Elke muzikant heeft een plaat die hem heeft doen beslissen: aan dit instrument wil ik mijn leven wijden. Deze week: de eyopener van pianist Ivan Paduart, die met Plays Burt Bacharach en Ibiza maar liefst twee cd’s presenteert en op 8/6 in de AB staat met zijn trio.
Wat is jouw blikopener, Ivan?
IVAN PADUART: Het meest voor de hand liggende antwoord is natuurlijk Kind of Blue. Maar ik denk dat iedereen wel overstag gaat voor dat album? Toen ik net naar jazz begon te luisteren, viel het me op wat voor een extraverte, feestelijke muziek het wel is. Soms werd het allemaal zelfs een beetje te hard voor mijn gevoelige oren. Ik miste de romantische lyriek van mijn favoriete componisten uit de klassieke muziek, zoals Schumann of Brahms. Ik zocht naar tederheid. Die heb ik pas voor het eerst bespeurd op Little Movements, een plaat uit 1980 van de Duitse bassist Eberhard Weber. Daarop speelde trouwens ook sopraansaxofonist Charlie Mariano mee, met wie ik later nog vaak heb samengewerkt.
Bovendien, tederheid zou ook het slagwoord worden voor jouw muziek.
PADUART: Ik hou niet van machojazz. Het zegt me totaal niks. Ik hou van delicatesse, en van raffinement. Meer nog, ik heb dat nodig.
Dus het is geen toeval dat je nu een album hebt gewijd aan de melodieuze popmuziek van Burt Bacharach?
PADUART: Dat was een idee van Hans Kusters, de producer. Ik kende wel een paar van de grote hits, maar ben pas sinds kort beginnen te luisteren naar zijn andere muziek. Bacharach schreef in wezen heel eenvoudige melodietjes. Dan is het de uitdaging om daar rijkere harmonieën en arrangementen op te verzinnen zodat het minder commercieel of gratuit klinkt.
Je bent de plaat in New York gaan opnemen?
PADUART: Ik wilde er per se mijn oude vriend Bob Malach, de Amerikaanse saxofonist, bij. Hij suggereerde bassist Jay Anderson en drummer Clarence Penn. Heel flexibele muzikanten. Het klikte meteen.
Tegelijkertijd kom je met Ibiza, een nieuw trio-album vol eigen composities, op de proppen.
PADUART: Ik hou zoveel van componeren dat het voor me van levensbelang wordt dat ik die stukken ook kan vastleggen voor het nageslacht. Daarom verschijnt er om het anderhalf jaar een nieuwe cd van me. Het trio is ondertussen op zulk een niveau van stilzwijgende verstandhouding aanbeland dat elke opname een echt werk van liefde wordt. Ik ken bassist Philippe Aerts en drummer Hans van Oosterhout al meer dan 25 jaar. Met hen spelen, dat is als op de E411 rijden, zonder file, in een luxeauto, full-option, mét chauffeur. Zaaalig!
Little Movements
ECM
1980
FREDERIK GOOSSENS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier