar alle evenementen geweest waar Spielberg kon zijn, zoals een diner van de Producer’s Guild of belangrijke filmpremières. En daar gaven we dan aan iedere beroemdheid die we zagen en waarvan we wisten dat ze Spielberg kenden ons kaartje af. (toont kaartje) Daar loopt half Hollywood nu mee rond.

Senne: Tijdens de uitreiking van de Oscars hebben we er een spelletje van gemaakt: wie van de beroemdheden die in beeld komen, heeft ons kaartje nog niet? En ik moet zeggen: er waren er niet veel.

Maar heeft dat ook geholpen?

Raf: Iedereen zei wel dat ze het kaartje zouden doorgeven, maar je weet dat natuurlijk niet zeker.

Senne: Maar het kan goed zijn dat Spielberg nu nog altijd iedere dag ons visitekaartje in zijn handen krijgt (lacht).

Waren al die beroemdheden gemakkelijk te benaderen?

Cecilia: Bij die diners en feestjes is er één belangrijke regel: ‘Act like you belong.’ Eenmaal je voorbij de eerste security raakt, moet je gewoon doen alsof je er thuishoort en dan word je niet lastig- gevallen. Want stel dat ze je vragen wie je bent en jij blijkt een belangrijk iemand te zijn, dan is dat heel gênant. Dus laten ze je met rust.

Close encounters

Met wie hebben jullie allemaal kunnen spreken?

Raf: Steve Buscemi, Tom Hanks, Harrison Ford… Die laatste was heel vriendelijk: hij scheepte ons niet af, luisterde naar ons verhaal… Hij was wel stil, zeker toen ik hem, om het gesprek op gang te krijgen, vroeg of hij al eens met Spielberg samengewerkt had (lacht). Maar hij wou uiteindelijk niet gefilmd worden, en dat was wel vaker zo. Orlando Bloom bijvoorbeeld ook: pas toen ik de camera had afgezet, wou hij praten. Maar dan was hij wel heel geïnteresseerd.

Senne: Drew Barrymore, het petekind van Spielberg, hebben we ook ontmoet, met heel veel geluk. Op een avond, twee dagen voor de Oscaruitreiking, zijn we naar een paparazzihotel gereden om te vragen of er ergens iets te doen was: bleek dat Barrymore jarig was en ergens zat te eten met haar nieuwe vriendje. Wij daar dus naartoe, en toen we arriveerden, kwamen ze net naar buiten. Echt waar: er stond letterlijk 300 man paparazzi rond, maar Cecilia is er toch in geslaagd om tot aan het raampje van de auto te raken en onze dvd af te geven.

Cecilia: Ze was heel sympathiek: ze heeft speciaal haar raampje voor mij opengedraaid, ze gaf me de kans om alles uit te leggen, ze bekeek de dvd op haar gemak…

Senne: En ondertussen stond iedereen maar foto’s te nemen en te filmen. ’s Avonds keken we naar Fox News en daar zagen we Barrymore met onze dvd in haar hand, terwijl ze haar vriendje aan het kussen was.

Zijn jullie op de Oscars zelf binnengeraakt?

Senne: Neen, maar wel achter de gordijnen in de hal van het Kodak Theatre. (lacht)

Raf: Als de sterren in aantocht zijn, moet iedereen weg, en ons verstoppen was op dat moment de enige oplossing. Maar ze hebben ons gevonden. Als alle minder belangrijke gasten – de kortfilmregisseurs bijvoorbeeld – in de zaal zitten en de echte celebrity’s aankomen, controleren ze blijkbaar nog eens achter de gordijnen. En toen stonden we snel buiten.

Welke ontmoeting heeft het meeste indruk gemaakt?

Senne: Dat zal Leah Adler zijn, de moeder van Spielberg. Die is het beste bewijs dat de hele familie nog altijd met de voeten op de grond staat. Ze is 82 maar ze heeft nog altijd een restaurant in Los Angeles, The Milky Way. Via via hadden we dat gehoord, en we zijn er dan naartoe gegaan. Ze zei wel meteen dat ze ons niet tot bij haar zoon kon brengen – er komen natuurlijk elke dag mensen langs die dat vragen – maar ze zat vol verhalen over Spielberg.

Raf: Toen we haar zeiden dat we een road trip wilden maken naar Spielbergs ouderlijke huis in Phoenix, vertelde ze over hoe ze had meegewerkt aan zijn eerste filmpjes. Toen hij 12 was, wou hij bijvoorbeeld een vulkaanuitbarsting filmen in hun keuken, met een zelfgemaakt model gevuld met kersen, en nadien hing haar hele huis vol met kersensap.

Senne: De vroegere buren van de Spielbergs wonen trouwens nog altijd in Phoenix, op dezelfde plaats. Zelfs de buurjongen, die ook meespeelde in Spielbergs eerste films. Dat is wel grappig: ze zijn even oud, maar Spielberg is een wereldster en hij woont nog bij zijn moeder.

Raf: De mensen die nu in Spielbergs huis wonen hadden ook allemaal foto’s van hem liggen. Blijkbaar is hij een paar jaar geleden nog eens op bezoek gekomen, samen met zijn moeder en zijn drie zussen, om alle kamers nog eens te filmen met een handycam. Dat typeert de man helemaal.

Homeless Homer

Tot slot: wat is de algemene indruk die jullie hebben overhouden van Los Angeles en Hollywood?

Senne: Het is dubbel. Het is de rijkste stad van de wereld, maar als je twee straten verder gaat dan de chique buurten, liggen er mensen op straat te sterven. Letterlijk, hé. Op sommige gebieden is de VS ongelooflijk ontwikkeld, maar op andere gebieden is het een stam in Afrika. Als je buiten komt uit een hip feestje en je struikelt over de bedelaars, is dat redelijk confronterend.

Raf: Wij logeerden in de Hollywood Hills, vlak bij Hollywood Boulevard met de Walk of Fame. Dat lijkt heel gezellig en toeristisch, maar in werkelijkheid is het er vuil en smerig. Er lopen mensen rond in een pak van Spider-Man of Homer Simpson, maar dat zijn wel daklozen die zo proberen wat geld te verdienen.

Senne: Hollywood is echt vergane glorie. Je krijgt het gevoel dat de filmindustrie dat deel van de stad dertig of veertig jaar geleden heeft opgegeven en verhuisd is, en dat het gewoon een toeristische attractie is geworden.

Raf: Behalve tijdens de Oscars. Dan worden twee weken van tevoren de straten rond het Kodak Theatre (dat op Hollywood Boulevard ligt; nvdr.) afgezet en begint het weer te leven. Maar toen we daar ’s avonds laat posters gingen plakken, kregen we toch waarschuwingen dat we moesten oppassen voor messentrekkers.

Zouden jullie overwegen om, zoals Dominique Deruddere nu, naar daar te gaan om echt jullie kans te wagen?

Cecilia: We hebben Deruddere ook gesproken, en Frederik Du Chau (een Vlaamse regisseur die voor Disney werkt; nvdr.). En mijn conclusie is dat ik heel graag hier mijn carrière zou beginnen, omdat het kleiner en gezelliger is, maar als een van mijn films opgepikt zou worden, dan wil ik het wel proberen. Ooit wil ik die vergaderingen over budgetten en supersterren nog eens meemaken.

Raf: De American Dream leeft nergens meer dan daar, hé? Iedereen die je tegenkomt, droomt ervan om het te maken in Hollywood. En zoals ze zeggen: uiteindelijk krijgt iedereen in Los Angeles één kans. Als wij daar zouden wonen, dan zouden we ook ooit onze kans krijgen. En eigenlijk willen we Spielberg niet vinden, maar hem worden.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content